ECLI:NL:RBMNE:2023:5402

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
16.316992.22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak van plegen van ontuchtige handelingen met minderjarige meisjes wegens onvoldoende steunbewijs

Op 13 oktober 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 29 september 2023, waar de officier van justitie, mr. R.E. Craenen, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.P. Poppe, hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte ernstige beschuldigingen, waaronder seksueel binnendringen van de lichamen van de slachtoffers, die op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijsvoering in deze zedenzaken vaak afhankelijk is van de verklaringen van de slachtoffers, zonder dat er getuigen zijn die de gebeurtenissen kunnen bevestigen. In deze zaak ontbrak het aan voldoende steunbewijs voor de verklaringen van de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende werden ondersteund door ander bewijs, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten.

Als gevolg hiervan heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van alle beschuldigingen. De benadeelde partijen, vertegenwoordigd door hun wettelijk vertegenwoordigers, hebben vorderingen ingediend, maar deze zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.316992.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 oktober 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. R.E. Craenen en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. D.P. Poppe, advocaat te Kampen, alsmede de advocaat van de benadeelde partijen, mr. P. van der Geest, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
1 primair:in de periode van 20 december 2016 tot en met 19 december 2020 te Emmeloord, meermalen met een kind, te weten [kind 1] , geboren op [2008] , die toen nog geen twaalf jaar was, handelingen heeft verricht die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [kind 1] ,subsidiairten laste gelegd als het plegen van ontuchtige handelingen toen zij de leeftijd vanzestien jaren nog niet had bereikt.
2 primair:in de periode van 20 december 2020 tot en met 1 mei 2021 te Emmeloord, meermalen met voornoemde [kind 1] , geboren op [2008] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [kind 1] ,subsidiairten laste gelegd als het plegen van ontuchtige handelingen met die [kind 1] toen zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.
3:in de periode van 1 april 2020 tot en met 26 april 2020 te Emmeloord, meermalen met een kind, te weten [kind 2] , geboren op [2013] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal vrijgesproken dient te worden van de aan hem ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen - Bewijs in zedenzaken
Zedenzaken worden vaak gekenmerkt door één-op-één-verklaringen; het is het woord van het (vermeende) slachtoffer (hierna: slachtoffer of slachtoffers) tegen dat van verdachte. Getuigen van hetgeen er volgens het slachtoffer is gebeurd, zijn er doorgaans niet. Ook in deze zaak gaat het voorgaande op: er zijn geen getuigen van de gebeurtenissen waarover de slachtoffers hebben verklaard.
Uit de wet volgt dat de rechtbank het bewijs dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, niet alleen kan baseren op de verklaring van één getuige. Daarom mag de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komen als de door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en deze verklaring onvoldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Naast de aangifte is er dus steunbewijs nodig. Hiervoor is niet voldoende dat getuigen verklaren over wat het veronderstelde slachtoffer hen over de gebeurtenissen heeft verteld, omdat de bron van die verklaring dan nog steeds diezelfde getuige is. Vereist is verder niet dat de ontuchtige handelingen zelf bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar genoeg is wanneer een verklaring op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd.
Nadere overwegingen en beoordeling
In deze zaak hebben twee minderjarige slachtoffers verklaringen afgelegd over het plegen van – kort gezegd – ontuchtige handelingen door verdachte bij/met hen. Uit het dossier – en ook overigens – kan niet worden opgemaakt dat deze slachtoffers elkaar kennen dan wel wetenschap hebben van elkaars afgelegde verklaringen of hun verhaal. Dit kan als opvallend geclassificeerd worden. Maar ook dan geldt dat de feiten en omstandigheden waarover elk van de slachtoffers hebben verklaard over wat verdachte met/bij hen zou hebben gedaan, voldoende ondersteund moeten worden door ander bewijsmateriaal om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Ten aanzien van zowel de feiten 1 en 2 (slachtoffer [kind 1] ) als feit 3 (slachtoffer [kind 2] ) geldt naar het oordeel van de rechtbank dat de verklaringen van deze slachtoffers over de ontuchtige handelingen, onvoldoende worden ondersteund door ander bewijsmateriaal. Alle andere verklaringen en/of stukken in het dossier, waarop de officier van justitie ook heeft gewezen in zijn requisitoir, zijn te herleiden tot dezelfde bron en betreffen in die zin verklaringen ‘van horen zeggen’, namelijk van het slachtoffer. Tegenover deze verklaringen van de slachtoffers staat de ontkennende verklaring van verdachte, die daar stellig in is. In de verklaring van verdachte kan geen ondersteuning worden gevonden voor het plegen van de ontuchtige handelingen waarvan hij wordt beschuldigd. Evenmin kunnen de verklaringen van de twee aangevers in elkaars zaak gebruikt worden als schakelbewijs, daarvoor lopen hun verklaringen te veel uiteen.
Hierdoor is de verklaring van slachtoffer [kind 1] (feiten 1 en 2) op zichzelf blijven staan, hetgeen ook geldt voor de verklaring van slachtoffer [kind 2] (feit 3). Bij die stand van zaken is er onvoldoende wettig bewijs en komt niet buiten redelijke twijfel vast te staan dat verdachte ontuchtige handelingen heeft verricht bij/met hen. Dit betekent dat de rechtbank verdachte integraal zal vrijspreken van hetgeen hem ten laste is gelegd.

