ECLI:NL:RBMNE:2023:5628

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
16/161518-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens ontuchtige handelingen en kinderporno met minderjarige

Op 27 oktober 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige, alsook van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die als buurman van het slachtoffer fungeerde, gedurende een periode van meer dan anderhalf jaar ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn minderjarige buurmeisje, die aan zijn zorg was toevertrouwd. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het slachtoffer, en voor het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast is er een contactverbod opgelegd in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de emotionele manipulatie door de verdachte meegewogen. De rechtbank heeft ook de psychische gevolgen voor het slachtoffer, waaronder PTSS, in aanmerking genomen. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank een schadevergoeding van € 8.000,- heeft vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/161518-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 oktober 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats 1] (Nederlandse Antillen),
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. G.L.D. Thomas, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht. Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen mr. P. van der Geest, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
primair
in de periode van 1 december 2020 tot en met 18 januari 2022 in [plaats 1] [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt en zijnde een minderjarige die aan verdachtes zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd, meermalen heeft verkracht;
subsidiairten laste gelegd als het plegen van ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] toen zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt;
feit 2
in de periode van 1 december 2020 tot en met 18 januari 2022 in [plaats 1] kinderporno heeft vervaardigd;
feit 3
in de periode van 1 december 2020 tot en met 11 juli 2022 in [plaats 1] kinderporno in bezit heeft gehad, heeft verworven en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal vrijgesproken dient te worden van de aan hem ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit heeft de raadsman bepleit dat het dossier veel tegenstrijdigheden bevat en dat deze tegenstrijdigheden de verklaring van aangeefster onbetrouwbaar maken. Volgens de raadsman heeft aangeefster geen consequente verklaringen afgelegd. Wat betreft de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft de raadsman bepleit dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon en daarover beschikkingsmacht had.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak primair ten laste gelegde (feit 1)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of de verklaringen van aangeefster als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt om tot uitgangspunt te kunnen dienen in deze zaak.
Aangeefster is viermaal (waarvan de eerste een informatief gesprek zeden betreft) bij de politie gehoord. Gedurende deze verhoren heeft aangeefster consistent en gedetailleerd verklaard dat verdachte vanaf december 2020 bij en met haar seksuele handelingen heeft verricht. Over de eerste keer heeft aangeefster gedetailleerd en uitgebreid verklaard waar en op welke wijze het seksuele contact heeft plaatsgevonden. Ook heeft aangeefster redelijk gedetailleerd verklaard over waar en op welke momenten het seksueel misbruik plaatsvond in de periode daarna, te weten op verschillende plekken in de woning van verdachte (maar voornamelijk in zijn slaapkamer), in het toilet op zijn werk en tijdens het zwemmen. In de weekenden dat zij bij verdachte thuis was, gebeurde het gemiddeld zes keer per weekend.
De rechtbank heeft noch in het dossier noch in wat er ter terechtzitting is besproken een aanknopingspunt gevonden waaruit valt af te leiden dat aangeefster een motief zou hebben om verdachte vals te beschuldigen.
Uit het dossier komt naar voren dat aangeefster tot een week voor de aangifte contact met verdachte heeft gezocht en om zijn hulp heeft gevraagd. De rechtbank ziet daarin geen redenen om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster te twijfelen en gaat voorbij aan het verweer van verdachte dat de verklaringen van aangeefster vals zijn en gebaseerd zijn op wraakgevoelens vanwege het stopzetten van hulp en contact. De rechtbank ziet in haar berichten juist een weerspiegeling van haar afhankelijkheid en kwetsbaarheid jegens verdachte tot het laatste moment. Bovendien heeft verdachte, blijkens zijn eigen verklaring, eerder - in augustus van 2021 - ook al de hulp en het contact (tijdelijk) stop gezet, en van enige wraakgevoelens toen is niet gebleken.
Er zijn dus naar het oordeel van de rechtbank geen contra-indicaties voor de juistheid van de verklaringen van aangeefster. De rechtbank acht haar verklaringen dan ook geloofwaardig, nu zij telkens consistent en gelijkluidend heeft verklaard over wat er zou zijn gebeurd. Zij heeft een gedetailleerde verklaring afgelegd, waarbij zij heeft beschreven welke handelingen verdachte zou hebben verricht en hoe dit voor haar aanvoelde. Dit komt op de rechtbank authentiek over.
