In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 7 februari 2023, is het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op zijn aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag gegrond verklaard. Eiser had op 10 mei 2021 een aanvraag ingediend, maar de Belastingdienst heeft niet binnen de wettelijk gestelde termijn van vier maanden beslist. Eiser heeft de Belastingdienst op 11 mei 2022 in gebreke gesteld, waarna hij op 27 september 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit te nemen, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom wordt vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het door hem betaalde griffierecht van € 50,- wordt vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.