ECLI:NL:RBMNE:2023:5445

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
16/275472-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervoer en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid cocaïne met rechtmatige doorzoeking

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren en voorhanden hebben van bijna 14 kilogram cocaïne. De verdachte werd op 25 oktober 2022 aangehouden in een Volkswagen Caddy, waarin de cocaïne in een verborgen ruimte was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking van het voertuig rechtmatig was, gebaseerd op een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit, voortkomend uit eerdere opsporingsinformatie en de antecedenten van de verdachte. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 3 jaren geëist, wat de rechtbank uiteindelijk ook oplegde, rekening houdend met de ernst van het feit en de impact van harddrugs op de samenleving. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de doorzoeking onrechtmatig was en concludeerde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne. De rechtbank verklaarde het tenlastegelegde bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 36b, 36c en 36d van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/275472-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 februari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres: [adres] , [woonplaats] ,
thans verblijvende: P.I. [verblijfplaats] te [vestigingsplaats] ,
(hierna: verdachte).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 februari 2023 en 13 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E. ter Braak en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. T.G.M. Houben, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 25 oktober 2022 in arrondissement Utrecht 13,99 kilogram cocaïne opzettelijk heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde.
De rechtbank vindt – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen, opgenomen in bijlage II [1] – bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewezenverklaarde (zie paragraaf 5). Hieronder zal de rechtbank waar nodig uitleggen waarom zij dat vindt en ingaan op de standpunten van de officier van justitie en de verweren van de verdediging, een en ander voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen.
Redelijk vermoeden van schuld en rechtmatige doorzoeking
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de startinformatie geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit kon worden ontleend en dat de daarop volgende doorzoeking van het voertuig daarom onrechtmatig heeft plaatsgevonden. Deze onrechtmatige doorzoeking levert volgens de verdediging een vormverzuim op, als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: WvSv), wat volgens de raadsman dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de resultaten van de doorzoeking.
Op grond van het procesdossier stelt de rechtbank vast dat de startinformatie, afkomstig uit een ander opsporingsonderzoek, het volgende inhield:
in een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 1] wordt vermoedelijk een partij verdovende middelen en/of contant geld en/of vuurwapen(s) vervoert. Dit voertuig rijdt op de A2 in de richting van Utrecht. Uit de startinformatie werden dus de volgende concrete gegevens bekend:
het type voertuig waarin gereden zou worden, inclusief kenteken, de locatie waar het voertuig (ongeveer) zou rijden en dat het voertuig vermoedelijk vuurwapens, verdovende middelen en/of geld zou bevatten. De politie wordt vervolgens geïnformeerd over het feit dat verdachte bestuurder zou zijn van dit voertuig en dat verdachte meerdere antecedenten heeft met betrekking tot het bezit van vuurwapens, handel in harddrugs en bedreiging. Verdachte bleek ook daadwerkelijk bestuurder en enige inzittende van het voertuig te zijn.
De rechtbank is van oordeel dat op het moment van doorzoeking van de Volkswagen Caddy (op grond van artikel 96b WvSv) op basis van de concrete startinformatie die werd versterkt, in combinatie met de informatie over de antecedenten van verdachte, er wel degelijk sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit (als omschreven in artikel 67 lid 1 WvSv). De rechtbank stelt dan ook vast dat de doorzoeking van het voertuig rechtmatig was en dat er dus geen sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Beschikkingsmacht en wetenschap
Om tot een bewezenverklaring van het opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van een grote hoeveelheid cocaïne te kunnen komen moet verdachte beschikkingsmacht over en wetenschap van dit verboden middel hebben gehad.
In de Volkswagen Caddy is in een verborgen ruimte bijna veertien kilogram cocaïne aangetroffen. Deze hoeveelheid cocaïne vertegenwoordigt naar algemene ervaringsregels een enorme straatwaarde. Alleen al gelet hierop is het niet aannemelijk dat de eigenaar van deze cocaïne, met alle risico’s van dien, een onwetende derde hiermee laat rondrijden met een ander doel dan het vervoeren van die cocaïne.
