Op 13 februari 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2002, die beschuldigd werd van diefstal met geweld en bedreiging. De tenlastelegging omvatte twee feiten die zich op 1 februari 2022 zouden hebben afgespeeld in een tankstation. De verdachte zou samen met een ander, met geweld en bedreiging, geld en sigaretten hebben gestolen van het tankstation en de medewerker, aangeduid als [aangever], hebben gedwongen tot afgifte van deze goederen.
Tijdens de zitting op 30 januari 2023 heeft de officier van justitie, mr. R. Esbir Wildeman, gevorderd om de verdachte vrij te spreken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs zou zijn om de tenlastelegging te ondersteunen. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. D.R. Kops, heeft hetzelfde standpunt ingenomen en gepleit voor vrijspraak.
De rechtbank heeft de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging overwogen en is tot de conclusie gekomen dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. Daarom heeft de rechtbank de verdachte van beide feiten vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 februari 2023, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De rechtbank heeft de tenlastelegging als bijlage aan het vonnis gehecht.