Het bewijsminimum
De rechtbank stelt voorop dat het een kenmerk van zedenzaken is dat er doorgaans slechts twee personen aanwezig zijn bij de gebeurtenis waar de verdenking op ziet. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kan het bewijs dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige (de zogenoemde ‘unus testis nullus testis’- regel). Deze bepaling heeft, naar vaste rechtspraak, betrekking op de tenlastelegging als geheel en niet op een onderdeel daarvan. Zij beoogt de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat artikel 342, tweede lid, Sv de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Bij seksueel misbruikzaken, waar het veelal gaat om zaken waarin slechts twee personen aanwezig zijn geweest en het derhalve niet zelden het woord is van de aangeefster/getuige tegen dat van verdachte, is het niet vereist dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen. Tussen die verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
Waardering van het bewijs
De vraag of het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen hangt dus af van de vraag of er voldoende overig bewijs is dat de verklaring van aangeefster ondersteunt. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag ten aanzien van het onder feit 1 primair ten laste gelegde ontkennend moet worden beantwoord.
Over de eerste keer heeft aangeefster verklaard dat de dwang eruit bestond dat verdachte de deur op slot heeft gedaan, haar handen op haar rug heeft gehouden en een hand voor haar mond heeft gehouden, haar naar boven heeft geduwd, in haar borsten heeft geknepen en zijn hand om haar keel heeft gelegd en deze heeft dichtgeknepen. Dit kwalificeert zonder meer als dwang zoals bedoeld in artikel 242 Sr. De in het dossier bevindende stukken bieden echter onvoldoende steun voor de verklaring van aangeefster met betrekking tot deze door verdachte uitgeoefende geweldshandelingen.
Voor de keren daarna heeft de dwang blijkens de verklaring van aangeefster met name bestaan uit een andere feitelijkheid, namelijk het overwicht en de afhankelijkheidsrelatie.
Uit vaste rechtspraak volgt echter dat het bestaan van dwang door een andere feitelijkheid niet enkel kan worden afgeleid uit de tussen verdachte en aangeefster bestaande afhankelijkheidsrelatie en het daarmee verband houdende overwicht van de verdachte op haar.
De rechtbank merkt daarbij op dat dit niet betekent dat hetgeen door aangeefster is verklaard niet gebeurd zou kunnen zijn. De rechtbank is echter van oordeel dat in het dossier onvoldoende wettig bewijs aanwezig is om het onder 1 primair ten laste gelegde feit te bewijzen, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
4.3.2
Bewijsmiddelen [1] voor de feiten 1 subsidiair tot en met 3
1. [slachtoffer] heeft volgens het
proces-verbaal van aangifte [2] van 7 februari 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Waarvan wil je aangifte doen, kort gezegd?
A: Van seksueel misbruik.
V: Tegen wie wil je aangifte doen?
A: [verdachte] , geboren op [1982] of 1981.
V: Wanneer is het feit gebeurd?
A: Tussen december 2020 en november 2021
V: Waar is het feit gebeurd?
A: De meeste keren in zijn woning, op [adres] . Maar het is ook gebeurd op zijn werk in de wc en met zwemmen zat hij onder water ook aan me. Als we dan de glijbaan afgingen dan zorgde hij dat hij vlak na mij kwam.
V: Vertel eens, wat is er gebeurd in de periode van december 2020 t/m november 2021?
A: In november 2020 kreeg ik ruzie met mijn vader en dat werd zo erg dat mijn ouders geen contact meer met elkaar wilden. Ik was op zoek naar een vaderfiguur, [verdachte (voornaam)] kon daar goed op inspelen. Hij overtuigde mijn moeder dat ik bij hem naar [plaats 1] kon komen en bij hem kon slapen, omdat het daar rustig was.
Hierna zijn wij naar beneden gegaan en op de bank gaan zitten. Hij schoof steeds dichter naar me en op een gegeven moment kuste hij mij op de mond. Daarna ging hij aan mij zitten, eerst mijn bovenkant toen verder naar beneden. Hij ging mij vingeren, toen hij daar klaar mee was. Toen is hij op zijn knieën op het bed naast mij gaan zitten en deed toen heel hard zijn piemel in mijn mond. Daarna ging hij door met seks hebben. Het eerste half jaar kwam hij steeds buiten mij klaar, dit was op mijn gezicht, bovenlichaam of rug.
Eerste keer
V: Vertel eens alles vanaf het moment dat jullie boven op zijn kamer waren?
A: Hij gooide mij op bed en deed al mijn kleding uit. Ik lag naakt op bed. Ik lag op mijn rug. Hij zat eerst met zijn rechterhand in mijn beiden borsten te knijpen. Hij zat links van mij en ging toen met zijn linkerhand mij vingeren.
V: Met welke hand en hoeveel vingers vingerde hij jou?
A: Met zijn linkerhand deed hij één vinger in mijn vagina. Daarna deed hij zijn piemel in mij.
V: Welke seksuele handelingen heb jij bij hem moeten verrichten?
A: Ik heb hem moeten pijpen.
