ECLI:NL:RBMNE:2023:5123

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
16-317655-22; 18-175864-18 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor poging tot afpersing met geweld

Op 28 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 20 november 2022 in Utrecht heeft geprobeerd een slachtoffer af te persen. De verdachte heeft in de woning van het slachtoffer met geweld geprobeerd om geld en/of een pinpas te eisen, waarbij hij het slachtoffer meermaals in het been heeft gestoken met een mes. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde, namelijk poging tot afpersing, wettig en overtuigend bewezen was. Het alternatieve scenario van de verdachte, dat hij nepdrugs zou hebben willen verkopen, werd door de rechtbank niet aannemelijk geacht. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, die schadevergoeding eiste voor de opgelopen letsels en kosten. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf toegewezen, omdat de verdachte de voorwaarden daarvan had overtreden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-317655-22; 18-175864-18 (TUL) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 september 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [plaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratiepersonen en gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 april 2023, 26 juni 2023 en 14 september 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op laatstgenoemde datum.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Zwartjes en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M. Sculic, advocaat te Rotterdam, alsmede de advocaat van de benadeelde partij, mr. M.J. Hoogendoorn, advocaat te Utrecht , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair
op 20 november 2022 te Utrecht heeft geprobeerd [slachtoffer] af te persen door met geweld te pogen [slachtoffer] ertoe te bewegen zijn pinpas en/of geld af te staan.
Subsidiair
op 20 november 2022 te Utrecht [slachtoffer] zwaar heeft mishandeld door hem een diepe steekwond in het bovenbeen toe te brengen.
Meer subsidiair
op 20 november 2022 te Utrecht heeft geprobeerd om [slachtoffer] zwaar te mishandelen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. Het alternatieve scenario van verdachte heeft hij vrij kort na zijn aanhouding geschetst, en dat scenario is geloofwaardig. Als verdachte aangever had willen beroven, had het voor de hand gelegen dat verdachte ook iets had gestolen uit de woning; dat is niet gebeurd. Dat aangever niet heeft verklaard Xtc-pillen van verdachte te willen kopen verbaast niet, nu hij zichzelf daarmee strafbaar zou belasten. Ten aanzien van het subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De verklaringen van aangever [slachtoffer] :
V: Wat kunt u verklaren over wat er vandaag is gebeurd?
A: Ik had vandaag, 20 november 2022, een sexdate gemaakt via [naam] .com. [2] Ik heb de deur opengezet en toen ben ik naar de wc gegaan en toen was daar een man met een bivakmuts op en een groot slagersmes in zijn hand die riep dat hij mijn geld of mijn pinpas wilde hebben. Hij gooide mij op bed, en toen kwam er een eergevoel naar boven en toen dacht ik, ik moet deze vent uit huis hebben dus ik heb flink gevochten en herrie gemaakt en toen heb ik hem weggejaagd maar ondertussen heeft hij toch nog in mijn been weten te steken. [3]
Een geneeskundige verklaring van 7 december 2022:
Uitwendig waargenomen letsel: diepe wond bovenbeen links. Wonden gehecht. [4]
Een proces-verbaal van bevindingen van 20 november 2022:
Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij de dader kende via een dating app genaamd: [naam] .com. Ik zag dat [slachtoffer] zijn telefoon aan collega [A] gaf, ik, [B] kreeg
deze telefoon van [A] overhandigd en zag op het scherm van de telefoon een app open staan. Ik zag dat deze app de naam [naam] .com had. Ik [B] zag verder op de het scherm een chat communicatie omtrent een afspraak tussen het slachtoffer en de dader.
Chat:
Verzonden om 9:22 uur: hoe laat?
