In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de [verzoekster] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de [verweerder]. De [verzoekster] heeft aangevoerd dat de [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door zijn nevenwerkzaamheden en neveninkomsten niet te melden bij zijn werkgever, en door niet te zorgen voor transparantie over mogelijke belangenverstrengeling met zijn leidinggevende. De [verweerder] was in dienst als jurist en had nevenwerkzaamheden verricht voor [bedrijf 1], waar hij vergoedingen voor ontving zonder dit te melden aan de [verzoekster]. De kantonrechter oordeelde dat de [verweerder] zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat dit heeft geleid tot een schending van de vertrouwensrelatie tussen partijen. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 november 2023 en geoordeeld dat de [verweerder] geen recht heeft op een transitievergoeding vanwege zijn ernstig verwijtbare handelen. Tevens is de [verweerder] veroordeeld in de proceskosten van de [verzoekster].