In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 2 februari 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 1 april 2021, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en had verweerder in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat de beslistermijn inderdaad was overschreden. De rechtbank bepaalde dat verweerder alsnog binnen twaalf weken na de uitspraak een besluit moest nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen waren verstreken sinds verweerder in gebreke was. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moest door verweerder worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.