Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de niet betekende dagvaarding met 13 producties,
- de vrijwillige verschijning van VKG,
- de eis in reconventie van VKG,
- de ingekomen producties 1 tot en met 15 van VKG,
- de nagekomen producties 14 tot en met 16 van [eiseres sub 1] c.s.,
- de mondelinge behandeling van 17 april 2023, waarvan door de griffier aantekening is gehouden,
- de pleitnota van [eiseres sub 1] c.s.,
- de pleitnota van VKG
3.De beoordeling
Spoedeisend belang
lidworden beschouwd en niet als een begunstiger, zoals VKG stelt. Zij is ook als zodanig behandeld. Dit blijkt uit het “Aanvraagformulier VKG Keurmerk Montage Partner”, dat zij bij haar aanmelding heeft moeten invullen. Daarin staat dat [eiseres sub 2] moet voldoen aan de lidmaatschapscriteria van het VKG-keurmerk. Omdat [eiseres sub 2] lid is moet de opzegging van haar lidmaatschap conform de statuten van VKG aan bepaalde criteria voldoen. De e-mail van 6 februari 2023 voldoet daar niet aan. Er is daarom geen sprake van rechtsgeldige opzegging.
De VKG keurmerk partner accepteert tevens besluiten, zoals genomen door het bestuur en ledenvergadering van de VKG”. Het moet er daarom voor worden gehouden dat het partnerlidmaatschap/begunstigerschap van [eiseres sub 2] is geëindigd. [eiseres sub 2] heeft geen redenen aangevoerd op grond waarvan die beëindiging alsnog moet worden ingetrokken. Zij heeft nog wel gesteld dat zij met medeweten van en goedkeuring door VKG recent een online-platform heeft ontwikkeld (met kosten van € 35.000,00), om VKG-leden te voorzien van gecertificeerde monteurs, ook nadat [eiseres sub 1] geen lid meer is. Aan dat argument komt hier geen betekenis toe, alleen al omdat niet vaststaat dat [eiseres sub 2] na het vertrek van [eiseres sub 1] als lid dankzij dat platform nog in staat zal zijn om opdrachtgevers te verwerven die een VKG-keurmerk wensen.
kande rechter een veroordeling tot rectificatie uitspraken indien er sprake is van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard. Een dergelijke rectificatie vormt een bij wet (artikel 7 lid 3 Grondwet) en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voorziene beperking op de vrijheid van meningsuiting. Bij de beoordeling of een rectificatie is aangewezen dient de vrijheid van meningsuiting van VKG te worden afgewogen tegen het recht van [eiseres sub 1] c.s. op de bescherming van haar eer en goede naam. Welke van deze belangen de doorslag behoort te geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden.
lidmaatschapen niet de technische kwaliteit van [eiseres sub 1] c.s. Deze bedoeling van VKG blijkt echter niet uit de inhoud van de zin. Integendeel: direct voorafgaand aan die zinsnede staat in het emailbericht “Elke dag werken we aan kwaliteit binnen de hele keten om consumenten en zakelijke partijen te voorzien van kunststof kozijnen van hoge kwaliteit. In deze keten dragen we allemaal bij aan de hoge kwaliteitsstandaarden”. Direct daarop volgt de gewraakte zinsnede. Het verband tussen die teksten maakt dat in redelijkheid de gewraakte zin niet anders kan worden opgevat dan als bewering dat de technische kwaliteit van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] onvoldoende is. Omdat tussen partijen vaststaat dat die kwaliteit in orde is, is de gewraakte zinsnede onjuist en daarom onrechtmatig jegens [eiseres sub 1] c.s.
zelfhaar lidmaatschap op 21 juli 2022 opgezegd, waardoor het op 31 december 2022 is geëindigd. Dit staat ook niet ter discussie tussen partijen, terwijl VKG in haar e-mail zegt dat
zijhet lidmaatschap van [eiseres sub 1] per direct (dus per 7 februari 2023) heeft beëindigd. Volgens VKG heeft zij dat zo gedaan omdat [eiseres sub 1] c.s. de indruk wekte dat [eiseres sub 1] nog lid was doordat [A] op de algemene ledenvergadering was verschenen en in een e-mail van 6 februari 2023 en op social media suggereerde dat zij op dat moment nog lid was. Ook met deze uitleg van VKG blijft de uiting in de e-mail onjuist. [eiseres sub 1] was op dat moment géén lid meer. VKG had dat simpelweg naar haar leden en partners kunnen communiceren.
4.De beslissing
Wij hebben ten onrechte gesuggereerd dat de bedrijven [eiseres sub 1] B.V. en [eiseres sub 2] B.V. niet voldoen aan de door ons gestelde kwaliteitseisen.
Daarnaast staat in de e-mail onjuist vermeld dat wij het lidmaatschap van [eiseres sub 1] per direct hebben beëindigd. [eiseres sub 1] heeft al in juli 2022 zelf het lidmaatschap beëindigd, waardoor het lidmaatschap op 31 december 2022 al was geëindigd.”