Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
529,00(vast tarief)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Stichting Rhenam Wonen een kort geding aangespannen tegen een huurder, hierna te noemen [gedaagde], vanwege ernstige overlast en aantasting van de huurwoning. De procedure begon met een dagvaarding op 29 augustus 2023, gevolgd door aanvullende producties en een mondelinge behandeling op 21 september 2023. Tijdens deze zitting zijn de standpunten van beide partijen toegelicht. Rhenam Wonen heeft gesteld dat [gedaagde] overlast veroorzaakt door harde geluiden en het aanbrengen van veranderingen aan de woning, wat heeft geleid tot klachten van omwonenden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de ontruiming, aangezien de overlast de woonomgeving van andere huurders in gevaar brengt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen en dat de huurovereenkomst waarschijnlijk zal worden ontbonden in een bodemprocedure. De kantonrechter heeft [gedaagde] een termijn van veertien dagen gegeven om de woning te ontruimen en heeft de proceskosten aan de zijde van Rhenam Wonen toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat.