Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: [verdachte] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
afpersing);
diefstal);
poging afpersing).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
toebehoorden door een mes aan die [slachtoffer 1] te tonen en [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Geld. Stop het in de tas";
- een mes aan die [slachtoffer 1] te tonen en
- meerdere pakjes sigaretten te pakken en in een tas te stoppen;
- een mes aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en
- een tas op de balie heeft gelegd en
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]
8.OPLEGGING VAN STRAF
overval op een winkeluit van een jeugddetentie van 4 maanden. De rechtbank heeft met dit oriëntatiepunt rekening gehouden bij het bepalen van haar straf.
9.VOORLOPIGE HECHTENIS
10.BESLAG
- 1 STK Kleding (G2938898)
- 1 STK Kleding (G2938871) – gele rubberen huishoudhandschoenen
- 1 STK Kleding (G2938876) – gele rubberen huishoudhandschoenen
- 1 STK Sigarettendoos (G2938867) – 1 aangebroken pakje en 1 losse sigaret
- 1 STK Steekwapen (G2938899)
- 1 STK Steekwapen (G2938865) – zwart nylon foudraal van een mes
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
- verklaart het onder
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
- veroordeelt [verdachte] tot een
- bepaalt dat de tijd, door [verdachte] vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht (47 dagen) op de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie
- bepaalt dat een gedeelte van
- stelt daarbij een proeftijd van
- als algemene voorwaarden gelden dat [verdachte] :
- veroordeelt [verdachte] tot een taakstraf in de vorm van een
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door
- 1 STK Kleding (G2938898);
- 1 STK Kleding (G2938871);
- 1 STK Kleding (G2938876);
- 1 STK Sigarettendoos (G2938867);
- 1 STK Steekwapen (G2938899);
- 1 STK Steekwapen (G2938865).
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
Tankstation [tankstation 1] en/of [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van enige geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die Tankstation [tankstation 1] en/of een derde toebehoorde(n) door een mes aan die [slachtoffer 1] te tonen en/of die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Geld. Stop het in de tas";
(Artikel art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere pakjes sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
Tankstation [tankstation 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- een mes aan die [slachtoffer 1] te tonen en/of
- een of meerdere pakjes sigaretten te pakken en/of in een tas te stoppen;
(Artikel art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
- een mes aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en/of
- een tas op de balie heeft gelegd en/of
- die [slachtoffer 2] een of meerdere malen de woorden heeft toegevoegd: "Geef geld" ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)