V: Na het pijpen stapte hij over naar seks hebben. Waar bestond dat precies uit?
A: Hij deed zijn boxershort uit. Hij had mij zo neergelegd dat ik met mijn benen wijd lag op mijn rug. Hij ging met zijn been over mij heen zitten. Hij maakte zijn vingers nat en daarmee maakte hij mij nat. Hij deed toen zijn piemel erin door eerst zijn eikel erin te doen.Met zijn vrije hand, zijn linkerhand, pakte hij mijn been en legde die over zijn linkerschouder heen. Daarna ging hij heel hard heen en weer.
V: Hoe stopte het?
A: Hij zei dat hij bijna kwam, toen haalde hij zijn piemel eruit en kwam op mijn bovenlichaam klaar. Hij deed zijn shirt uit, depte zijn voorhoofd en het bloed van mij van onder.
V: Aan het begin vertelde jij dat jij jullie relatie gelijkwaardig vond. Hoe keek je daarop dit moment tegen aan?
A: Nu denk ik dat hij mij zwaar manipuleerde. Hij zei altijd dat ik er voor hem was en dat ik zijn beste vriend was. Dat ik verder niemand nodig had.
V: Hoe oud was jij op dat moment en hij?
A: Ik was 14 jaar en hij 38 jaar.
De keer dat zij zich het beste kan herinneren
[.] : Tijdens het informatieve gesprek heb je mij verteld dat je elk weekend naar hem toe bent geweest en er dan ook altijd seks plaatsvond.
V: Welke situatie kan jij omschrijven die jij je het beste kan herinneren?
A: Het ging eigenlijk altijd hetzelfde. Als ik daar aankwam, op vrijdagavond dan moest ik mee naar boven, seks hebben, boodschappen doen, eten klaarmaken en eten om 21.00 uur en dan om 22.00 uur naar bed, ik moest naast hem slapen en seks hebben. Wakker worden en weer seks hebben. Dit herhaalde zich op zaterdag en zondag.
V: Hoe vaak had je gemiddeld seks in het weekend?
A: In het begin 6 keer. Later ging ik vroeg naar bed zodat het leek of ik sliep, dan gebeurde het 2 of 3 keer. Als er geen echte seks plaatsvond dan moest hij wel gepijpt worden.
V: Wie nam daarin het initiatief?
A: Hij altijd.
V: Welke seksuele handelingen zijn er toen bij jou verricht in de weekenden?
A: Vingeren, beffen, tongzoenen, aan mijn borsten en kont zitten, seks hebben daarmee bedoel ik zijn piemel in mijn vagina doen.
V: Welke seksuele handelingen heb jij toen bij hem verricht?
A: Aftrekken, pijpen, meerdere standjes, doggy, ik op hem zitten.
V: Heeft hij ook wel eens geëxperimenteerd met speeltjes, anale seks of iets anders?
A: Ja, hij had een keer een rubberen nep piemel die ik dan moest pijpen terwijl hij seks met mij had. Hij heeft ook een keer anaal geprobeerd maar dat deed mij heel erg pijn en kon me niet ontspannen. Hij zei toen we dat niet zo vaak zouden doen maar het gebeurde wel één keer in de maand. Want dat vond hij spannend.
V: In hoeverre heeft hij jou ooit gefilmd of gefotografeerd?
A: Toen ik hem aan het pijpen was heeft hij dit gefilmd met zijn telefoon. Hij zou dit na een week verwijderen. Dit heeft meerdere keren plaatsgevonden. Ik kan mij niet herinneren of hij tijdens de seks een keer gefilmd heeft. Ik weet wel dat hij vaak naar sites ging en naar een filmpje keek van een oudere man met een klein meisje en dan beeldde hij zich in dat hij die oudere man was en ik het jonge meisje. Hij heeft mij wel gevraagd om foto’s van kleine meisjes te sturen als ik naar een strandje ging ofzo. Dat heb ik nooit gedaan. Ik heb ook geen naaktfoto’s van mijzelf gestuurd naar hem.
V: In hoeverre heb jij nog meer kinderporno gezien?
A: Ik heb wel eens meerdere filmpjes gezien maar altijd het thema oudere man met het jonge kind. Deze liet hij zien op zijn telefoon via een website.
V: Jij noemde tijdens het informatieve gesprek dat het vaak hardhandige seks was. Wat bedoel je daar mee?
A: Dat ik in doggy style zat en hij mij dan heel hard nam. Hij duwde dan heel hard en heel diep naar binnen.
2. [slachtoffer] heeft volgens het
proces-verbaal van verhoor aangever [3] van 5 juli 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Wat deed [verdachte (voornaam)] zoal met zijn telefoon?
V: Keek hij ook filmpjes?
A: Sowieso van kleine kindjes.
V: Waar keek hij deze filmpjes dan?
A: Op telegram was het een klein meisje en een grote man. En op Instagram bekeek hij veel bikinifoto’s. Dit schommelde tussen de leeftijd 3 of 15 jaar. Tijdens de seks heeft hij het een paar keer bekeken.
V: Weet jij nog de datum/tijd wanneer het de eerste keer was dat jullie seks hadden met elkaar?
A: Hij ging met een vriend naar [plaats 2] . Hij kwam toen terug. Ik dacht dat het december was. Maar volgens mij was het al eerder gebeurd. Ik denk dat het tussen de herfst en kerstvakantie. Volgens mij was het begin november. Eind oktober was de eerste keer dat ik daar bleef slapen. Toen wou hij dat ik de hele tijd bij hem ging slapen. Ik moest van hem tegen mijn vader zeggen dat ik bij hem moest blijven slapen. Tegen mijn moeder moest ik van hem zeggen dat ik bij hem wilde slapen.
V: Kon je daar geen weerstand tegen bieden’?
A: Nee, het moest gaan op zijn manier. Doen alsof ik dom was. Weet ik veel allemaal. Ik was gewoon bang om weer ruzie te krijgen.
[.] : Je hebt ook aan ons aangegeven dat je vaak geen zin had om seks te hebben met [verdachte (voornaam)] .
