Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
“I am afraid I need to inform you that I decided to request you not to enter the [gebouw] nor to make any contacts to laboratory members of the [afdeling] section, with the exception of [E (voornaam)] ([E] ktr
). (…) I needed to take this decision as a number of bystanders raised concerns that they and others feel unsafe in your presence, due to a number of incidents. This is a serious allegation. I will investigate these claims and I will ask my secretary to make an appointment with you to hear your view on these mathers (…)”
- Pesten: Roddelen, kleineren, diskwalificeren, schreeuwen, beledigen, bekritiseren werk/privé
- Discriminatie (Direct/indirect onderscheid): op basis afkomst, gender, zwangerschap
- Intimidatie en seksueel getinte opmerkingen schreeuwen en beledigen vallen ook onder intimidatie
- Uit de inventarisatie komt ook duidelijk naar voren dat het merendeel van de geïnterviewden het gesprek met de veroorzaker is aangegaan over het ervaren ongewenste gedrag. Dit heeft echter niet of nauwelijks effect gehad.
[eiser (voornaam)] de kans geven zijn PhD te behalen echter onder voorwaarden dat de veiligheid van de medestudenten op de werkvloer gegarandeerd worden.
Op basis van ervaren onveiligheid van medestudenten een persoonsgericht onderzoek naar ongewenste omgangsvormen. “
Gedurende het onderzoek van de CII kunt u blijven werken aan uw proefschrift. Daarbij maken wij wel de volgende kanttekening: gezien de ernst van de signalen dienen wij maatregelen te nemen om de sociale veiligheid van de medewerkers binnen de [afdeling] -groep te kunnen garanderen. Daarom ontzeggen wij u per direct de toegang tot het [gebouw] . Dat betekent dat u gedurende het onderzoek van de CII geen werkzaamheden in het laboratorium van het [gebouw] mag uitvoeren. U neemt verder geen actief contact op met medewerkers van de [afdeling] sectie. Contact met (co)promotors zal plaatsvonden buiten het [gebouw] .”
3.Het geschil
4.De beoordeling
officiëleklachten en
officiëlemeldingen. Bij díe klachten en meldingen moet de regeling in acht worden genomen en die klachten worden zodoende door de Commissie Interpersoonlijke Integriteit (hierna: CII) in behandeling genomen. Tussen partijen is niet in geschil dat in dit geval geen sprake is van officiële klachten en officiële meldingen (maar van anonieme meldingen/signalen). Weliswaar bevat de hiervoor genoemde regeling een bepaling die maakt dat anonieme klachten en anonieme meldingen toch door de CII in behandeling worden genomen, maar – zo volgt uit de regeling – dan moet er sprake zijn van een zwaarwegend belang om de kwestie te onderzoeken, waarbij de te onderzoeken kwestie een potentieel risico vormt voor de sociale veiligheid binnen [gedaagde] . [gedaagde] heeft toegelicht dat zij, gelet op de impact van een onderzoek door de CII, niet lichtvaardig met deze uitzonderingsbepaling omgaat en zij daarom eerst een verkennend vooronderzoek wilde (laten) verrichten, om te beoordelen of sprake was van een ‘potentieel risico’.