ECLI:NL:RBMNE:2023:5587
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Faillissementswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoekster, die sinds 11 februari 2022 een Ziektewet-uitkering ontvangt. Het verzoekschrift is behandeld op 16 oktober 2023, waarbij verzoekster en haar schuldhulpverlener aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de eisen van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet en dat er geen gronden voor afwijzing zijn. De rechtbank heeft de inspanningsverplichting van verzoekster beoordeeld, waarbij zij moest aantonen dat zij zich maximaal heeft ingespannen om een zo hoog mogelijke aflossing aan de schuldeisers te realiseren. Dit omvatte onder andere het verrichten van betaalde arbeid of het solliciteren indien fulltime werken niet mogelijk was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster en haar echtgenoot in de periode voorafgaand aan de toelating tot de schuldsanering een gezamenlijk inkomen van € 2.200,63 hadden, met een afloscapaciteit van € 358,91 na aftrek van het vrij te laten bedrag. De rechtbank kon echter niet verifiëren of het maximaal haalbare resultaat was gerealiseerd, omdat er geen inkomstenspecificaties waren overgelegd. Daarom heeft de rechtbank besloten om de aanvangsdatum van de schuldsanering niet op een eerdere datum te bepalen.
In de beslissing heeft de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, de looptijd vastgesteld op 18 maanden, en mr. P.J. Neijt benoemd tot rechter-commissaris. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en is de bewindvoerder belast met het openen van aan de schuldenares gerichte brieven. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G. Konings.