Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
een jeugddetentie van twee maanden;
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- meewerkt aan onderzoek en indien nodig behandeling bij De Waag (of een soortgelijke instelling), zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- meewerkt aan hulpverlening vanuit Stichting Kommak, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- onderwijs volgens het schoolrooster volgt;
een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 100 uren;
- met een (deels) afgedekt gezicht het [bedrijf] heeft betreden, en/of
- (vervolgens) een mes aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of
- aan die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "dit is een overval", en/of
- een rugtas heeft opengemaakt en/of deze rugtas op de toonbank heeft gelegd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.