ECLI:NL:RBMNE:2023:5570

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
C/16/555166 /FO RK 23-444
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herstel van gezag en benoeming bijzondere curator in complexe gezinssituatie

In deze zaak hebben de ouders van [minderjarige 1] verzocht om herstel van hun gezag over hun kind, dat al meer dan tien jaar uit huis is geplaatst. De rechtbank heeft op 25 augustus 2023 in Utrecht uitspraak gedaan. De ouders hebben hun verzoek onderbouwd met argumenten, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet voldoen aan de wettelijke criteria voor herstel van gezag. De ouders zijn niet duurzaam in staat om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] te dragen. De rechtbank constateert dat [minderjarige 1] een jongen is met gedragsproblemen en dat de ouders hem onbedoeld belasten met hun strijd tegen de jeugdzorg. De rechter benoemt daarom ambtshalve een bijzondere curator om [minderjarige 1] te ondersteunen in deze complexe situatie. De bijzondere curator moet de belangen van [minderjarige 1] behartigen en hem helpen omgaan met de situatie. De ouders worden in hun verzoeken afgewezen en moeten hun eigen proceskosten betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als de ouders in beroep gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/555166 / FO RK 23-444
Herstel van gezag en ambtshalve benoeming bijzondere curator
Beschikking van 25 augustus 2023
in de zaak van:
[vader] en [moeder],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de ouders,
advocaat mr. V.K.S. Deetman,
tegen
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
hierna te noemen: de voogd,
gevestigd in Amsterdam-Zuidoost,
de rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[pleegouder 1] en [pleegouder 2],
wonende op een geheim adres,
hierna: de pleegouders.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift van de ouders met bijlagen, binnengekomen op 30 maart 2023;
  • de brief met bijlagen van de ouders van 13 april 2023;
  • de brief met bijlagen van de ouders van 15 juni 2023;
  • de brieven met bijlagen van de ouders van 4 juli 2023;
  • een wijziging van het verzoek van de ouders van 4 juli 2023;
  • de brief met bijlagen van de voogd van 4 juli 2023;
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van
7 juli 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
  • [A] , namens de Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland (hierna: de raad);
  • [B] en [C] , namens de voogdij-instelling;
  • [pleegouder 1] , de pleegvader van [minderjarige 1] .
1.3.
De voogd heeft tijdens de zitting spreekaantekeningen overgelegd. Dat geldt ook voor de pleegvader.
1.4.
De rechter heeft aan [minderjarige 1] , gevraagd wat hij van het verzoek vindt. [minderjarige 1] heeft op
4 juli 2023 met de rechter gesproken.

2.Waar gaat de procedure over?

2.1.
De ouders zijn met elkaar getrouwd. Zij hebben samen twee kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats 2] .
2.2.
[minderjarige 2] woont bij de ouders en de ouders hebben het gezag over haar.
2.3.
[minderjarige 1] is voor het eerst op 13 september 2012 voor het eerst onder toezicht gesteld van de GI en uit huis geplaatst. Bij beschikking van 9 april 2015 is het gezag van de ouders beëindigd.
2.4.
[minderjarige 1] woont sinds februari 2013 in het huidige pleeggezin van mevrouw [pleegouder 2] en de heer [pleegouder 1] .
2.5.
De ouders verzoeken, na wijziging van hun verzoeken, de rechtbank om:
I. de ouders te herstellen in het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] ;
II.
primair:nadat de in punt 64 van het verzoekschrift opbouwende contactregeling is aangevangen en zoveel langer als nodig is zal worden uitgevoerd en nader zal worden uitgebreid (en ouders zijn hersteld in het gezag) [minderjarige 1] zijn hoofdverblijfplaats bij ouders zal hebben, dan wel een zodanige opbouwregeling als de rechtbank noodzakelijk acht;
subsidiair:als de rechtbank van oordeel is dat [minderjarige 1] niet zijn hoofdverblijfplaats bij zijn ouders kan hebben, te bepalen dat toegewerkt wordt naar een contactregeling waarbij [minderjarige 1] eens in de twee weken een weekend bij zijn ouders verblijft zonder begeleiding, dan wel een zodanige omgangsregeling als de rechtbank geraden acht.