Ontvangen om 9:24 uur: 10.00, mss iets ernaa
Verzonden om 9:25 uur: app maar als je er bijna bent [5]
Ontvangen om 9:58 uur: ik vertrek nu van huis
Ontvangen om 10:37 uur: ben in je straat
Ontvangen om 10:38 uur: bel aan met 1 min. [6]
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2022:
Ik begreep dat er was besproken om een spoedvordering gevoelige gegevens op te maken voor het bedrijf [onderneming] , de uitbater van de app [naam] , voor de chat tussen slachtoffer ( [.] ) en verdachte (wie ontvangt nu?)I. [7]
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2022:
Bij [onderneming] is de volgende vordering gedaan: de gebruikersgegevens (NAW, IP, mail) van de gebruiker met de, zelfgekozen, schermnaam "wie ontvangt nu?", over de periode van 20 augustus 2022 te 00.00 uur en 19 november 2022 te 23.59 uur
Van de verstrekte gegevens van [onderneming] kwamen bovenstaande gegevens overeen met het
tijdsbestek wat aangever aangeeft in zijn aangifte. Op het IP-adres is vervolgens een CIOT- bevraging gedaan. Als resultaat werd hierbij weergegeven: Stichting [stichting] [adres 1] ( [postcode] ) [plaats] . [8]
Een proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2022:
Door [stichting] gelegen aan de [adres 1] werden na vordering camerabeelden aangeleverd van 20 november 2022 09:00 uur tot en met 11:00 uur. Op de camerabeelden van 20 november 2022 van 10:03:40 tot 10:03:58 is te zien dat een persoon
het pand binnen komt. Deze persoon heeft opvallende schoenen met rode en zwarte accenten. Verder heeft hij een grijze muts met een zwarte rand op zijn hoofd en oordopjes in zijn oor met een witte draad. [9]
Op de camerabeelden van 20 november 2022 van 10:13:09 tot 10:13:34 is te zien dat een persoon het pand verlaat. Deze persoon heeft een fiets in zijn handen. Ook heeft hij een schoudertas om zijn schouder. Verder heeft hij een grijze muts met een zwarte rand op zijn hoofd. Deze man heeft opvallende schoenen met rode en zwarte accenten er in. [10]
Op de camerabeelden van 20 november 2022 van 11:23:52 tot 11:24:11 is te zien dat een persoon het pand binnen komt. Deze persoon heeft iets in zijn handen, het lijkt erop dat hij hier zojuist de deur mee heeft geopend. De persoon heeft dezelfde witte schoenen aan met rode accenten. Ook heeft hij een schoudertas om zijn schouder. Deze persoon geen muts meer op zijn hoofd. Aan de hand van de filmpjes kan ik wel met zekerheid zeggen dat dit dezelfde persoon is als diegene die zojuist het pand heeft verlaten met de fiets. [11]
Een proces-verbaal van bevindingen van 21 november 2022:
De beelden komen van een camera die het slachtoffer zelf in huis heeft. Deze specifieke beelden zijn vanaf het balkon gericht op de inloop naar de voordeur van het complex. De datum- en tijdsaanduiding is actueel. [12] 2022/11/20 10:38:25
In dit fragment is de verdachte te zien die richting de woning loopt. De verdachte heeft witte schoenen aan, een capuchon op en een heup- /schoudertas om. De verdachte komt uit de richting van de [straat] .
2022/11/20 10:40:23
Op dit fragment rent de verdachte weer van de woning weg in de richting van de [straat] . De verdachte heeft hierbij geen capuchon meer op. [13]
Een proces-verbaal van bevindingen van 29 november 2022:
Op de camerabeelden van [stichting] gelegen aan de [adres 1] is te zien dat een persoon het pand verlaat omstreeks 10:13 uur met een fiets. Volgens Google Maps is het 19 tot 22 minuten fietsen van de [adres 1] naar de [adres 2] . De verdachte komt omstreeks 10:38 uur aan op de plaats delict. [14]
De verklaringen van verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023:
Ik heb op 20 november 2022 naar het huis van aangever [slachtoffer] gegaan nadat ik met hem een afspraak had gemaakt via [naam] .com. Ik heb hem gestoken met een mes. Ik herken mijzelf als zijnde de persoon op de camerabeelden van [stichting] , vastgelegd op de ochtend van het ten laste gelegde. [15]
Bewijsoverweging
Verdachte heeft bij de politie en bij de inhoudelijke behandeling een alternatief scenario geschetst. Dit scenario houdt kort gezegd in dat verdachte via de datingsite [naam] contact met aangever heeft gehad dat zich beperkt zou hebben tot een drugstransactie. Verdachte is naar aangever toegegaan met als doel nepdrugs te verkopen in plaats van de bestelde xtc. Nadat verdachte hiertoe een afspraak had gemaakt met aangever en hij, eenmaal in de woning van aangever was kwam aangever erachter dat het om nepdrugs ging. Hierop werd hij door aangever aangevallen waarna hij zich genoodzaakt zag om aangever te steken., aldus verdachte.
