ECLI:NL:RBMNE:2023:534
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen rioolheffing, afvalstoffenheffing en zuiveringsheffing met betrekking tot WOZ-waarde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen aanslagen voor rioolheffing, afvalstoffenheffing en zuiveringsheffing. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels MRE, heeft bezwaar aangetekend tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, waarin de aanslagen zijn opgelegd. De aanslagen betroffen een bedrag van € 135,63 voor rioolheffing, € 289,52 voor afvalstoffenheffing en € 177,32 voor zuiveringsheffing. Eiser stelde dat hij ten onrechte niet is gehoord in de bezwaarprocedure, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder terecht heeft afgezien van het horen op basis van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat de bezwaargronden van eiser, die zich richtten op de WOZ-waarde, niet konden leiden tot een andersluidend besluit, aangezien deze gronden niet relevant waren voor de heffingen in kwestie. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de eerdere beslissing van de heffingsambtenaar in stand bleef.