2.3.De vader heeft, na wijziging en aanvulling van de verzoeken, verzocht:
I. het geregistreerd partnerschap tussen partijen, gesloten op [2011] te [plaats 1] , te ontbinden.
II. te bepalen dat de kinderen van partijen na 21 augustus 2023 hun hoofdverblijfplaats bij de vader zullen hebben, in het onverhoopte geval dat de moeder in Spanje blijft wonen;
III. te bepalen dat de kinderen van partijen om de week bij de vader en de moeder zullen
verblijven;
IV. te bepalen dat de vakanties en feestdagen in onderling overleg bij helfte worden verdeeld.
V. te bepalen dat de vader, bij uitsluiting, gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan de [adres 1] te [plaats 2] en de
vakantiewoning te Spanje aan het adres [adres 2] , [plaats 3] ;
VI. te bepalen dat partijen over dienen te gaan tot afwikkeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap conform de partnerschapsvoorwaarden.
VII. de wijze van verdeling ten aanzien van de echtelijke woning als volgt te bepalen:
a. te bepalen dat aan de vader wordt toebedeeld de woning aan het adres aan de
[adres 1] te [plaats 2] onder de voorwaarde dat de moeder wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen;
b. te bepalen dat partijen in overleg de waarde van de woning vaststellen dan wel dat partijen zich zullen wenden tot een makelaar-taxateur om de waarde van de woning te bepalen;
c. te bepalen dat de makelaar-taxateur vervolgens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een maand na echtscheiding (de rechtbank begrijpt: ontbinding van het geregistreerde partnerschap), de woning zal taxeren tegen de actuele marktwaarde en dat deze taxatie tussen partijen zal gelden als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW;
d. te bepalen dat de kosten van de taxatie door beide partijen gedragen worden, ieder voor de helft;
e. de helft van de overwaarde, welke overwaarde bestaat uit de taxatiewaarde minus de openstaande (hypotheek)schuld en alle verkoopkosten, van de woning op het moment van de notariële overdracht aan de vader aan de moeder te vergoeden;
f. te bepalen dat de levering van de woning aan de vader vervolgens dient plaats te vinden binnen vier maanden na echtscheiding (de rechtbank begrijpt: ontbinding van het geregistreerde partnerschap);
VIII. de wijze van verdeling ten aanzien van de vakantiewoning in Spanje als volgt te
bepalen:
a. te bepalen dat aan de moeder wordt toegedeeld de vakantiewoning in Spanje aan het adres [adres 2] , [plaats 3] , onder de voorwaarde dat de vader wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen;
b. te bepalen dat – in het geval de moeder geen toedeling wenst – aan de vader wordt toegedeeld de vakantiewoning in Spanje aan het adres [adres 2] , [plaats 3] , onder de voorwaarde dat de moeder wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen;
c. de moeder te veroordelen – in het geval het voor de vader financieel niet haalbaar is om de woning over te nemen – haar volledige en voorwaardelijke medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, binnen drie maanden na echtscheidingsbeschikking (de rechtbank begrijpt: beschikking ontbinding geregistreerd partnerschap), zulks onder de bepaling dat bij gebreke van de medewerking van de moeder uw rechtbank aan de vader vervangende toestemming zal verlenen voor het aangaan van voornoemde opdracht tot verkoop van de betreffende woning;
d. te bepalen dat de makelaar-taxateur vervolgens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een maand na echtscheiding (de rechtbank begrijpt: ontbinding van het geregistreerde partnerschap), de woning zal taxeren tegen de actuele marktwaarde en dat deze taxatie tussen partijen zal gelden als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW;
e. te bepalen dat de kosten van de taxatie door beide partijen gedragen worden, ieder voor de helft;
f. te bepalen dat de overwaarde, welke overwaarde bestaat uit de taxatiewaarde minus de openstaande (hypotheek)schuld en alle verkoopkosten, van de woning op het moment van notariële overdracht bij helfte te verdelen
g. te bepalen dat de levering van de woning aan de moeder of de vader dient plaats te vinden binnen vier maanden na echtscheiding (de rechtbank begrijpt: na ontbinding van het geregistreerde partnerschap);
IX. de moeder te veroordelen tot vergoeding van het bedrag van € 343.208,- aan de vader en de vader te veroordelen tot vergoeding van het bedrag van € 158.023,- aan de moeder uit hoofde van de ontvangen schenkingen, te verrekenen bij de toebedeling van de echtelijke woning aan de vader;
X. te bepalen dat partijen met elkaar overgaan tot verdeling van de saldi van de
(gezamenlijke) bankrekeningen;
XI. te bepalen dat aan de vader wordt toegedeeld, de auto van het merk Landrover type
Freelander kenteken [kenteken 1] , zonder nadere verrekening;
XII. te bepalen dat aan de moeder wordt toegedeeld, de auto van het merk Volkswagen type Golf cabrio, kenteken [kenteken 2] , zonder nadere verrekening;
XIII. te bepalen dat partijen over gaan tot verdeling van de gezamenlijke inboedel;
XIV. te bepalen dat overlijdensrisicopolissen bij Scildon met polisnummer [polisnummer] , met uitsluiting van de moeder, door de vader wordt voortgezet en de moeder alle noodzakelijke medewerking dient te verlenen voor de wijziging van de tenaamstelling van deze overlijdensrisicopolis;
XV. de moeder te veroordelen om aan de vader te voldoen de helft van de
rekeningcourantschuld per peildatum (een en ander zoals omschreven onder punt 147).