ECLI:NL:RBMNE:2023:5092

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
16.170031.22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heimelijk fotograferen van een deels ontklede vrouw in een winkel

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 26 september 2023, staat de verdachte terecht voor het opzettelijk en wederrechtelijk maken van een seksueel getinte foto van een deels ontklede vrouw in een kledingwinkel in Utrecht op 6 juli 2022. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, die verklaarde dat zij tijdens het passen van kleding in de winkel betrapt werd door de verdachte, die heimelijk foto's maakte. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld, waaronder de verklaring van de verdachte zelf, die aangaf dat het maken van dergelijke foto's hem een adrenalineboost gaf en dat hij zich niet bewust was van de impact op het slachtoffer.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het ten laste gelegde feit, ondanks zijn verweer dat de foto's niet konden worden bewezen omdat hij de SD-kaart had vernietigd. De rechtbank vond dat de omstandigheden, waaronder de heimelijke wijze van fotograferen, een ernstige inbreuk op de privacy van het slachtoffer vormden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 37 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere gedrag en de hulpverlening die hij had ontvangen.

De rechtbank besloot ook dat de in beslag genomen camera, die was gebruikt voor het maken van de foto's, verbeurd werd verklaard. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven, en de rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere voorwaarden nodig waren, aangezien de reclassering geen verdere interventies adviseerde. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is het resultaat van een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.170031.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 september 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[woonadres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M. Klappe en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.G. Eckhardt, advocaat te 's-Gravenhage naar voren hebben gebracht. Ook was aanwezig en is gehoord V. Grimbergen , reclasseringswerker van GGZ Fivoor Den Haag. Ook was aanwezig de benadeelde partij, [slachtoffer] .

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 6 juli 2022 te Utrecht opzettelijk en wederrechtelijk een seksueel getinte foto heeft gemaakt van het deels ontklede bovenlijf van [slachtoffer] .