3.De beoordeling

3.1.
De rechter zal de verzoeken van de ouders afwijzen en ambtshalve een bijzondere curator benoemen. Deze beslissingen worden hierna uitgelegd.
Herstel van het gezag3.2. De rechter kan de ouders, van wie het gezag over hun kind is beëindigd, op hun verzoek in het gezag herstellen als dat in het belang van het kind is en de ouders duurzaam in staat zijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind te dragen.
3.3.
De rechter is van oordeel dat niet aan deze wettelijke vereisten wordt voldaan. De ouders hebben namelijk niet, of onvoldoende, onderbouwd dat zij duurzaam in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen.
3.4.
Uit de stukken en dat wat is besproken tijdens de zitting blijkt dat [minderjarige 1] een jongen is die al veel heeft meegemaakt. Hij heeft wat wordt genoemd een verzwaarde opvoedvraag. De pleegvader heeft uitgelegd dat [minderjarige 1] gedragsproblemen heeft. Dat uit zich zo nu en dan bijvoorbeeld in agressie. [minderjarige 1] gaat naar het speciaal onderwijs, en binnen dat onderwijs zit hij op een speciale groep. Hij heeft thuis een vaste routine en duidelijke kaders nodig en kan heel zelfbepalend zijn. Door trauma triggers kan [minderjarige 1] vrij plotseling terugvallen in gedrag van een driejarige, maar met het fysiek van een puber. Een zomerkamp of een oppas zijn om die reden niet haalbaar gebleken voor [minderjarige 1] . De pleegvader heeft verder uitgelegd dat de ouders van [minderjarige 1] goede intenties hebben, maar dat zij niet zien hoe zwaar zij [minderjarige 1] belasten met de strijd met ‘jeugdzorg’ die zij al jaren voeren. Ze betrekken [minderjarige 1] daar actief in. [minderjarige 1] wordt door hen in een onmogelijke positie gebracht en heeft een dubbele loyaliteit.
3.5.
De ouders hebben in hun lijvige verzoekschrift en de toelichting daarbij uitgebreid en gedetailleerd uiteengezet dat zij vanaf de ondertoezichtstelling zwart zijn gemaakt en door het slijk zijn gehaald. Tot op de dag van vandaag ervaren zij dat zo. Dat, terwijl er in 2012 problemen waren vanwege een conflict op de camping waar ouders met [minderjarige 1] woonden, maar er geen reden was tot zorg over de manier waarop zij voor [minderjarige 1] zorgden. Vervolgens hebben, heel kort gezegd, de fouten zich opgestapeld bij de GI en de Raad, waardoor ouders en [minderjarige 1] nu zijn waar ze zijn.
3.6.
De rechter is van oordeel dat de ouders met hun uiteenzetting niet, of onvoldoende hebben onderbouwd dat zij in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] duurzaam te dragen. Zij vinden dat [minderjarige 1] destijds niet uit huis geplaatst had mogen worden, en dat [minderjarige 1] ook nu nog bij hen hoort. Dat is natuurlijk heel invoelbaar. Tegelijkertijd is de rechter van oordeel dat de ouders daarmee geen recht doen aan [minderjarige 1] . Zij zien niet dat [minderjarige 1] een beschadigde jongen is, die bijzonder veel vraagt van zijn opvoeders. Zij zien ook niet dat [minderjarige 1] juist belast wordt met de continue strijd met de voogd waarin zij hem blijven betrekken. De rechter is het eens met de voogd: de ouders stellen het belang van [minderjarige 1] niet voorop. Ook al vinden zij dat ze dat wel doen, en geloven zij ook oprecht dat zij dit doen. In andere woorden: het is geen onwil, maar onmacht van de ouders. Hoewel het van groot belang is dat [minderjarige 1] niet wordt belast met volwassenzaken, is dit in de afgelopen jaren wel structureel gebeurd. Een voorbeeld hiervan is de betrokkenheid die de ouders hebben gehad bij het opstellen van de brief van [minderjarige 1] aan de rechter. De pleegvader heeft ter zitting uitgelegd dat de spanning de afgelopen periode bij [minderjarige 1] merkbaar is. Dit heeft er volgens de pleegvader (mede) toe geleid dat er een geweldsincident op school heeft plaatsgevonden, waardoor [minderjarige 1] enkele dagen geschorst is geweest.
