ECLI:NL:RBMNE:2023:5122

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
562822 / HA RK 23-183
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet ontvankelijk na einduitspraak

In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 1 september 2023 tijdens een zitting van de politierechter een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.J. Reitsma, de rechter in de hoofdzaak met parketnummer 16-288313-21. Op 18 september 2023 heeft verzoeker zijn gronden voor het wrakingsverzoek aangevuld. De rechter heeft echter niet ingestemd met de wraking. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft plaatsgevonden, omdat het verzoek is ingediend na de mondelinge einduitspraak van de rechter.

Volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Het wrakingsverzoek kan in elke fase van de procedure worden ingediend, maar moet vóór de einduitspraak plaatsvinden. Aangezien verzoeker zijn wrakingsverzoek heeft ingediend na de sluiting van het onderzoek en de mondelinge uitspraak, is er geen mogelijkheid meer voor wraking. De wrakingskamer heeft daarom besloten verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek.

De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. J.G. Nicholson als voorzitter en mr. A.F. Hermans en mr. M.M. Janssen als leden. De griffier, mr. L.C.J. van der Heijden, heeft de beslissing op 27 september 2023 openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer/rekestnummer: 562822 / HA RK 23-183
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
27 september 2023
op het verzoek in de zin van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) van:
[verzoeker] ,
wonend in [woonplaats] ,
(hierna: verzoeker).

1.De procedure

1.1.
Op 1 september 2023 heeft verzoeker tijdens de politierechterzitting een verzoek ingediend tot wraking van mr. A.J. Reitsma (hierna: de rechter) in de zaak met parketnummer 16-288313-21 (hierna: de hoofdzaak).
1.2.
Op 18 september 2023 heeft verzoeker de gronden voor zijn verzoek tot wraking aangevuld.
1.3.
De rechter heeft niet berust in de wraking.
1.4.
Gelet op het hiernavolgende heeft geen mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek plaatsgevonden.

2.De beoordeling

2.1.
Artikel 512 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van de verdachte of het openbaar ministerie kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
De hoofdzaak is op 1 september 2023 op zitting behandeld. De rechter heeft het onderzoek na de inhoudelijke behandeling gesloten om vervolgens mondeling uitspraak te doen. Kort na de mondelinge uitspraak heeft verzoeker de rechter gewraakt.
2.3.
Het middel van wraking is toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die tegenover een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die daarvoor vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Een wrakingsverzoek kan daarom worden ingediend in elke stand van het geding, maar alleen vóór de einduitspraak. Verzoeker heeft na de mondelinge einduitspraak het wrakingsverzoek ingediend. Omdat de rechter het onderzoek had gesloten en al uitspraak had gedaan is er een einde aan het geding gekomen en bestond op dat moment niet langer de mogelijkheid tot wraking.
2.4.
De wrakingskamer zal verzoeker daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn wrakingsverzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, de betrokken teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. A.F. Hermans en mr. M.M. Janssen als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. L.C.J. van der Heijden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.