ECLI:NL:RBMNE:2023:5094

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
16-600562-07
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 21 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, geboren in 1967. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene is ter beschikking gesteld na veroordeling voor ontucht met minderjarigen, en de tbs is ingegaan op 27 augustus 2009. De rechtbank heeft geconstateerd dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene en dat het recidiverisico, bij beëindiging van de maatregel, als matig wordt ingeschat. De deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de afhankelijkheid van de betrokkene van zorg en begeleiding. De rechtbank heeft de positieve ontwikkeling van de betrokkene in zijn behandeling erkend, maar concludeert dat de behandeling nog niet zodanig is afgerond dat een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel mogelijk is. De rechtbank heeft daarom besloten de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen voorop staan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-600562-07 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 21 augustus 2023.
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] te [plaats] ,
hierna: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem van 20 juli 2009 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij meermalen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd en hij met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 27 augustus 2009;
  • de beslissing van deze rechtbank van 23 augustus 2021, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 6 juli 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de inrichting) van 28 juni 2023, opgemaakt door [medewerker GGZ 1] (verpleegkundig specialist GGZ en behandelcoördinator) en drs [medewerker GGZ 2] (psychiater, Voorzitter Raad van Bestuur en Hoofd van de Instelling), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 31 mei 2023, opgemaakt door I. Maksimović, psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 16 juni 2023, opgemaakt door A.J. de Groot, psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 24 mei 2021 tot en met 4 april 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 21 augustus 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.A. Nieli;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te ‘sGravenhage;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [medewerker GGZ 1] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde verlengingsadvies.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als matig.
Betrokkene is erg afhankelijk van zorg en begeleiding. Binnen de gestelde kaders kan hij zich goed redden en kan het behandelteam snel handelend optreden, zodat hij beter leert om te gaan met spanningen en seksuele fantasieën. Mocht betrokkene niet tijdig begrensd worden, zich aan zijn lot overgelaten voelen, langdurig het gevoel hebben dat anderen bevoordeeld worden boven hem, meer gezien worden of aardiger gevonden worden dan hij, dan heeft hij onvoldoende mogelijkheden om zijn vaardigheden adequaat toe te passen. Het is dan ook nodig dat hij zijn libidoremmende medicatie blijft gebruiken en dat er sprake is van een forensisch kader om te voorkomen dat hij terugvalt in delictgerelateerd gedrag.
Het advies luidt de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen concluderen dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis.
Bij het wegvallen van het kader van de tbs achten de deskundigen het recidiverisico (oplopend naar) hoog.
Het advies luidt de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de tbs met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging en betrokkene hebben ter zitting aangegeven zich te kunnen vinden in de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering – kan de tbs worden verlengd?
Betrokkene is bij arrest van 20 juli 2009 veroordeeld voor – kort samengevat – het meermalen plegen van ontucht met minderjarigen.
De tbs is niet gemaximeerd. Hoewel dit niet uitdrukkelijk is overwogen in
het veroordelend arrest blijkt daaruit duidelijk dat sprake was van misdrijven die zijn
gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of
meer personen.
Omdat de tbs niet is gemaximeerd kan de tbs worden verlengd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornissen bij betrokkene, te weten:
- een pedofiele stoornis, seksueel aangetrokken tot beide seksen, niet exclusieve type;
- een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met trekken uit alle clusters;
- een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis;
- een depressieve stoornis, recidiverend (volledig in remissie);
- een agorafobie zonder paniekstoornis (volledig in remissie).
Gelet op de adviezen van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen concludeert de rechtbank dat het recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel op korte termijn matig is en op langere termijn kan oplopen tot hoog.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs vereist. Daarbij wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene de positieve ontwikkeling die eerder is ingezet, in de afgelopen periode heeft kunnen voortzetten. Betrokkene heeft ter zitting benadrukt dat de structuur en begeleiding in de huidige transmurale voorziening hem veiligheid en overzicht geven. Het (onbegeleid) verlof verloopt goed en is in de afgelopen tijd verder uitgebreid.
Betrokkene heeft aangegeven dat hij stappen wil nemen in zijn vervolgtraject: hij wil graag naar [instelling 1] , een woon- en zorgboerderij. Er is inmiddels een positief kennismakingsgesprek geweest en binnenkort zal hij een bezoek brengen aan [instelling 1] .
Omdat de begeleiding op [instelling 1] minder intensief zal zijn maakt betrokkene de komende tijd eerst een tussenstap naar [instelling 2] . [instelling 2] is een transmurale voorziening buiten het terrein van de [verblijfplaats] . De mate van begeleiding in [instelling 2] is vergelijkbaar met [instelling 1] . Door deze tussenstap te maken kan betrokkene binnen een vertrouwde omgeving oefenen met meer zelfstandigheid.
Als het verblijf in [instelling 2] gedurende een aantal maanden goed verloopt zal een aanvraag voor verblijf in [instelling 1] worden gedaan.
Betrokkene heeft ter zitting zelfinzicht getoond en heeft aangegeven dat hij voorzichtig nieuwe stappen wil zetten om te voorkomen dat hij nog een keer in de fout gaat.
De rechtbank is van oordeel dat er zonder meer voortgang zit in de behandeling van betrokkene, maar dat die niet binnen twee jaar zover zal zijn afgerond dat een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel aan de orde zal zijn.
De rechtbank zal om die reden, volgens het uitgangspunt, de maatregel met twee jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. G.A. Bos en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen – van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2023.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.