Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] V.O.F.,
[gedaagde sub 2] B.V.,
3.
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
[gedaagde sub 6],
1.De procedure
- De dagvaarding van 21 maart 2023 met 18 producties;
- De conclusie van antwoord met 8 producties inclusief vier videobeelden;
- De aanvullende producties 19 en 20 van Aegon;
- De aanvullende productie 9 van [naam] ;
- De mondelinge behandeling van 4 augustus 2023 en het proces-verbaal daarvan;
- De reacties van partijen op het proces-verbaal, inclusief het bezwaar van [naam] tegen een deel van de reactie van Aegon.
2.De feiten
(….) Risico op ontbranding nihil.
(…) Veilig voor gebruiker en omgeving
Geen brandgevaar. ’
, waarbij hij gebruik maakte van open vuur (kennelijk een gasbrander) met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in causaal verband staat tot het ontstaan van deze brand. De vlammen c.q. de hitte van de gasbrander zijn kennelijk aan de onderzijde van de houten achtergevel van de schuur doorgeslagen naar het interieur van de schuur. In het aldaar staande of liggende materiaal c.q. in het hout van de schuur zelf ontstond kort daarop een vlammende brand. Dit is echter in verband met de verregaande destructie in technische zin niet meer vast te stellen. (…).’
3.Het geschil
€ 1.562,26 voor de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden;
4.De beoordeling
- Met het gebruik van de Air Trolly Pack gaat een zeker brandgevaar gepaard. In de informatie over de Air Trolly Pack staat weliswaar dat er weinig tot geen risico is op brand, maar de mogelijkheid van ontbranding wordt niet uitgesloten. Het risico blijft daarbij blijkens het bedieningsvoorschrift bestaan als veiligheidsvoorschriften niet in acht zijn genomen of de Air Trolly Pack niet op juiste wijze wordt gebruikt, bijvoorbeeld omdat de Air Trolly Pack te lang op een plek wordt gebruikt of omdat er onvoldoende afstand wordt gehouden. Bovendien staat in de instructies dat de machine zo is ontworpen dat deze weinig tot geen risico op ontbranding van vegetatie geeft, maar dit zegt niets over het risico op ontbranding van andere materialen zoals de houten schuur en de voorzichtigheid die daarbij in acht moet worden genomen.
- [naam] heeft aangevoerd dat de Air Trolly Pack volgens de fabrikant speciaal is ontwikkeld voor het bestrijden van onkruid op moeilijk bereikbaar plaatsen (rond palen, langs muren, onder straatmeubilair en in smalle doorgangen of steegjes), maar dit zegt nog niets over de veiligheid van het bestrijden van onkruid bij een houten schuur.
- Op de camerabeelden is zichtbaar dat [A] dichtbij de houten schuur zijn werkzaamheden uitvoert en meerdere malen, in totaal langere tijd dan twee of drie seconden, met de lans van de Air Trolly Pack naar de rechteronderzijde van de houten schuur beweegt.
- Uit de rapporten van [onderneming 1] en [onderneming 5] blijkt dat de temperatuur van de Air Trolly Pack boven de ontbrandingstemperatuur van hout ligt, zodat hout door de Air Trolly Pack kan ontbranden. [onderneming 5] heeft weliswaar geschreven dat het kort aanstralen van hout normaal gesproken geen ontbranding kan geven van hout, maar daarmee heeft [onderneming 5] geen conclusies gegeven over specifieke situatie op 15 juni 2017. [A] heeft gelet hierop rekening moeten houden met het risico dat de houten schuur door de Air Trolly Pack ontbrand als hij dichtbij zijn werkzaamheden uitvoert.
- Er was op 15 juni 2017 geen sprake van extreme droogte, maar dit neemt niet weg dat het op en rond deze dag wel droog was. De gemiddelde temperatuur lag deze periode tussen de vijftien en twintig graden en op 15 juni 2017 was de gemiddelde temperatuur twintig graden en de maximum temperatuur boven de 25 graden. Het had op dat moment zes dagen niet geregend en uit het bericht dat Aegon als productie vijf heeft overgelegd, blijkt dat het er de eerste drie weken van juni op leek dat de maand (zeer) droog de boeken in zou gaan en dat sprake was van een neerslagtekort. [naam] erkent ook dat er in de zomermaanden altijd sprake kan zijn van enige mate van droogte. Deze droge weersomstandigheden maakten dat [A] , conform het bedieningsvoorschrift, de veiligheidseisen extra in acht moest nemen.
€ 1.245,00voor [onderneming 4] zal worden toegewezen. Uit de toelichting van Aegon blijkt dat het gaat om kosten die Verzekerde heeft gemaakt voor het assurantiekantoor dat als tussenpersoon heeft opgetreden bij de behandeling van de schadeclaim. Er is geen reden om aan te nemen - zoals [naam] heeft gesteld - dat dit bedrag niet ten behoeve van Verzekerde is vergoed.
€ 56.174,35voor het herstel door [onderneming 2] van de bijkeuken, het bijgebouw, de schuur, schuttingen en tuin met bestrating betaald. Dit bedrag is lager dan de kosten die [C] heeft begroot in het schaderapport, zodat Aegon deze schade voldoende heeft onderbouwd. Anders dan [naam] heeft aangevoerd, vindt er geen aftrek plaats vanwege voordeel of verbeteringen (artikel 6:100 BW). [naam] heeft onvoldoende met feiten en omstandigheden toegelicht dat Verzekerde voordeel zal genieten door het opnieuw opbouwen van de schuur of het herstel van de overige zaken. [naam] heeft bijvoorbeeld niet aangevoerd dat het herstel voor Verzekerde een gebruiks- of kwaliteitsverhogende meerwaarde heeft. Ook heeft zij niet aangevoerd dat de woning van Verzekerde hierdoor in waarde stijgt. [naam] moet dit bedrag gelet op het voorgaande vergoeden aan Aegon.
€ 6.703,50, zodat alleen dit deel van de kosten van [onderneming 3] door Aegon voldoende is onderbouwd en door [naam] vergoed moet worden.
€ 6.250,00aan Aegon vergoeden voor de inboedel.
€ 70.372,85als schadevergoeding aan Aegon moeten betalen.
€ 1.562,26 en op een vergoeding van € 945,31 voor het rapport van [onderneming 1] en € 1.500,00 voor het schaderapport (totaal € 2.445,31 voor de rapporten).
5.De beslissing
30 augustus 2023.