In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 15 september 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 3 augustus 2021 tegen de definitieve beschikking van 30 juni 2021 betreffende compensatie voor kinderopvangtoeslag over de jaren 2010, 2011 en 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de ingebrekestelling op 21 juni 2022 door verweerder is ontvangen en eiseres pas op 16 maart 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 209,25, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.