3.7.
Dat is een heel verdrietige situatie, voor iedereen. Het maakt ook dat de ouders naar het oordeel van de rechter onvoldoende zien wat [minderjarige 1] qua opvoeding en verzorging nodig heeft. Daarbij komt dat [minderjarige 1] inmiddels al meer dan tien jaar bij de pleegouders woont. Hij is ook aan de pleegouders gehecht en loyaal aan hen. Bij pleegouders kan hij in principe blijven tot hij volwassen is. Gelet op de problematiek en kwetsbaarheden van [minderjarige 1] vindt de rechter het doorbreken van de huidige stabiele en voorspelbare situatie niet ook niet in zijn belang. Voorkomen moet worden dat zijn ontwikkeling opnieuw in gevaar komt. Ook het feit dat de ouders wel voor [minderjarige 2] zorgen en dat er ten aanzien van haar geen jeugdbeschermingsmaatregelen zijn getroffen betekent ten slotte naar het oordeel van de rechter niet dat de ouders ook duurzaam de opvoeding en zorg voor [minderjarige 1] kunnen dragen. [minderjarige 2] heeft een minder specifieke opvoedvraag dan [minderjarige 1] .
3.8.
Dat de ouders niet hersteld worden in het gezag, betekent niet dat zij niet belangrijk zijn in het leven van [minderjarige 1] . Zij blijven zijn ouders en het is in het belang van [minderjarige 1] dat zij regelmatig contact met elkaar hebben en dat [minderjarige 1] een goede band heeft met hen kan onderhouden, als dat voor [minderjarige 1] niet te belastend is. [minderjarige 1] wil zijn ouders ook graag zien. Voor zover de ouders hebben bedoeld om ook een uitbreiding van de omgang te verzoeken wanneer zij niet worden hersteld in het gezag wijst de rechter dat verzoek af, omdat onvoldoende is gebleken dat een uitbreiding van de huidige omgangsmomenten nu in het belang van [minderjarige 1] is. Wel vindt de rechter dat de voogd steeds moet blijven onderzoeken of de contactmomenten nog passend zijn en of dit op een andere wijze vormgegeven moet worden.
Bijzondere curator3.9. De rechter kan op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen. Dat kan wanneer in aangelegenheden die de verzorging en opvoeding of het vermogen van het kind betreffen, de belangen van de met gezag belaste ouders dan wel de voogd in strijd zijn met die van het kind. De rechter moet die benoeming bovendien in het belang van het kind noodzakelijk achten. Daarbij neemt de rechter in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking.
3.10.
