ECLI:NL:RBMNE:2023:5587

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
C/16/23/127 R
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Faillissementswet

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoekster, die sinds 11 februari 2022 een Ziektewet-uitkering ontvangt. Het verzoekschrift is behandeld op 16 oktober 2023, waarbij verzoekster en haar schuldhulpverlener aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de eisen van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet en dat er geen gronden voor afwijzing zijn. De rechtbank heeft de inspanningsverplichting van verzoekster beoordeeld, waarbij zij moest aantonen dat zij zich maximaal heeft ingespannen om een zo hoog mogelijke aflossing aan de schuldeisers te realiseren. Dit omvatte onder andere het verrichten van betaalde arbeid of het solliciteren indien fulltime werken niet mogelijk was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster en haar echtgenoot in de periode voorafgaand aan de toelating tot de schuldsanering een gezamenlijk inkomen van € 2.200,63 hadden, met een afloscapaciteit van € 358,91 na aftrek van het vrij te laten bedrag. De rechtbank kon echter niet verifiëren of het maximaal haalbare resultaat was gerealiseerd, omdat er geen inkomstenspecificaties waren overgelegd. Daarom heeft de rechtbank besloten om de aanvangsdatum van de schuldsanering niet op een eerdere datum te bepalen.

In de beslissing heeft de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, de looptijd vastgesteld op 18 maanden, en mr. P.J. Neijt benoemd tot rechter-commissaris. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en is de bewindvoerder belast met het openen van aan de schuldenares gerichte brieven. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G. Konings.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/23/127 R
uitspraakdatum: 24 oktober 2023
uitspraak op grond van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet
( “toepassing schuldsanering”)

enkelvoudige kamer

[verzoekster] ,

wonende [adres]
[woonplaats] ,
verzoekster,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter zitting van 16 oktober 2023. Daarbij is verzoekster gehoord.
Bij deze zitting waren verder aanwezig [schuldhulpverlener] , schuldhulpverlener en [beschermingsbewindvoerder] , beschermingsbewindvoerder.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
Ten aanzien van verzoekster is voldaan aan het bepaalde in artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet. Van een grond voor afwijzing van het verzoek is niet gebleken.
Gelet op artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet duurt de schuldsaneringsregeling normaal 18 maanden. Tot een eerdere aanvangsdatum kan worden overgegaan indien schuldenares, in de fase voorafgaand aan de uitspraak waarbij de schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers eveneens maximaal heeft ingespannen om, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, een zo hoog mogelijke aflossing aan de gezamenlijke schuldeisers te realiseren.
Bij de beoordeling of een schuldenares aan deze inspanningsverplichting heeft voldaan, zal moeten worden aangetoond dat schuldenares in de periode voorafgaand aan de toelating heeft geleefd conform de verplichtingen zoals die ook tijdens de schuldsaneringsregeling op de schuldenaar van toepassing zijn. Dat betekent onder meer dat de schuldenaar ten minste 36 uur per week betaalde arbeid zal moeten hebben verricht, of indien hij niet fulltime heeft gewerkt (aanvullend) heeft gesolliciteerd. Indien (fulltime) werken niet mogelijk was, zal de schuldenaar moeten onderbouwen waarom niet. Ook moet er in de periode voorafgaand aan de toelating maximaal zijn afgedragen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers op grond van een vrij te laten bedrag (vtlb) dat is berekend naar de normen zoals die gelden na toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Verzoekster ontvangt sinds 11 februari 2022 een Ziektewet-uitkering. Vast staat dat verzoekster zich maximaal heeft ingespannen gedurende buitengerechtelijke traject.
Gedurende het buitengerechtelijke traject is volgens de aanvullende gegevens bij het verzoekschrift Wsnp ex art 284 Fw € 1.629,- gespaard. Na de behandeling op 16 oktober 2023 heeft de schuldhulpverlener stukken toegestuurd waaruit blijkt dat verzoekster en haar echtgenoot 12 maal € 272,72 is gespaard. Hoe de schuldhulpverlener deze afdracht heeft berekend is de rechtbank niet duidelijk geworden. Bij het aanbod aan de schuldeisers heeft de schuldhulpverlener vermeld dat het inkomen van verzoekster € 825,30 is en dat van haar echtgenoot € 1.135,01. Uit de bijgevoegde berekening van het Vrij te laten bedrag volgt dat deze € 1.841,72 is. Er zou dus sprake zijn van een maandelijkse afloscapaciteit van € 118,59. De rechtbank kan dit niet controleren nu er geen inkomstenspecificaties zijn overgelegd bij het indienen van het verzoek WSNP. Ook ontbreken er bewijzen van de in de berekening genoemde bedragen. Uit de na de zitting overgelegde uitkeringspecificaties van augustus 2023 volgt dat het gezamenlijke inkomen € 2.200,63 is. Na aftrek van het bekende VTLB is er een afloscapaciteit van € 358,91. Er kan dus niet worden vastgesteld dat het maximaal haalbare resultaat is gerealiseerd ten behoeve van hun gezamenlijke schuldeisers.
Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding om aanvangsdatum van de schuldsanering op een eerdere datum te bepalen.
Gelet op artikel 295 lid 3 van de Faillissementswet.

Beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster] ,
geboren op [geboortedatum] -1980 te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende [adres] , [woonplaats] ,
- benoemt tot rechter-commissaris mr. P.J. Neijt,
en tot bewindvoerder J. Hoogland,
Postbus 845,
1440 AV Purmerend;
- stelt de looptijd van de schuldsaneringsregeling vast op 18 maanden;
- stelt bij wijze van voorschot, bij toereikend boedelactief, het salaris van de bewindvoerder vast op het op grond van artikel 2 van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsaneringsregeling geldende bedrag;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenares gerichte brieven.
dit vonnis is gewezen door mr. G. Konings en is in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.