Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 april 2023 met 17 producties;
- de conclusie van antwoord met 5 producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 augustus 2023.
2.De feiten
e-mailbericht gestuurd en haar gewezen op de documentatieplicht van artikel 15.3 van de koopovereenkomst. In het e-mailbericht staat onder meer:
3.Het geschil
[gedaagde sub 1] c.s. geen rechtsgeldig beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde van artikel 15 van de koopovereenkomst. Omdat [gedaagde sub 1] c.s. niet voldaan heeft aan de verplichting tot het storten van de waarborgsom of het stellen van een bankgarantie, is zij volgens [eiseres sub 1] c.s. de contractuele boete van artikel 11 van de koopovereenkomst verschuldigd.
4.De beoordeling
7 december 2022 geen beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde. [eiseres sub 1] c.s. voert aan dat de enkele mededeling van [gedaagde sub 1] c.s. dat zij de financiering niet rond kon krijgen daartoe niet voldoende is. [eiseres sub 1] c.s. vindt het e-mailbericht van
7 december 2022 niet duidelijk. [gedaagde sub 1] c.s. betwist dat het e-mailbericht van
7 december 2022 onduidelijk is. Volgens [gedaagde sub 1] c.s. is het evident dat zij daarmee een beroep deed op de ontbinding van de koopovereenkomst en is dat ook door [eiseres sub 1] c.s. zo opgevat.
7 december 2022 van [gedaagde sub 1] c.s. redelijkerwijs niet anders kunnen opvatten dan als een beroep op het financieringsvoorbehoud. De tekst van het e-mailbericht en de daarin opgenomen berichten van [B] en [C] zijn duidelijk. Van belang is ook dat uit het e-mailbericht van 14 december 2022 van [A] aan [gedaagde sub 1] c.s. blijkt dat zij het e-mailbericht van 7 december 2022 heeft opgevat als een beroep op de ontbindende voorwaarde. Zij schrijft in dat e-mailbericht dat zij en [eiseres sub 1] c.s. begrijpen dat [gedaagde sub 1] c.s. de koopovereenkomst wil ontbinden en dat [eiseres sub 1] c.s. de ontbinding weigert.
15 december 2022 met daarbij een afschrift van de indicatieve sneltoets aan [A] verstrekt. Het staat niet ter discussie dat van een hypotheekaanvraag door [gedaagde sub 1] c.s. bij SNS geen sprake is geweest.
2,5 maand tijd geen financieringsaanvraag heeft gedaan, slechts een rekentool heeft ingevuld en alleen SNS Bank heeft benaderd. [gedaagde sub 1] c.s. betwist dat zij de inspanningsverplichting heeft geschonden. Zij voert aan dat het benaderen van één erkende bankinstelling voldoende was en zij zich voldoende heeft ingespannen voor het verkrijgen van de benodigde financiering.
4 oktober 2022 de adviesopdracht ondertekend aan [B] heeft gestuurd. De twijfel van [eiseres sub 1] c.s. over de totstandkoming, de datum van ondertekening en verzending van de adviesopdracht is niet terecht.
7 december 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden en daarom geen boete aan [eiseres sub 1] c.s. verschuldigd is. De vordering van [eiseres sub 1] c.s. zal daarom worden afgewezen.
2.366,00(2 punten × tarief € 1.183,00)