V: Heb je het idee dat hij je hint ook begreep?
A: Nee, hij is wel een paar keer halverwege gestopt. Dan was hij daarna chagrijnig. Ik heb niet letterlijk gezegd dat ik niet wilde. Ik zei eerder van: ‘ik voel mij niet zo lekker’ maar 9 van de 10 keer dacht ik van: laat maar komen dan heb ik het maar gehad. Hij zat mij alleen maar af te kraken. Dat ik niets goed deed. Ik ben alleen goed op de momenten dat dit gebeurd en als dit niet gebeurd ben ik ineens een slecht type.
3. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal met bijlagen [4] van 28 oktober 2022– zakelijk weergegeven- het volgende gerelateerd:
In het opsporingsonderzoek contra [verdachte] is op 11 juli 2022 op het adres [adres] te [plaats 1] binnengetreden en werden voorwerpen in beslag genomen. Onder andere het navolgende voorwerp is in beslag genomen:
IBN-nummer
SIN-nummer
Soort voorwerp
[....]
AANZ4630NL
Telefoon Samsung
Ik heb de inhoud gecontroleerd op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. Vervolgens heb ik vastgesteld dat in de aan mij overgedragen bestanden en de andere voorwerpen in totaal 66 afbeeldingen voorkwamen die volgens de criteria kinderpornografisch zijn.
Afbeeldingen van aangeefster [slachtoffer]
Ook zag ik 3 foto’s van aangeefster [slachtoffer] die ik als kinderpornografisch beoordeeld heb. De inbeslagname van de Samsung telefoon vond plaats op 11 juli 2022. Aangeefster [slachtoffer] is geboren op [2006] . Dat betekent dat zij op het moment van inbeslagname nog 15 jaar was. Op deze foto’s is zij derhalve maximaal 15 jaar oud. Op deze 3 foto’s is het volgende te zien:
-
dat een penis dicht bij het gezicht van aangeefster [slachtoffer] wordt gehouden;
-
dat aangeefster [slachtoffer] likt aan de eikel van een penis;
-
dat aangeefster [slachtoffer] met haar rechterhand een penis vasthoudt en zij in haar mond een penis heeft.
Op foto 1 en 2 is een stuk te zien van een kussensloop/dekbed. Ik heb gekeken naar de foto’s die zijn gemaakt tijdens de doorzoeking op 11 juli 2022 in de woning van verdachte [verdachte] . Ik zag dat op een 2-persoons bed een kussen lag met een kussensloop dat wat kleur en motief sterk gelijkend is op het stuk kussensloop/dekbed van foto 1 en 2 van aangeefster [slachtoffer] . Het is derhalve zeer aannemelijk dat het de penis van verdachte [verdachte] betreft.
Van alle foto's van aangeefster [slachtoffer] heb ik een aantal van 12 foto's geselecteerd. Deze foto's zijn in het ‘Overzicht Geselecteerde afbeeldingen [slachtoffer (voornaam)] ’ (bijlage IV) opgenomen, onder vermelding van onder andere de bestandsnaam, met afbeeldingsnummers 1 t/m 12.
In de toonmap " [slachtoffer (voornaam)] " is de selectie ook opgenomen, voorzien van de afbeelding zelf.
Kinderpornografie
Over de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen merk ik het volgende op:
-
De kinderpornografische afbeeldingen betreffen alleen foto’s.
-
Alle kinderpornografische foto’s betreffen meisjes.
-
Op de kinderpornografische foto’s zijn verschillende seksuele handelingen te zien, zoals penetratie oraal, vaginaal en anaal, ontuchtige handelingen waarbij een minderjarige zowel betast of betast wordt bij de geslachtsdelen. Ook zijn er poserende minderjarigen met nadruk op geslachtsdelen, borsten en billen en zijn er overige seksuele handelingen, zoals het houden van een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige.
Penetratie
Op de afbeeldingen waarop penetratie te zien is, gaat dit om minderjarige meisjes die door volwassen mannen gepenetreerd worden of die zichzelf penetreren. De vormen van penetratie zijn zowel oraal, vaginaal als anaal. Zo is te zien op één foto dat een meisje, met een geschatte leeftijd tussen 2 en 4 jaar, met een naakt bovenlichaam en haar hand tegen haar borst, de penis van een volwassen man in haar mond heeft, terwijl deze penis door de hand van de man vastgehouden wordt. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: foto's 1, 2, 3 en 4.
Ontucht
Een deel van de kinderpornografische foto’s bestaat uit minderjarigen bij wie seksuele handelingen worden verricht of die seksuele handelingen bij anderen verrichten. Zo is op één foto het hoofd van een vrouw, met een masker ter hoogte van haar ogen, te zien die de vagina van een minderjarig meisje likt. Het meisje, met een geschatte leeftijd tussen de 2 en 5 jaar, ligt volledig naakt op haar rug met haar benen wijd. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: foto's 5, 6, 7 en 8. Foto 8 is een foto van aangeefster [slachtoffer] .
Poseren
De poserende kinderpornografische afbeeldingen betreffen verschillende soorten poseren, zoals gedeeltelijk naakt en uitsnede afbeelding. Op één foto is een meisje, met een geschatte leeftijd tussen 0 en 3 jaar, te zien dat op haar rug ligt. Door de uitsnede is de focus op haar vagina. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: foto's 9 en 10.
Overige seksuele handelingen
