In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 3 februari 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 18 mei 2021, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist. Eiseres stelde de Belastingdienst in gebreke op 27 mei 2022, maar het beroep werd pas op 17 november 2022 ingediend, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het griffierecht van € 50,- werd vergoed. De rechtbank benadrukte dat de termijn van twaalf weken gerechtvaardigd was gezien de complexiteit van de herbeoordelingen en het aantal aanvragen.