5.BENADEELDE PARTIJ

[kind 1] heeft zich – via haar wettelijk vertegenwoordiger – als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van in totaal € 32.875,-.
Ook [kind 2] heeft zich – via haar wettelijk vertegenwoordiger – als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van in totaal € 5.310,84.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [kind 1] toe te wijzen en de vordering van de benadeelde partij [kind 2] deels toe te wijzen (waarbij de immateriële schade gematigd dient te worden tot een bedrag van
€ 3.000,-).
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair, vanwege de bepleite vrijspraken, bepleit dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de voornoemde benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in de vorderingen omdat verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachtedaarvan
vrij;
Benadeelde partij [kind 1] (feiten 1 en 2)
  • verklaart de benadeelde partij [kind 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [kind 2] (feit 3)
  • verklaart de benadeelde partij [kind 1] niet-ontvankelijk;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, voorzitter, mr. J.W.B. Snijders Blok en
mr. N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2023.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in de periode gelegen tussen 20 december 2016 tot en met 19 december 2020 te Emmeloord, meermalen althans eenmaal (telkens) met een kind, te weten [kind 1] , geboren op [2008] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [kind 1] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)- de vagina, althans de schaamstreek van die [kind 1] betast en/of aangeraakt en/of- het doen/laten aanraken en/of betasten van zijn geslachtsdeel door die [kind 1] en/of- (vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [kind 1] en/of- zijn vinger(s) en/of geslachtsdeel in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [kind 1] gebracht en/of gestopt en/of- zijn geslachtsdeel in de mond van die [kind 1] gebracht/gehouden/gestopt,terwijl hij het feit heeft begaan tegen een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn eigen gezin en/of tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode gelegen tussen 20 december 2016 tot en met 19 december 2020 te Emmeloord, meermalen althans eenmaal (telkens) met een kind, te weten [kind 1] , geboren op [2008] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig- de vagina, althans de schaamstreek van die [kind 1] betast en/of aangeraakt en/of- het doen/laten aanraken en/of betasten van zijn geslachtsdeel door die [kind 1] en/of- (vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [kind 1] en/of- zijn vinger(s) en/of geslachtsdeel in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [kind 1] gebracht en/of gestopt en/of- zijn geslachtsdeel in de mond van die [kind 1] gebracht/gehouden/gestopt,terwijl hij het feit heeft begaan tegen een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn eigen gezin en/of tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;2
hij in de periode gelegen tussen 20 december 2020 tot en met 1 mei 2021 te Emmeloord, meermalen althans eenmaal (telkens) met een kind, te weten [kind 1] , geboren op [2008] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [kind 1] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)- de vagina, althans de schaamstreek van die [kind 1] betast en/of aangeraakt en/of- het doen/laten aanraken en/of betasten van zijn geslachtsdeel door die [kind 1] en/of- (vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [kind 1] en/of- zijn vinger(s) en/of geslachtsdeel in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [kind 1] gebracht en/of gestopt en/of- zijn geslachtsdeel in de mond van die [kind 1] gebracht/gehouden/gestopt,terwijl hij het feit heeft begaan tegen een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn eigen gezin en/of tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:hij in de periode gelegen tussen 20 december 2016 tot en met 1 mei 2021 te Emmeloord, meermalen althans eenmaal (telkens) met een kind, te weten [kind 1] , geboren op [2008] ,die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig- de vagina, althans de schaamstreek van die [kind 1] betast en/of aangeraakt en/of- het doen/laten aanraken en/of betasten van zijn geslachtsdeel door die [kind 1] en/of- (vervolgens) zich laten/doen aftrekken door die [kind 1] en/of- zijn vinger(s) en/of geslachtsdeel in de vagina, althans tussen de schaamlippen van die [kind 1] gebracht en/of gestopt- zijn geslachtsdeel in de mond van die [kind 1] gebracht/gehouden/gestopt,terwijl hij het feit heeft begaan tegen een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn eigen gezin en/of tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
3
hij in de periode, althans op een of meer tijdstippen gelegen tussen 1 april 2020 tot en met 26 april 2020 te Emmeloord, meermalen althans eenmaal (telkens) met een kind, te weten [kind 2] , geboren op [2013] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens) ontuchtig- zijn geslachtsdeel getoond/laten zien aan die [kind 2] en/of- het doen/laten aanraken en/of betasten van zijn geslachtsdeel door die [kind 2] en/of- die [kind 2] gevraagd haar (ontblote) vagina te tonen,terwijl hij het feit heeft begaan tegen een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn eigen gezin en/of tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige.