In deze zaak heeft de stichting Noorderpoort, gevestigd in Groningen, een geschil met [gedaagde] B.V. over de terugvordering van inschrijfgeld voor een evenement. Medewerkers van Noorderpoort hadden zich aangemeld voor een evenement dat door [gedaagde] werd georganiseerd, maar annuleerden hun deelname kort voor het evenement. Volgens de algemene voorwaarden van [gedaagde] was Noorderpoort 50% van het inschrijfgeld verschuldigd. Partijen kwamen overeen dat de deelname zou worden 'doorgeschoven' naar een volgende editie van het evenement, maar deze edities werden door [gedaagde] geannuleerd.
Noorderpoort vorderde volledige restitutie van het inschrijfgeld, omdat de medewerkers niet aan het evenement hebben kunnen deelnemen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] Noorderpoort 50% van het betaalde bedrag moest terugbetalen. De rechter legde uit dat de afspraak over 'kosteloos doorschuiven' niet betekende dat Noorderpoort recht had op volledige terugbetaling, aangezien het ging om een voucher voor deelname aan een volgend evenement en niet om deelname aan een specifiek evenement.
De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 4.390,00, wat 50% van het betaalde inschrijfgeld vertegenwoordigt, plus wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten van € 564,00 toegewezen, evenals de proceskosten van € 1.306,29. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.