Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- De dagvaarding van 17 maart 2023 met acht producties;
- De conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met zes producties.
- De brief van 13 juni 2023 waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
- De conclusie van antwoord in reconventie;
- De aanvullende producties 7 tot en met 10 van [gedaagde] ;
- De aanvullende producties 11 en 12 van [gedaagde] ;
- De mondelinge behandeling van 18 augustus 2023 en het proces-verbaal daarvan.
2.De feiten
€ 45.500,00.
[eiser (voornaam)] heeft u bedacht hoeveel u ongeveer op de winst wilt delen/afgeven voor de werkzaamheden en bemiddeling?’
Dit is voor mij een nieuwe wereld, ik heb vertrouwen in jouw om dit te regelen voor ons en voor jouw één lange relatie opbouwen. Dan mag geld geen discussie worden. Anders ff [twee emoticons van telefoontjes].’
is opgetreden als bemiddelaar in opdracht van partij 2[de rechtbank voegt toe: bedoeld is [eiser] ]
voor de aankoop van FGS certificaten. (…). Partij 2 wenste goudcertificaten te kopen welke vallen onder een Forward Gold Sale principe waarbij er goud wordt aangekocht welke in de toekomst geleverd wordt. Vanwege een gebeurtenis zijn er namelijk mensen welke er vanaf willen en de certificaten willen verkopen. Dit is bekend geworden op een forum van [website 1] en [website 2] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 35.000,00 kan verrekenen. De vordering van [gedaagde] bestaat uit:
9 februari 2020, nadat [eiser] de huurovereenkomst digitaal heeft getekend. De handtekeningen op beide overeenkomsten zijn identiek aan elkaar, omdat de laptop van [gedaagde] de handtekening van [eiser] heeft gekopieerd nadat [gedaagde] het document van de bemiddelingsovereenkomst heeft geopend. Uit voorgaande omstandigheden kan niet worden afgeleid dat [eiser] daadwerkelijk zijn handtekening heeft gezet of heeft begrepen dat de laptop van [gedaagde] zijn handtekening automatisch onder de bemiddelingsverklaring zou zetten. De bemiddelingsverklaring heeft met de huidige informatie dus niet de waarde die [gedaagde] daar aan hecht.
In februari 2021 verbleef [eiser] bij ons en at hij mee. Hij was bij ons vanwege 2 zaken: het tekenen van de huurovereenkomst en de bemiddelingsovereenkomst voor de overname van de goudcertificaten. [gedaagde] had mij voordat [eiser] er was kort op de hoogte gesteld van de afspraken in deze overeenkomsten. (…) de vergoeding voor de bemiddeling zou 10% van de waarde van het goud worden. Dit was ook de commissie die hij kreeg bij zijn voormalig werkgever. [gedaagde] heeft de afspraken die hij op papier had gezet aan tafel benoemd en [eiser] heeft bevestigd dat dit de afspraken waren en hij dus akkoord was.’
5.De beslissing
woensdag 1 november 2023voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
vier wekende tijd krijgt daarop bij antwoordakte te reageren,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
november 2023 tot en met april 2024dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk
twee wekenvoor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
4 oktober 2023.