Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Allianz Nederland Levensverzekering,
- de heer [eiser] ,
- mr. Van Dijk,
- de heer [A] , [functie] bij Allianz,
- mr. Tewarie.
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?2.1. [eiser] heeft met ingang van 1 januari 1986 via tussenpersoon [onderneming] B.V. (hierna: [onderneming] ) een beleggingsverzekering afgesloten bij Zwolsche Algemeene Levensverzekering N.V. (de rechtsvoorgangster van Allianz). Het ging om een Dynamisch Investerings Plan (hierna: DIP) van type Universal Life. De verzekering kende twee onderdelen: een overlijdensrisicoverzekering en - indien de verzekerde in leven zou zijn op de einddatum - een kapitaaluitkering.
3. De beoordeling
"betaling per jaar waarvan te investeren"en "
netto investeringen"
.Voor zover [eiser] zich verzet tegen ingehouden kosten door Allianz, waardoor het rendement per saldo lager uitvalt dan 6,02%, heeft hij onvoldoende gesteld tegen welke specifieke kosten hij bezwaar heeft en waarom die kosten onredelijk zijn.
"defensieve"Hollands Obligatie Fonds met minder risico’s, dat volgens het voorstel voor de polis over dat afgelopen jaar een gemiddeld lager rendement per jaar opleverde dan de andere weergegeven opties en een lager voorspeld eindkapitaal had volgens de prognose. In de rechtsverhouding tussen partijen was er daarom geen sprake van een verplichting van Allianz tot het geven van financieel- of beleggingsadvies aan [eiser] over de beleggingspolis.