Gezien de inhoud van de bewijsmiddelen en een gebrek aan ondersteuning voor dat dit scenario daarvoor in het dossier is de rechtbank van oordeel dat de door verdachte geschetste alternatieve gang van zaken niet aannemelijk is geworden. Gelet op de inhoud van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen is de rechtbank ervan overtuigd dat de verklaringen van aangever geloofwaardig en betrouwbaar zijn. Het primair ten laste gelegde acht de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 20 november 2022 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een pinpas en/of geld, die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een derde toebehoorde(n),
- via internet een afspraak gemaakt met die [slachtoffer] in de woning van die [slachtoffer] en
- vermomd met een bivakmuts die woning van die [slachtoffer] is binnen gegaan en
- ( vervolgens) een mes, dreigend getoond aan die [slachtoffer] en die [slachtoffer] vast gepakt en op een bed geduwd en
- ( daarbij) ( op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij de pinpas en/of geld van die [slachtoffer] wilde hebben en
- ( nadat die [slachtoffer] zich verzette) (met) dat mes, meermalen in het been van die [slachtoffer] gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op: poging tot afpersing.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht te volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor het geval zij het primair ten laste gelegde bewezen acht. Voor een voltooide afpersing wordt doorgaans ongeveer drie jaar gevangenisstraf opgelegd. Het gaat hier om een poging.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft via ‘ [naam] ’, een online datingplatform, een afspraak gemaakt met aangever, in diens woning. Nadat verdachte de woning van aangever betrad, toonde hij hem direct een mes, en eiste hij dat aangever zijn pinpas en/of geld zou overhandigen. Verdachte duwde aangever vervolgens op het bed terwijl hij hem bedreigde met het mes. Nadat aangever zich verzette tegen de aanval ontstond er een worsteling waarbij verdachte aangever twee maal in zijn bovenbeen heeft gestoken, ten gevolge waarvan aangever aanzienlijk en (blijvend) zichtbaar letsel heeft overgehouden. De impact van het handelen van verdachte op aangever blijkt duidelijk uit de bij de vordering tot schadevergoeding gevoegde schriftelijke slachtofferverklaring. Verdachte heeft het feit bovendien begaan in een proeftijd van een veroordeling voor eveneens een agressiedelict.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 28 augustus 2023. Hieruit blijkt dat verdachte in de afgelopen 5 jaar niet voor soortgelijke feiten is veroordeeld, maar in het verleden wel is veroordeeld voor vermogensfeiten met een geweldscomponent.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op een reclasseringsadvies van 19 juni 2023. Daarin staat – kort samengevat – beschreven dat niet kan worden gesproken van een actueel delictpatroon. Gelet op een eerder succesvol afgerond reclasseringstoezicht is het huidige delictgedrag onverwacht en niet goed te verklaren. Momenteel ziet de reclassering het leefgebied partner, gezin en familie als beschermend. Wanneer verdachte zijn studie herpakt en een betaalde baan vindt, ziet de reclassering ook het leefgebied dagbesteding als beschermend, evenals de huisvesting.
Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden. Er zijn thans geen aanknopingspunten voor een hernieuwd reclasseringstoezicht en hernieuwde behandeling. Verdachte heeft een plan voor na de detentie (hij wil gaan wonen bij zijn moeder en wil zich inzetten voor de zorg voor zijn gezin en het vinden van werk). De reclassering schat in dat verdachte dit zelfstandig lukt.
Over verdachte is op 31 maart 2023 ook een enkelvoudige persoonlijkheidsrapportage opgemaakt door psycholoog [C] . De psycholoog concludeert dat bij verdachte sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis (licht van ernst), sinds zijn aanhouding in remissie (in een gecontroleerde omgeving). Ten tijde van het bewezenverklaarde waren deze stoornissen aanwezig. Bij beide delictscenario’s (het scenario van aangever en het scenario van verdachte) lijkt verdachte evenwel niet onder invloed van middelen (soft- drugs) te zijn geweest. Bij beide delictscenario’s komt de deskundige tot de conclusie dat verdachte in staat moet worden geacht om het wederrechtelijke van zijn handelen in te zien en zijn gedrag op dat inzicht aan te passen. De antisociale trekken in de persoonlijkheid van verdachte waren niet dermate sturend voor het bewezenverklaarde dat dit leidt tot een advies van verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Strafoplegging
De ernst van het feit en persoon van verdachte in overweging genomen, en gelet op de LOVS-oriëntatiepunten voor een woningoverval, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, geheel onvoorwaardelijk, met aftrek van de reeds in voorarrest doorgebrachte tijd, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd van de Nokia-telefoon de teruggave te gelasten aan de rechthebbende, de tie-wraps verbeurd te verklaren, en de muts en sleutels te retourneren aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal overeenkomstig de vordering van de officier van justitie beslissen. De Nokia heeft geen relatie tot het strafbare feit en kan terug naar de rechthebbende. De tie-wraps had verdachte bij zich om te gebruiken bij het strafbare feit, dus deze zal de rechtbank verbeurd verklaren. De muts en de sleutels hebben geen relatie met het strafbare feit en kunnen daarom terug naar verdachte.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert - na het indienen van een (vervangende) vordering door de advocaat van de benadeelde partij per e-mail van 13 september 2023 - aan materiële schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit:
- medische kosten ten bedrage van € 440,82;
- drie gemiste danslessen ten bedrage van € 26,-;
- een taxirit van het ziekenhuis naar huis ten bedrage van € 17,50;
- een in het ziekenhuis losgeknipte onderbroek ten bedrage van € 8,-;
- kosten ter begroting van de schade ten bedrage van € 150,-.