Verdachte was bovendien bestuurder en enig inzittende van de auto. De bestuurder van een voertuig is verantwoordelijk voor de inhoud daarvan en wordt verondersteld te weten wat hij vervoert. De rechtbank is van oordeel dat van verdachte onder deze omstandigheden een verklaring mag worden verlangd over het gebruik van de auto en de inhoud daarvan.
Verdachte heeft bij de politie niks (inhoudelijks) verklaard. Bij de rechter-commissaris heeft hij gezegd dat hij de auto had geleend, maar zegt hij niet van wie. Verdachte heeft pas ter terechtzitting verklaard dat hij de Volkswagen Caddy eerder op de dag heeft opgehaald bij [A] . De auto staat op naam van deze [A] . Deze verklaring komt niet overeen met die van [A] . Zo heeft verdachte verklaard dat hij die ochtend de auto met sleutels bij [A] in Wormer heeft opgehaald, terwijl [A] bij de politie heeft verklaard dat hij de auto sinds september 2022 niet meer in zijn bezit heeft gehad. Verder verklaart [A] niet dat hij de auto heeft uitgeleend aan verdachte en verklaart dat hij niet weet wie op 25 oktober 2022 beschikte over de auto. Verdachte verklaart verder dat hij met een vaste groep koeriers van zes personen auto’s aan elkaar uitleent om koeriersklussen toe doen, terwijl [A] zegt dat hij geen idee heeft wie de auto gebruikt.
Het scenario dat door verdachte wordt geschetst, waarbij een dergelijke hoeveelheid cocaïne, met een aanzienlijke straatwaarde, zonder meer meegegeven wordt zonder dat verdachte daarvan op de hoogte is, acht de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is. Gelet op al deze feiten in onderling verband en samenhang bezien, tezamen met het ontbreken van een aannemelijke verklaring van verdachte, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de verborgen ruimte en de aangetroffen verdovende middelen in de auto en als bestuurder van de auto ook de beschikkingsmacht daarover. De rechtbank zal verdachte dan ook veroordelen voor het tenlastegelegde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 25 oktober 2022 te arrondissement Utrecht, opzettelijk heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad, 13.99 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van de duur van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak verzocht van het tenlastegelegde.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid harddrugs, namelijk 14 kilo cocaïne. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Door het voorhanden hebben van dergelijke middelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek. Met zijn handelen heeft verdachte geen acht geslagen op de mogelijke negatieve gevolgen voor anderen.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het voor handen hebben van een dergelijke hoeveelheid cocaïne uit van een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Gelet op de eis van de officier van justitie, wijkt de rechtbank in het voordeel van verdachte af van de oriëntatiepunten en legt aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het contante geld verbeurd moet worden verklaard, het voertuig en de verdovende middelen moeten worden onttrokken aan het verkeer (dan wel subsidiair dat het voertuig verbeurd moet worden verklaard) en de overige goederen terug moeten naar verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de inbeslaggenomen goederen. De verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank teruggave moet gelasten van het contante geld.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten het voertuig (met verborgen ruimte) en de verdovende middelen, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Bovendien is het strafbare feit met deze voorwerpen begaan.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet vast is komen te staan dat het contante geld, op welke wijze dan ook, betrekking heeft op het tenlastegelegde. De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het geld en alle overige in beslag genomen voorwerpen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36c en 36d van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2 en 10 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 3 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • Bestelauto met kenteken [kenteken 1] (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3065572, Wit, merk: VOLKSWAGEN, Met sleutels);
  • Cocaïne (14 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3065657 14 PAKKETTEN VAN ONGEVEER 2-2.5 KILO P/ST MET GORILLA-LOGO);
  • Verdovende middelen (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3066029 AANGETROFFEN IN ROOD/WITTE ZAK IN VOERTUIG);
