Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2022 met 15 producties;
- de conclusie van antwoord tevens akte overlegging producties met 3 producties;
- de brief van 18 april 2022 van [eiseres] met daarbij 1 bijlage;
- de mondelinge behandeling van 28 april 2022 en de daarbij behorende spreekaantekeningen van partijen;
- de b-formulieren van partijen waarin zij verzoeken om een voortgezette mondelinge behandeling;
- de brief van 2 februari 2023 van [eiseres] met daarbij drie bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 20 februari 2023 en de daarbij behorende spreekaantekeningen van partijen.
2.De feiten
€ 1.400.000,00. [eiseres] en [bedrijf] hebben beiden 50% van de aandelen in [gedaagde] gekregen en zij werden beiden zelfstandig bevoegd statutair bestuurder.
a. uitgifte van aandelen (…) geschiedt krachtens een besluit van de algemene
Bij de uitgifte van aandelen heeft iedere aandeelhouder een recht van voorkeur naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van zijn aandelen, behoudens het bepaalde in de wet. Het recht van voorkeur is niet overdraagbaar.
Bij:
Ingeval een verplichting tot tekoopaanbieding bestaat, is het bepaalde in artikel 14 van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de aanbieder:
Degene, die tot tekoopaanbieding van één of meer aandelen zijn gehouden, dienen binnen dertig dagen na het ontstaan van die verplichting (…) van hun aanbieding aan de directie kennis te geven. Bij gebreke daarvan zal de directie de tot de aanbieding verplichte personen mededeling doen van dit verzuim en hen daarbij wijzen op de bepaling van de vorige zin. (…)
(…)
De verplichting tot aanbieding van aandelen op grond van het bepaalde in dit artikel heeft tot gevolg, dat gedurende het bestaan van die verplichting de aan de aandelen verbonden rechten voor zover die aan de aandeelhouder toekomen niet kunnen worden uitgeoefend indien en voor zolang de aandeelhouder in verzuim is aan deze verplichting te voldoen. (…)
Iedere aandeelhouder en iedere certificaathouder is bevoegd (…) de algemene vergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren. Bij de vaststelling in hoeverre een aandeelhouder aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt geen rekening gehouden met aandelen waarvan de wet bepaalt, dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht. (…).
Is de oproepingstermijn niet in acht genomen of heeft geen oproeping plaats gehad, dan kunnen geen wettige besluiten worden genomen, tenzij met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle aandeelhouders en certificaathouders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. (…)
(a) storting van het nominale bedrag van de aandelen van in totaal € 4.537,80 op de rekening van [gedaagde] en (b) door schulderkenning van [bedrijf] tegenover [gedaagde] van een bedrag van € 80.962,20.
3.Het geschil
11 december 2017 te vernietigen;
4.De beoordeling
11 december 2017
nietnietig zijn. Dat heeft twee redenen, namelijk (a) dat het door [eiseres] aangevoerde argument dat zij niet is opgeroepen voor de AvA waarin de besluiten zijn genomen, niet tot nietigheid (maar alleen tot vernietigbaarheid) kan leiden en (b) omdat [eiseres] niet opgeroepen hoefde te worden voor de AvA om de Besluiten te kunnen nemen. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd.
(a) aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven of (b) als de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarover is geïnformeerd (artikel 2:15 lid 5 BW).
allereerstaangevoerd dat [eiseres] te laat is met het instellen van haar vordering tot vernietiging, omdat zij in oktober 2018 voldoende bekendheid aan de Besluiten heeft gegeven. Volgens haar blijkt de aandelenuitgifte uit het Handelsregister, door aantekening van de statutenwijziging en publicatie van de jaarstukken. [eiseres] stelt dat uit de jaarstukken niet blijkt dat er extra aandelen zijn uitgegeven. Het is volgens haar bovendien in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat [gedaagde] een beroep doet op de vervaltermijn, omdat [gedaagde] [eiseres] bewust niet heeft geïnformeerd over de Besluiten.
6 januari 2021 van de Besluiten op de hoogte heeft gebracht, zodat [eiseres] tot
6 januari 2022 de mogelijkheid had de vernietiging van de Besluiten in te roepen. De dagvaarding is op 20 december 2021 betekend. [eiseres] was dus op tijd.
€ 2.269,52. De nakosten worden toegewezen op de wijze zoals hierna in de beslissing staat. Ten slotte moet [gedaagde] wettelijke rente betalen over de proces- en nakosten, als zij de proces- en nakosten niet binnen 14 dagen na (betekening van) het vonnis heeft betaald.
5.De beslissing
€ 173,00 voor het salaris advocaat, te vermeerderen met € 90,00 en de kosten van betekening in het geval [gedaagde] niet voldoet aan het vonnis en er betekening van het vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis;