In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 7 februari 2023, is het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen over haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag gegrond verklaard. Eiseres had in december 2020 een aanvraag ingediend, maar de Belastingdienst heeft niet binnen de wettelijk gestelde termijn van twee weken een besluit genomen. Eiseres heeft de Belastingdienst op 20 september 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 15 november 2022 beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit te nemen. Dit is gedaan om te voorkomen dat de Belastingdienst een dwangsom verbeurt zonder dat zij hier iets aan kan doen. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er inmiddels al 42 dagen zijn verstreken sinds de Belastingdienst in gebreke is. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de Belastingdienst moet worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.