ECLI:NL:RBMNE:2023:5117

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/4472
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot stillegging van werkzaamheden op basis van de Arbowet

Op 14 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Velpro B.V. en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze uitspraak volgde op een eerder bevel van de minister tot stillegging van de werkzaamheden van Velpro B.V. voor een periode van een maand, zoals vastgesteld in een uitspraak van 7 september 2023. De inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie had op 13 september 2023 aan Velpro B.V. meegedeeld dat de stillegging op 15 september 2023 om 7.00 uur zou ingaan.

Velpro B.V. verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij meer tijd zou krijgen om twee lopende projecten over te dragen voordat de stillegging zou ingaan. De verzoekster stelde dat deze projecten uiterlijk op de woensdag na de stillegging afgerond zouden zijn. De minister gaf echter aan dat de datum van stillegging duidelijk was gecommuniceerd en dat er geen aanleiding was om deze datum te verschuiven.

De voorzieningenrechter heeft, gezien de spoed van de zaak, zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek van Velpro B.V. afgewezen. De rechter oordeelde dat Velpro B.V. zich bewust was van de stillegging bij de aanname van de projecten en dat zij de risico's van deze beslissing zelf moest dragen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om de stillegging uit te stellen en dat de minister het bevel tot stillegging mocht handhaven. Er werd geen griffierecht of proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4472

uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 september 2023 in de zaak tussen

Velpro B.V., uit [vestigingsplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. M.A.E. Ceelen),
en

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(gemachtigde: mr. J.P. Stokkers).

Inleiding

1. De voorzieningenrechter heeft in de uitspraak van 7 september 2023 (zaaknummer 23/2768) beslist dat de minister mag bevelen dat de werkzaamheden van verzoekster voor een maand worden stilgelegd. Deze uitspraak is dezelfde dag aan partijen verzonden.
2. De inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie heeft op 13 september 2023 mondeling aan verzoekster laten weten dat haar bedrijf op vrijdag 15 september 2023 om 7.00 uur wordt stilgelegd.
3. Verzoekster heeft vervolgens op 13 september 2023 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen door aan haar nog een redelijke termijn te gunnen om twee lopende projecten te kunnen overdragen voordat haar bedrijf wordt stilgelegd. Zij stelt dat de twee projecten op vrijdagmiddag en uiterlijk volgende week woensdag zijn afgerond.
3.1.
De minister heeft in reactie op het verzoek op 14 september 2023 bericht dat het bevel tot stillegging ingaat binnen één week na de uitspraakdatum, dat deze datum duidelijk naar verzoekster is gecommuniceerd en dat hij geen aanleiding ziet om die datum verder op te schorten. Hij stelt ook dat in die procedure al is aangegeven dat het bevel tot stillegging één week na de uitspaak zou worden geëffectueerd, als de uitkomst voor verzoekster negatief zou zijn.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Gelet op de aanwezige spoed doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder het houden van een zitting. [1]
5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoekster de twee projecten al eerder dit jaar had aangenomen en dat zij de werkzaamheden feitelijk is gestart op 11 september j.l. en op 12 september j.l en dus pas na de uitspraak op de voorlopige voorziening. Dit betekent dat verzoekster al bij de start van de werkzaamheden wist dat haar bedrijf op 15 september 2023 zou worden stilgelegd. Onder deze omstandigheden bestaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen aanleiding om aan verzoekster nog een nadere termijn te gunnen om de werkzaamheden over te dragen. Verzoekster heeft hiermee bewust een risico genomen en de gevolgen hiervan dienen voor haar rekening te blijven.

Conclusie en gevolgen

7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de minister aan verzoekster mag bevelen dat zij op vrijdag 15 september 2023 om 7.00 uur haar werkzaamheden stillegt. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.E. Mollerus, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 september 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.