Naast het poseren, penetratie en ontucht is er nog een andere seksuele handeling te zien. Zo is er een foto van aangeefster [slachtoffer] . Zij ligt kennelijk op haar linkerzij, met haar mond open. Dicht bij haar gezicht/mond bevindt zich de penis van een man. Het voorbeeld hiervan is opgenomen in bijlage IV: foto 1.
4. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen (extraction Report – Cellebrite Reports) met bijlage [5] van 5 augustus 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik heb een onderzoek gedaan naar de foto's en afbeeldingen aanwezig op hieronder beschreven telefoon.
Telefoon:
Merk: Samsung
Type: S20
SIN: AANZ4630NL
Genoemde foto's zijn created in de periode van 9 februari 2022 t/m 11 april 2022.
5. Verdachte heeft
ter terechtzittingvan 13 oktober 2023 verklaard:
[slachtoffer (voornaam)] is mijn buurmeisje. Op een verjaardag hadden we een klik en werden we maatjes. Dat was in 2020 en toen was zij 14 jaar oud geworden. Op een gegeven moment wilde [slachtoffer (voornaam)] graag naar [plaats 1] maar ze kon niet meer bij haar vader zijn en dus logeerde zij bij mij. Dit was eind 2020. De ouders van [slachtoffer (voornaam)] hebben mij gevraagd te bemiddelen tussen [slachtoffer (voornaam)] en haar vader. Op een gegeven moment was ze er elk weekend. Ze werd bij mij gebracht door haar moeder.
In het begin hielp ik haar voornamelijk met haar huiswerk. We gaven elkaar knuffels als we erdoorheen zaten, bijvoorbeeld als ze ruzie had op school. Ik heb heel goed voor haar gezorgd. Ik kookte, deed boodschappen en kocht alles voor haar. Het klopt dat ik [slachtoffer (voornaam)] op de door de officier van justitie ter zitting getoonde foto, die op mijn telefoon is aangetroffen en is geclassificeerd als kinderporno, herken[de rechtbank: dit betreft foto 1 van bijlage IV in toonmap].
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.3
Bewijsoverwegingen
Vervaardigen en bezit kinderporno (feiten 2 en 3)
Vervaardigen
Op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft vervaardigd door seksueel getinte foto’s te maken van aangeefster, die op dat moment nog minderjarig was. Dit volgt uit de verklaring van aangeefster en de aangetroffen foto’s op de telefoon van verdachte. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar filmde tijdens de door haar gepleegde seksuele handelingen. Hierbij heeft zij een duidelijke beschrijving van de door verdachte gefilmde handelingen gegeven, namelijk dat dit zou zijn gebeurd terwijl zij hem aan het pijpen was. Op de telefoon van verdachte zijn vervolgens foto’s van deze door haar beschreven seksuele handelingen aangetroffen. Uit de beschrijving van deze foto’s en de in de toonmap bevindende foto’s blijkt dat aangeefster seksuele handelingen verricht met een penis die donkerder van kleur is dan haar huid. De huidskleur van verdachte is donkerder dan die van aangeefster. Op de foto’s 1 en 2 van bijlage IV in de toonmap is op de achtergrond een kussensloop met een opvallend motief te zien. Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte is een zelfde soort kussensloop op het bed van verdachte aangetroffen. De rechtbank heeft van deze foto’s kennisgenomen en is van oordeel dat de kussenslopen op de foto’s sterke gelijkenissen met elkaar vertonen. Zowel de kleuren als de motieven op de kussenslopen komen met elkaar overeen. Verdachte heeft ter zitting heeft aangegeven dat een ieder toegang tot zijn telefoon had. Zelfs als dat al zo zou zijn, dan heeft hij nog niet aannemelijk gemaakt hoe het kan dat een ander dan verdachte de kinderpornografische foto’s van aangeefster heeft gemaakt. De rechtbank overweegt dat uit de verklaring van aangeefster volgt dat het feit in een kortere periode dan ten laste is gelegd heeft plaatsgevonden en ziet reden om de periode in te korten, namelijk van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 kinderporno heeft vervaardigd.
Bezit
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of op grond van het onderzoek ter terechtzitting c.q. de zich in het dossier bevindende stukken wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (opzettelijk) in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal.
Voor het aannemen van het (opzettelijk) in bezit hebben van kinderporno, al dan niet in voorwaardelijke zin, moet voldaan zijn aan een aantal elementen: verdachte dient zich in meer of mindere mate bewust te zijn van de aanwezigheid van dergelijke afbeeldingen op één of meer van zijn gegevensdragers, hij dient daar beschikkingsmacht over te hebben en hij moet de bedoeling hebben die afbeeldingen te bewaren (dan wel onvoldoende maatregelen nemen ze na ontvangst te verwijderen).