Hiernaast vordert de benadeelde partij € 5.000,- aan immateriële schade.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering met betrekking tot de immateriële schadegeheel toe te wijzen. . Ten aanzien van de materiële schade vordert de officier van justitie eveneens toewijzen van de vordering, met uitzondering van de kosten ter begroting van de schade. De toe te zijen posten zijn onderbouwd en de kosten zijn gemaakt als gevolg van het strafbare feit. Met betrekking tot de post over het begroten van de schade dient de benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu verdachte rechtens wordt bijgestaan door een advocaat. Tot slot vordert de officier van justitie de wettelijke rente alsmede de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht het toe te wijzen immateriële deel van de vordering te matigen tot een bedrag van € 2.500,-.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij heeft letsel opgelopen en heeft daarmee recht op vergoeding van immateriële schade. Gelet op de inhoud van de vordering (in het bijzonder de bijgevoegde foto en de schriftelijke slachtofferverklaring), alsmede bedragen die in soortgelijke gevallen worden toegewezen, acht de rechtbank een bedrag van € 2.500 redelijk en billijk. Ten aanzien van de materiële schadeposten is de rechtbank hetzelfde oordeel toegedaan als de officier van justitie. De rechtbank zal daarom overeenkomstig de vordering van de officier van justitie beslissen.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunten ingenomen ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft het bewezenverklaarde gepleegd terwijl hij in een proeftijd liep van een eerder aan hem opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, opgelegd door de politierechter in Noord-Nederland op 29 januari 2020Hij heeft de algemene voorwaarde van die straf daarmee overtreden. De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging van die straf daarom toewijzen.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd: tie-wraps (PL0900-2022346360-G3099856);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • sleutel (PL0900-MD4R022135_751634);
  • muts (PL0900-2022346360-G307885);
  • drie laptops en een iPad (PL0900-MD4R022135_751753, PL0900-MD4R022135_751755, PL0900-MD4R022135_751756, PL0900-MD4R022135_751757);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het volgende voorwerp: GSM (PL0900-MD4R022135_751632);
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.992,32;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 2.992,32 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 39 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 18-175864-18
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland bij vonnis van 29 januari 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mr. N.P.J. Janssens en mr. J.E.S. Dolmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 september 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Utrecht ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer]
[slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een pinpas en/of geld, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een derde
toebehoorde(n),
- via internet een afspraak gemaakt met die [slachtoffer] in de woning van die
en/of
- vermomd met een bivakmuts die woning van die [slachtoffer] is binnen gegaan
en/of
- (vervolgens) een mes, althans een scherp voorwerp, dreigend getoond aan
die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] vast gepakt en/of op een bed geduwd en/of
- (daarbij) ( op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij de
pinpas en/of geld van die [slachtoffer] wilde hebben en/of
- (nadat die [slachtoffer] zich verzette) (met) dat mes, althans dat scherpe
voorwerp, een-of meermalen in het been van die [slachtoffer] gestoken
en/of geduwd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Utrecht
aan [slachtoffer]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten diepe steekwond in bovenveen, heeft
toegebracht door
via internet een afspraak te maken met die [slachtoffer] in de woning van die
[slachtoffer] en/of
- vermomd met een bivakmuts die woning van die [slachtoffer] binnen te gaan
en/of
- (vervolgens) een mes, althans een scherp voorwerp, dreigend te tonen aan die
[slachtoffer] en/of die [slachtoffer] vast te pakken en/of op een bed te duwen
en/of
- (nadat die [slachtoffer] zich verzette) (met) dat mes, althans dat scherpe
voorwerp, een-of meermalen te steken en/of te duwen in het been van die
[slachtoffer] ;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Utrecht
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
via internet een afspraak gemaakt met die [slachtoffer] in de woning van die
[slachtoffer] en/of
- vermomd met een bivakmuts die woning van die [slachtoffer] is binnen
gegaan en/of
- (vervolgens) een mes, althans een scherp voorwerp, dreigend getoond aan
die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] vast gepakt en/of op een bed geduwd
en/of
- (nadat die [slachtoffer] zich verzette) (met) dat mes, althans dat scherpe
voorwerp, een-of meermalen in het been van die [slachtoffer] gestoken
en/of geduwd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal d.d. 27 maart 2023 en 26 juni 2023, genummerd PL0900-2022346360, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 233. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 33.
3.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 34.
4.Een geschrift, zijnde een geneeskundige verklaring, p. 44.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 29.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 30.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 51.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 53.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 90.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 91.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 94.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 101.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 103.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 62.
15.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023.