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
Het valt niet te bewijzen dat verdachte daadwerkelijk een afbeelding van [slachtoffer] heeft gemaakt omdat hij de SD-kaart van de camera, na het maken van de opname, in stukken heeft gebroken. Verdachte heeft niet kunnen controleren of de foto van [slachtoffer] was gelukt en door de heimelijke wijze waarop hij de afbeeldingen heeft gemaakt is het ook mogelijk dat deze zijn mislukt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Verdachte heeft ter zitting onder meer het volgende verklaard:
“Ik was op de damesafdeling van de [kledingketen] en heb de camera die ik in mijn hand had geactiveerd toen [slachtoffer] in haar BH stond. Het was mijn bedoeling daar een afbeelding van te maken. Mijn camera maakt 1 of 2 beelden per seconde en ik heb de camera 1 of 2 minuten aangezet en op haar gericht gehouden. Het heimelijk maken van afbeeldingen van jonge vrouwen geeft mij een adrenaline boost en het heeft een seksuele component.“
In de aangifte staat onder meer het volgende vermeld:
“Op 6 juli 2022 was ik aan het winkelen in de [kledingketen] te Utrecht. Omdat de kleedkamers gesloten waren stond ik in de winkel kleding te passen. [2] Ik trok mijn shirt uit en stond in mijn BH. Ik zag een man heen weer lopen. Toen ik bukte om mijn shirt te pakken, keek ik direct in de hand van de man. De afstand tussen de man en mij was ongeveer twee of drie meter. Ik zag een klein cameraatje met een ronde lens in de rechter hand van de man. Ik zei : "die man was mij aan het filmen." Ik zag vervolgens dat de man snel weg liep en de camera in zijn rechter broekzak deed.” [3]
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheid dat verdachte - nadat hij op heterdaad was betrapt - de SD-kaart van zijn camera in stukken heeft gebroken, niet betekent dat het strafbare feit niet kan worden bewezen. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat verdachte met zijn camera afbeeldingen van [slachtoffer] heeft gemaakt. Dat de foto’s nu niet meer beschikbaar zijn doet daar niet aan af.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 6 juli 2022 te Utrecht,
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, [slachtoffer] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto waarop te zien is dat
het bovenlijf van die [slachtoffer] gedeeltelijk ontkleed is, heeft vervaardigd.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van een persoon.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 7 dagen, met aftrek van het voorarrest en
- een gevangenisstraf van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als (bijzondere) voorwaarden: meewerken aan gedragsinterventies en meewerken aan controle van gegevensdragers.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit is een gevangenisstraf gelijk aan de tijd doorgebracht in voorarrest passend. Er is geen reden om (ook) een voorwaardelijke straf op te leggen omdat de recidivekans laag is en de reclassering geen bijzondere voorwaarden adviseert.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op de damesafdeling van een kledingwinkel stiekem foto’s gemaakt van een jonge vrouw die in haar BH stond terwijl zij kleding aan het passen was. Het slachtoffer heeft verklaard dat de pashokjes op dat moment gesloten waren en dat haar moeder, oma en zus dichtbij haar waren komen staan om haar zo veel mogelijk uit het zicht te houden. Dat verdachte heimelijk foto’s van het slachtoffer heeft gemaakt betekent een inbreuk op de privacy van het slachtoffer. Verdachte heeft zich hierbij puur laten leiden door zijn eigen behoeftes (een adrenaline kick, een vorm van seksuele opwinding) en heeft geen oog gehad voor de gevolgen voor het slachtoffer. Tijdens de zitting is gebleken dat het voorval nog steeds impact heeft op het slachtoffer. De rechtbank neemt dit verdachte bijzonder kwalijk.
Uit het dossier blijkt dat verdachte al vele jaren veelvuldig stiekem foto’s maakte van met name de billen van jonge vrouwen (soms onder de rok), terwijl ervan uit kan worden gegaan dat zij daar nooit toestemming voor hebben gegeven. Verdachte bewaarde de duizenden beelden op gegevensdragers thuis. Dit vindt de rechtbank zeer zorgelijk.
De rechtbank neemt in aanmerking dat het aan het doortastend optreden van het slachtoffer te danken is dat deze zaak (wel) aan het licht is gekomen en dat verdachte is gestopt met zijn gewoonte van het heimelijk, intiem fotograferen van jonge vrouwen. Tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis heeft verdachte daarom ook gedwongen hulpverlening gekregen. Er in de media publiciteit aan deze zaak gegeven, verdachte heeft zijn baan verloren en het voorval heeft grote gevolgen gehad voor zijn sociale leven. Ook is verdachte het aanzien dat hij voorheen genoot kwijt. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte zijn les heeft geleerd nu hij op heterdaad is betrapt.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 3 augustus 2023 (hierna: strafblad);
- een reclasseringsadvies van 12 mei 2023.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder vanwege soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is geweest. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden en acht verdere interventies of toezicht niet nodig. De reclassering schat de kans op herhaling laag in. Verdachte is in behandeling bij De Waag, wat zijn inzicht in zijn delinquente gedrag heeft vergroot. Verder beschikt verdachte over beschermende factoren en kan hij terug vallen op een steunend netwerk.
De rechtbank is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, van oordeel dat passend en geboden is een gevangenisstraf van 37 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Vanwege de ernst van het feit kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan de tijd doorgebracht in voorarrest. Dit betekent echter wel dat verdachte in principe niet terug hoeft naar de gevangenis. De rechtbank ziet geen aanleiding tot het opleggen van bijzondere voorwaarden omdat de reclassering dat niet heeft geadviseerd. Daarmee wijkt de rechtbank enigszins af van de eis van de officier van justitie.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is op 12 juli 2023 geschorst onder voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis dient te worden opgeheven.

9.BESLAG

Uit de beslaglijst blijkt dat onder meer beslag is gelegd op
- PL0900-2022195655-G3014656 (gegevensdrager);
- PL0900-2022195655-G3014647 (videocamera);
- PL0900-2022195655-G3014661 (gegevensdrager).
De officier van justitie heeft ter zitting toegelicht dat het beslag nog betreft de camera, de gebroken SDkaart en een andere SD-kaart. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen goederen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft ter zitting bepleit dat, bij vrijspraak, de camera aan verdachte dient te worden terug gegeven. Verdachte heeft ter zitting afstand gedaan van de (overige) in beslag genomen goederen.
De rechtbank zal de in beslag genomen camera (PL0900-2022195655-G3014647) verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp is het bewezen verklaarde feit begaan.
Nu verdachte afstand heeft gedaan van de overige in beslag genomen voorwerpen, hoeft de rechtbank daarop niet meer te beslissen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a en 139h van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 37 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 30 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 PL0900-2022195655-G3014647;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Piet, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en I.G.C. Bij de Vaate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen-van der Hoek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 juli 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, [slachtoffer] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto/video/film, waarop te zien is dat (het bovenlijf van) die [slachtoffer] geheel of gedeeltelijk ontkleed is, heeft vervaardigd;
( art 139h lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 11 juli 2022, genummerd PL09002022195655, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 109 en een aanvullend procesdossier. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 3.
3.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 4.