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier voldoende volgt dat verdachte zich bewust is geweest van – en heeft kunnen beschikken over – de op zijn telefoon aangetroffen kinderporno. De kinderporno is immers op de telefoon van verdachte – die hij toen gebruikte – aangetroffen. Uit onderzoek van de politie volgt dat de foto’s al meerdere maanden voor de aanhouding van verdachte op zijn telefoon stonden. Dit wordt ook ondersteund door de verklaring van aangeefster. Aangeefster heeft namelijk verklaard dat in de periode dat zij bij verdachte verbleef, hij op zijn telefoon meerdere filmpjes van kinderporno aan haar liet zien. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte de bedoeling heeft gehad de kinderporno te bewaren. Verdachte heeft zowel bij de politie als op de zitting geen aannemelijke verklaring voor de aangetroffen kinderporno op zijn telefoon gegeven. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het bezit van kinderporno. De rechtbank overweegt dat het feit in een kortere periode dan ten laste is gelegd heeft plaatsgevonden en ziet reden om de periode in te korten, namelijk van 1 december 2020 tot en met 11 juli 2022. Verdachte is immers op 11 juli 2022 aangehouden, waarna zijn telefoon gelijk in beslag is genomen.
Van de tenlastegelegde bestanddelen ‘verwerven en het zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal’ bevat het dossier geen bewijs, zodat daarvan partiële vrijspraak dient te volgen.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 december 2020 tot en met 11 juli 2022 kinderporno in zijn bezit heeft gehad.
Ontuchtige handelingen (feit 1 subsidiair)
Bewijsminimum en betrouwbaarheid verklaring aangeefster
Zoals onder 4.3.1 is overwogen is het in seksueel misbruikzaken afdoende indien de verklaring van aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen en is de verklaring van aangeefster volgens de rechtbank betrouwbaar.
Waardering van het bewijs
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verklaringen van aangeefster ten aanzien van de ontuchtige handelingen voldoende steun vinden in de rest van het dossier. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en licht dat als volgt toe.
- in de telefoon zijn 3 pornografische afbeeldingen gevonden waarop aangeefster staat afgebeeld met een penis. Zoals hiervoor is overwogen kan worden vastgesteld dat het verdachte is die deze foto in zijn huis heeft gemaakt en is het zeer veel aannemelijker dat het zijn penis is waarmee zij staat afgebeeld dan die van een willekeurig ander persoon;
- aangeefster heeft in haar aangifte verklaard dat verdachte tijdens het verrichten van seksuele handelingen met haar regelmatig naar kinderporno keek. De telefoon van verdachte is na de doorzoeking in beslag genomen en hierop zijn diverse kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Zoals hiervoor is overwogen kan dit aan verdachte worden toegeschreven;
- aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar emotioneel manipuleerde. Uit de verklaring van verdachte en uit de uitgeschreven en ter zitting beluisterde geluidsfragmenten blijkt dat aangeefster in een emotioneel afhankelijke verhouding tot verdachte stond;
- uit het dossier volgt dat aangeefster onder behandeling is bij een psycholoog in verband met het seksueel misbruik, dat zij langdurig lichamelijk en psychisch onder druk is gezet en een posttraumatische stressstoornis (PTSS) heeft.
De verklaringen van aangeefster vinden aldus steun in verschillende onderzoeksbevindingen, waarbij er tussen de verklaringen van aangeefster en het overige gebezigde bewijsmateriaal geen sprake is van een te ver verwijderd verband. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er dan ook geen contra-indicaties voor de juistheid van de verklaringen van aangeefster.
Periode
De rechtbank overweegt dat uit het dossier volgt dat het feit in een kortere periode dan ten laste is gelegd heeft plaatsgevonden en ziet reden om de periode in te korten, namelijk van
1 december 2020 tot en met 30 november 2021.
Conclusie
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen voor de periode van 1 december 2020 tot en
30 november 2021.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 subsidiair
hij in de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 te [plaats 1] met - de al dan niet aan zijn, verdachtes, zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten door meermalen- in de borsten van die [slachtoffer] te knijpen en de billen en de vagina van die [slachtoffer] te betasten,- een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] te duwen en die [slachtoffer] te vingeren,- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] te brengen, te houden en zich door die [slachtoffer] te laten pijpen,- zijn penis te laten betasten en zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] ,- zijn penis in de vagina en de anus van die [slachtoffer] te brengen en te houden,- zijn, tong in de vagina en tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en te houden,- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] te brengen en te houden, althans die [slachtoffer] op de mond te zoenen en- op het gezicht, het bovenlichaam en de rug van die [slachtoffer] te ejaculeren;
feit 2
in de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 te [plaats 1] , , meermalen, een of meerdere afbeeldingen, te weten 3 foto's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, is betrokken,
telkens heeft vervaardigd door, seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - welke bestonden uit:
- het houden van een (stijve) penis bij het gezicht / van een persoon die

kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/ strekt tot seksuele prikkeling,

- het, door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, likken, in de mond nemen, betasten, vasthouden en aanraken van de eikel en de penis, van een persoon, met een mobiele telefoon, te fotograferen en/ op te slaan;
feit 3
in de periode van 1 december 2020 tot en met 11 juli 2022 te [plaats 1] , meermalen, afbeeldingen , te weten 66 foto's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de penis en de mond oraal, vaginaal en/ anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
- het met de mond likken, betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is, poseert in een omgeving, in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarna door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en lichaam van een persoon die

kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,

- het, door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, met een of

meerdere vingers en de mond betasten/aanraken van het geslachtsdeel en oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een meerderjarig persoon en van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 2
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken vervaardigen;
feit 3
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van het voorarrest;
  • een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] , voor de duur van drie jaren, met dien verstande dat iedere keer dat verdachte dit contactverbod overtreedt, een vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van één maand met een maximum van zes maanden. De officier van justitie heeft gevorderd deze maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de omstandigheid dat verdachte PTSS heeft. De raadsman heeft daarom bepleit om te volstaan met een onvoorwaardelijke taakstraf, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft maandenlang ontuchtige handelingen met zijn buurmeisje die aan zijn zorg was toevertrouwd, verricht. Uit de aard, de omvang en de duur van de bewezenverklaarde feiten komt een beeld naar voren van een man die het welzijn van het slachtoffer telkens weer ondergeschikt maakte aan zijn seksuele lusten.
De ontuchtige handelingen met het slachtoffer zijn begonnen toen zij 14 jaar oud was. Van de seksuele handelingen met het slachtoffer maakte verdachte ook foto’s, mogelijk als herinnering en met de bedoeling zich daar later (nogmaals) aan te verlustigen. Verdachte heeft het slachtoffer zodanig gemanipuleerd dat zij emotioneel afhankelijk van hem werd en ieder weekend naar hem toe ging in plaats van naar haar vader. Voor het slachtoffer was het ‘normaal’ geworden om seksuele handelingen met en bij verdachte te verrichten. Tegen haar ouders deed hij voorkomen alsof hij haar alleen hielp met haar schoolwerk en een bemiddelende rol kon vervullen in de conflicten die het slachtoffer had met haar gescheiden ouders. Met zijn handelen heeft verdachte op zeer ernstige wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare en afhankelijke positie van het slachtoffer en van het vertrouwen dat zij in hem had. Verdachte heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen directe behoeftebevrediging en is daarbij volledig voorbijgegaan aan het welzijn van het slachtoffer en haar lichamelijke integriteit.
Het is een feit van algemene bekendheid dat door seksueel misbruik de psychische gezondheid van het slachtoffer ernstig kan worden geschaad. Dat het structurele seksuele misbruik grote gevolgen heeft gehad voor het slachtoffer, blijkt uit haar slachtofferverklaring en de onderbouwing van de vordering tot schadevergoeding. Zij heeft PTSS en een intrusief gevoel van onveiligheid wat haar dagelijkse leven sterk belemmert. Ook is er sprake van emotieregulatieproblemen.
Wat het nog eens erger maakt is dat verdachte gedurende een langere tijd kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Het gaat om 3 afbeeldingen van het slachtoffer en 66 afbeeldingen van andere kinderen. Ten aanzien van de afbeeldingen van het slachtoffer geldt dat hij die ook zelf heeft vervaardigd en daarop onder meer de seksuele handelingen te zien zijn die zij bij verdachte verrichte. Verdachte heeft zich daarbij kennelijk niet laten tegenhouden door het feit dat seksueel getinte afbeeldingen van een minderjarige, als deze in de verkeerde handen vallen, nog tot in lengte der dagen in omloop kunnen blijven. Ook dit risico heeft verdachte op de koop toegenomen. Ten aanzien van het bezit van seksuele afbeeldingen met andere (onbekend gebleven) kinderen geldt dat ook die ooit zijn gemaakt, ook al was het niet door verdachte zelf. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen altijd seksueel misbruikt en geëxploiteerd. De rechtbank houdt verdachte medeverantwoordelijk voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Dit soort zedendelicten wordt als uitermate schokkend ervaren in de samenleving. De samenleving is erop ingericht kinderen zo goed mogelijk te beschermen. Dat is bij het slachtoffer door toedoen van verdachte niet gelukt.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 5 september 2023 betreffende verdachte. Daaruit volgt dat verdachte in het verleden nog niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 5 oktober 2023. Omdat verdachte de verdenking volledig ontkent en hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten kan de reclassering geen professioneel oordeel geven wat betreft het inschatten van risico op recidive. De reclassering adviseert daarom om bij een bewezenverklaring aan verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering vindt interventies of toezicht niet nodig.
De op te leggen straf en maatregel
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten, zoals hiervoor is omschreven, mede vanuit een oogpunt van normbevestiging, genoegdoening aan het slachtoffer en algemene en speciale preventie, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of minder zware straf dan een gevangenisstraf. De rechtbank acht de proceshouding van verdachte strafverzwarend. Verdachte heeft tot en met de zitting geen verantwoordelijkheid genomen en alles volledig ontkend en in de schoenen van het slachtoffer geschoven. Ook heeft de rechtbank in strafverzwarende zin meegewogen dat verdachte een jong meisje heeft blootgesteld aan het risico op geslachtsziektes.
De rechtbank zal in verband met de bijzondere preventie een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (dergelijke) strafbare feiten te plegen. Het over een langere periode seksueel misbruik maken van het minderjarige slachtoffer en het vervaardigen en bezit van kinderporno op de telefoon van verdachte zijn factoren die erop kunnen wijzen dat verdachte een seksuele voorkeur heeft voor minderjarigen. Nu de rechtbank op dit punt geen verder inzicht heeft gekregen in de denkwereld van verdachte, zal de rechtbank een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen om recidive te voorkomen.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden.
De rechtbank zal daarnaast aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr opleggen, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer, nu de ontucht over langere periode heeft plaatsgevonden en verdachte doordat de vader van het slachtoffer zijn buurman is, relatief makkelijk met het slachtoffer in aanraking kan komen. De maatregel zal worden opgelegd voor de duur van drie jaren. Hierbij zal de rechtbank bevelen dat voor iedere keer dat verdachte dit contactverbod overtreedt, een vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van zeven dagen, met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de telefoon van verdachte waarop de kinderporno is aangetroffen dient te worden onttrokken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten de Samsung telefoon S20 (SIN-nummer: AANZ4630NL), onttrekken aan het verkeer. Met behulp van dit voorwerp zijn de onder 2 en 3 bewezen verklaarde feiten begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 12.500,-. Dit bedrag bestaat uit een vergoeding van immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering vanwege de bepleite vrijspraak dient te worden afgewezen. Subsidiair heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) komt een benadeelde partij onder meer een vergoeding toe voor immateriële schade als sprake is van lichamelijk letsel en/of wanneer het slachtoffer op andere wijze in de persoon is aangetast.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. De benadeelde partij is slachtoffer van ontuchtige handelingen op zeer jonge leeftijd met voor haar ernstige gevolgen, zoals hiervoor omschreven bij de straf(maat)overweging. Gelet op de aard en de ernst van de normschending liggen de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand dat de rechtbank een aantasting in de persoon aanneemt.
Door de benadeelde partij is in de toelichting bij het verzoek tot schadevergoeding ook onderbouwd waar de psychische gevolgen voor haar uit (hebben) bestaan. Daaruit blijkt onder meer dat zij behandeling bij een psycholoog ondergaat in verband met PTSS.
De rechtbank ziet, mede gelet op schadevergoedingen die doorgaans voor soortgelijke feiten worden toegewezen aanleiding om het gevorderde bedrag te verminderen en zal het door de benadeelde partij gevorderde bedrag gedeeltelijk toewijzen. De rechtbank vindt een bedrag van € 8.000,- billijk en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 1 december 2020 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 8.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 1 december 2020 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 75 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 38v, 57, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde feit niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart de onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
3 (drie) jarenvast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
Vrijheidsbeperkende maatregel
  • legt aan verdachte op de maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van drie jaren;
  • beveelt dat verdachte:
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [2006] te [geboorteplaats 2] ;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel (telkens) wordt vervangen door 7 (zeven) dagen hechtenis, met een totale duur van maximaal van 6 (zes) maanden;
Beslag
- onttrekt het volgende voorwerp aan het verkeer:
een telefoon van het merk Samsung S20 (SIN-nummer: AANZ4630NL);
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 8.000,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 1 december 2020 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
€ 8.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 1 december 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 75 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, voorzitter, mrs. N. van Esch en G.T. Fahner, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. S.Z. Turan en Q.A.A. Sanders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 oktober 2023.
De voorzitter is buiten staat te tekenen.
Bijlage: de tenlastelegging