De rechter benoemt ambtshalve een bijzondere curator voor [minderjarige 1] . Weliswaar is er strikt genomen geen strijd tussen de belangen van de voogd en die van [minderjarige 1] , maar de situatie waarin [minderjarige 1] zich bevindt – met zijn ouders, voogd en pleegouders – is voor hem bijzonder ingewikkeld. Die indruk kreeg de rechter ook tijdens het gesprek met [minderjarige 1] en tijdens de zitting. Duidelijk is dat de ouders zich niet zullen neerleggen bij de situatie zoals die is, en vermoedelijk blijven zij [minderjarige 1] daarmee onbedoeld maar wel actief belasten. Dat plaatst [minderjarige 1] in een onmogelijke situatie die hem verscheurt. De rechter maakt zich dan ook grote zorgen om de loyaliteitsproblematiek bij [minderjarige 1] . Hij is loyaal naar zijn ouders en naar zijn pleegouders. Zeker omdat deze situatie vermoedelijk niet zal veranderen, vindt de rechter dat er iemand moet zijn die alleen naar de belangen van [minderjarige 1] kijkt, en die hem kan helpen om zich in deze lastige situatie staande te houden en om niet op zijn schouders te nemen wat daar niet thuis hoort. De rechter heeft goede hoop dat [minderjarige 1] zijn zorgen en verhalen kwijt kan bij een bijzondere curator en dat deze hem kan helpen. Ook kan een bijzondere curator de ouders uitleg geven over de manier waarop zij [minderjarige 1] kunnen ontlasten en hen daarbij handvatten geven. Om die redenen benoemt de kinderrechter een bijzondere curator voor [minderjarige 1] .
3.11.
De bijzondere curator wordt verzocht door middel van gesprekken met [minderjarige 1] , de ouders, de pleegouders, de voogd en eventueel derden aan deze opdracht te voldoen. De ouders dienen hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van alle door de bijzondere curator relevant geachte informatie.
3.12.
De rechter zal mw. mr. M. van Harskamp, tot bijzondere curator benoemen. Zij heeft zich ook bereid verklaard om tot bijzondere curator te worden benoemd.
3.13.
De rechter geeft de bijzondere curator de opdracht om [minderjarige 1] te begeleiden en te ondersteunen in de complexe gezinssituatie. De rechter verzoekt de bijzondere curator om [minderjarige 1] te helpen om te leren omgaan met de situatie en de bijbehorende gevoelens, hem daarbij weerbaar te maken, en hoe hij zijn eigen stem kan laten horen. Verder verzoekt de kinderrechter de bijzondere curator om de ouders te begeleiden bij het makkelijker maken van de situatie voor [minderjarige 1] . De rechter geeft de bijzondere curator verder de opdracht om [minderjarige 1] te vertegenwoordigen in eventuele toekomstige juridische procedures gedurende de looptijd van de benoeming.
3.14.
Om ervoor te zorgen dat de bijzondere curator zo goed mogelijk haar werk kan doen, moet de rechtbank alle relevante stukken uit het dossier, alsmede de contactgegevens van de ouders, naar de bijzondere curator versturen. De rechtbank zal de volgende relevante stukken sturen naar de bijzondere curator:
  • het verzoekschrift van de ouders met bijlagen, binnengekomen op 30 maart 2023;
  • de brief met bijlagen van de ouders van 13 april 2023;
  • de brief met bijlagen van de ouders van 15 juni 2023;
  • de brieven met bijlagen van de ouders van 4 juli 2023;
  • een wijziging van het verzoek van de ouders van 4 juli 2023;
  • de brief met bijlagen van de voogd van 4 juli 2023;
  • de tijdens de zitting overgelegde reactie van de pleegvader;
  • de tijdens de zitting overgelegde reactie van de voogd.
3.15.
De rechtbank wijst de partijen erop dat zij de verplichting hebben aan de door de bijzondere curator in het kader van de aan haar ten deze verstrekte opdracht te geven instructies gevolg te geven, en de bijzondere curator in staat te stellen in contact met [minderjarige 1] te treden. Alleen op verzoek van de bijzondere curator mogen de partijen zelf stukken aan de bijzondere curator verstrekken.
3.16.
De rechter zal de bijzondere curator voor een jaar benoemen. Indien de bijzondere curator na dat jaar het wenselijk acht haar taken voort te zetten, kan zij daartoe een gemotiveerd verzoek bij de rechtbank doen. De bijzondere curator wordt verzocht
uiterlijk 25 augustus 2024of zoveel eerder als mogelijk is aan de rechtbank een beknopt schriftelijk verslag uit te brengen, namelijk een korte update over [minderjarige 1] , en daarbij te laten weten of haar taak is volbracht of zij langer de tijd nodig heeft.
Brief aan [minderjarige 1]3.17. Tegelijk met de beschikking stuurt de rechter een brief aan [minderjarige 1] om hem te informeren over haar beslissingen en die uit te leggen. In die brief is het volgende opgenomen:
“Beste [minderjarige 1] ,
Het is alweer een tijd geleden dat wij elkaar spraken bij de rechtbank. We spraken toen af dat ik jou een brief zou sturen als ik een beslissing had genomen over wat jouw ouders hebben gevraagd. Daarom stuur ik je nu deze brief.
Ik heb besloten dat er niks verandert in de situatie zoals die is. Jij blijft dus bij je pleegouders, en de voogd blijft de beslissingen over jou nemen. Ik heb gezien en gehoord dat jouw ouders heel erg graag willen dat je weer bij hen komt wonen. Dat begrijp ik natuurlijk wel. Maar voor jou vind ik het beter als het blijft zoals het is. Ook al ga je dus niet bij je ouders wonen, het is natuurlijk wel belangrijk dat je hen blijft zien. Dat staat ook helemaal los van mijn beslissing.
Wat ik ook heb gezien, is dat de situatie voor jou best heel ingewikkeld is. Je hebt je ouders, die vaak tegen je zeggen dat ze je missen en dat jij bij hen hoort. Je hebt je pleegouders, bij wie je woont en bij wie je het goed hebt. En je hebt je voogd, die beslissingen over jou neemt. Al die volwassenen vinden het heel belangrijk dat het goed met jou gaat. Maar ze zijn het ook heel vaak niet eens over wat het beste voor jou is. Daar is vaak gedoe over. Ook voor jou levert dat spanning op, meer dan ik goed vind.
Ik gun jou dat er iemand is die er echt alleen voor jóu is. Iemand die er alleen is voor jóuw belang en niet voor het belang van alle volwassenen om je heen. Iemand bij wie jij kan vertellen hoe het voor jou is om in deze situatie te zitten. Die jou kan helpen om het voor jou wat makkelijker te maken. En die de volwassenen uitlegt hoe zij jou kunnen helpen om het voor jou wat makkelijker te maken. Zo iemand is een bijzondere curator. Ik heb besloten om voor jou een bijzondere curator te benoemen voor het komende jaar. Zij gaat met jou praten, met je ouders, pleegouders en de voogd, en misschien nog met anderen. Ik hoop dat zij jou goed kan helpen.
Ik hoop dat het voor jou duidelijk is welke beslissingen ik heb genomen en waarom ik die heb genomen. Ik wens je veel succes met het nieuwe schooljaar en natuurlijk veel plezier met gamen!”
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.18.
De rechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de ouders hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
De kosten van deze procedure
3.19.
De rechter zal beslissen dat iedere ouder de eigen proceskosten betaalt, omdat zij geen reden ziet om één van de ouders in de proceskosten te veroordelen.
Hierna volgt de beslissing. De rechter gebruikt daar de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
benoemt tot bijzondere curator over [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2009:
mw. mr. M. van Harskamp, kantoorhoudende aan de Emmalaan 35 in Utrecht
en verzoekt de bijzondere curator om uiterlijk
25 augustus 2024een beknopt schriftelijk verslag uit te brengen, namelijk een korte update over [minderjarige 1] , en daarbij te laten weten of haar taak is volbracht of zij langer de tijd nodig heeft;
4.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst de verzoeken van de ouders af;
4.4.
bepaalt dat de ouders hun eigen proceskosten betalen.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. T. Dopheide, (kinder)rechter in samenwerking met mr. J. Veldthuis, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.