  • Verdovende middelen (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3066043 WIT/GEEL POEDER AANGETROFFEN IN ZWARTE TAS IN AUTO);
  • Verdovende middelen (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3066046 ZAKJE MET ICE KRISTALLEN UIT ZWARTE TAS UIT AUTO);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • Contant geld (463,3 EUR IBG 25-10-2022, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3065703);
  • Sleutelbos (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3065695 Sleutelbos met 4 sleutel en TAG, FIAT);
  • Portofoon (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3065699, Zwart, merk: ICOM);
  • Administratie (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433 10 1 STK Portemonnee (Omschrijving: PL0900-2022316433-G3083140, ZWART, merk: CALVIN KLEIN);
  • Simkaart (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090357, LEBARA);
  • Sleutel (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090358 klein sleuteltje);
  • Pas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090369 [rekeningnummer 1] , ING BANK);
  • Pas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090370 [rekeningnummer 2] , KNAB);
  • Kentekenbewijs deel I (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090372 [kenteken 2] );
  • Tankpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090375 7064186060337060049, ESSO);
  • Klantenpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090376 PRIVILEGE PAS, ICI PARIS);
  • Klantenpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090378 MARCO'S GYM);
  • Klantenpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090381 BASIC-FIT, BASIC-FIT);
  • Afvalpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090387, HVC);
  • Vispas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090389 VISPAS 2022 ZAANDAM);
  • Vispas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090390 VISPAS 2022 HOORN);
  • Zorgpas (1 STK, Omschrijving: PL0900-2022316433-G3090391, UMC).
Dit vonnis is gewezen door H.A. Brouwer, voorzitter, mrs. A.A.T. Werner en A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 februari 2023.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 oktober 2022 te arrondissement Utrecht, althans in
Nederland opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk
aanwezig heeft gehad, ongeveer 13.99 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van
een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet )
Bijlage II: de bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 25 oktober 2022 was ik bestuurder en enig inzittende van de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 1] . Met deze auto ben ik via de rijkswegen A2 en A27 gereden vanuit Wormer naar Werkendam.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2022, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Op 25 oktober 2022 kregen po1itiecollega’s een melding van een voertuig, zijnde een Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Wij stelden een nader onderzoek in naar het voornoemde voertuig en doorzochten het op basis van artikel 96b Wetboek van Strafvordering. [2] Wij zagen dat de bodemplaat in de laadruimte van de voornoemde Volkswagen Caddy in stukken was gedeeld. Ik forceerde middels een breekijzer de bodemplaat.
Wij zagen dat er in deze ruimte veertien (14) pakketten lagen. Wij konden de pakketten als volgt omschrijven: Zwart van kleur, ingewikkeld in doorzichtige tape;
Afbeelding van een gorilla, welke rood en blauw van kleur was. [3]
Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagname van 25 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Datum: 25 oktober 2022
Goednummer: PL0900-2022316433-3065657
Object: verdovende middelen (cocaïne crack)
Bijzonderheden: 14 pakketten met gorilla-logo [4]
Een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 26 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
Goednummer: PL0900-2022316433-3065657
Aantal: 14
Omschrijving: blokken met gorilla op verpakking [5]
Relatie met SIN: AALZ3539NL
Gewicht netto: 13990 gram [6]
Een geschrift, te weten een rapport NFiDENT, van 26 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk: AALZ3539NL
Conclusie: bevat cocaïne [7]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte gemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn, tenzij anders vermeld, als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 8 december 2022 (pagina 75 tot en met 226), genummerd 2022316433 B, opgemaakt door de politie-eenheid Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 4.
3.Pagina 5.
4.Pagina 120.
5.Pagina 132.
6.Pagina 133.
7.Een geschrift, te weten een rapport NFiDENT, van 26 oktober 2022, opgemaakt door ing. F. Wallace, pagina 58.