1

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 18 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door

- de deur op slot te doen en/of [slachtoffer] (fysiek) tegen te houden op het moment dat zij naar

buiten wilde gaan,

- met zijn ene hand haar handen op haar rug vast te houden en/of zijn andere hand voor haar mond te houden,
- haar naar boven te duwen, haar op het bed te gooien en/of haar kleren uit te doen/trekken,
- in haar borst(en) te knijpen,
- zijn hand op/om haar keel te leggen en/of haar keel dicht te knijpen,
- misbruik te maken van zijn fysieke en/of feitelijke overwicht op die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, te brengen en/of te houden, gelet op de kwetsbaarheid en/of de (zeer) jonge leeftijd van die [slachtoffer] en/of
- het (aldus) - ook door het leeftijdsverschil en/of het feitelijk overwicht - doen opleveren, althans doen ontstaan van een zodanige psychische druk dat zij geen weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin zij geen 'nee' kon zeggen, de al dan niet aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer]

, geboren [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten door meermalen, althans eenmaal,

- in de borst(en) van die [slachtoffer] te knijpen en/of de billen en/of de vagina van die [slachtoffer] te betasten,
- een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] te duwen/brengen en/of die [slachtoffer] te vingeren,
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden en/of zich door die [slachtoffer] te laten pijpen,
- zijn, verdachtes, penis te laten betasten en/of zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] ,
- zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden,
- zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden,
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden, althans die [slachtoffer] op de mond te zoenen en/of
- op het gezicht, het bovenlichaam en/of de rug van die [slachtoffer] te ejaculeren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 18 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, met - de al dan niet aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten door meermalen, althans eenmaal,
- in de borst(en) van die [slachtoffer] te knijpen en/of de billen en/of de vagina van die [slachtoffer] te betasten,
- een of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] te duwen/brengen en/of die [slachtoffer] te vingeren,
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden en/of zich door die [slachtoffer] te laten pijpen,
- zijn, verdachtes, penis te laten betasten en/of zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] ,
- zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden,
- zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden,
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] te brengen en/of te houden, althans die [slachtoffer] op de mond te zoenen en/of
- op het gezicht, het bovenlichaam en/of de rug van die [slachtoffer] te ejaculeren;

2

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 18 januari 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal een of meerdere afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende een of meerdere afbeeldingen,
te weten 3 foto's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, (telkens) heeft vervaardigd door, seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - welke bestonden uit:
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die

kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,

- het, door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, likken, in de mond nemen, betasten, vasthouden en/of aanraken van de eikel en/of de penis, althans het geslachtsdeel, van een persoon, met een mobiele telefoon, althans een gegevensdrager en/of technisch hulpmiddel met een opnamefunctie, te filmen en/of te fotograferen en/of op te nemen en/of op te slaan, althans digitaal vast te leggen;

3

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 11 juli 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten 66 foto's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met de penis en/of de mond oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
- het met de mond likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die

kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

- het, door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, met een of

meerdere vingers en/of de mond betasten/aanraken van het geslachtsdeel en/of oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een meerderjarig persoon en/of van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 december 2022, genummerd MDRBC22035 ( [..........] ), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, genummerd pagina 1 tot en met 246. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 54 tot en met 65.
3.Pagina’s 67 tot en met 73.
4.Pagina’s 184-212.
5.Pagina’s 174-183.