In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 18 september 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, afkomstig uit Curaçao, had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 26 november 2021. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft op 12 juli 2023 een verweerschrift ontvangen, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek daarop gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 18 februari 2023 in gebreke gesteld, en het beroep is pas op 8 juni 2023 ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dit moet binnen een termijn van zes weken na de verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 209,25, en het betaalde griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.