Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van 10 april 2023, proces-verbaal nr. PL0900-2023104157-19, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , inhoudende de verklaringen van aangeefster [aangeefster] namens [juwelier] .
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
10.BESLAG
11.BENADEELDE PARTIJ
11.VORDERING TENUITVOERLEGGING
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
- wijst de vordering van [juwelier] toe tot een bedrag van € 9.457,40;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [juwelier] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [juwelier] aan de Staat € 9.457,40- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente 10 april 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 82 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;