ECLI:NL:RBMNE:2023:5063

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
16/057880-23 en 16/134033-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grensoverschrijdend seksueel gedrag en schennispleging

Op 26 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen een verdachte, geboren in 1989 in Hongarije, die zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend seksueel gedrag. De verdachte is bij verstek veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. De zaak betreft twee incidenten: de eerste vond plaats op 20 februari 2023 in Achterveld, waar de verdachte een vrouw bij haar middel greep en haar billen betastte, wat als aanranding werd gekwalificeerd. De tweede gebeurtenis vond plaats op 31 mei 2023 in Amersfoort, waar de verdachte zich op een openbare plaats met ontbloot geslachtsdeel bevond en zichzelf bevredigde, wat als schennispleging werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 12 september 2023 heeft de officier van justitie, mr. A. Dam, de verdachte beschuldigd en de rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de tenlasteleggingen wettig en overtuigend bewezen waren, en sprak de verdachte vrij van andere beschuldigingen. De rechtbank heeft ook de impact van de feiten op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De benadeelde partij, een van de slachtoffers, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 57, 239 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/057880-23 en 16/134033-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 september 2023
in de gevoegde strafzaken tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats] (Hongarije),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 september 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/057880-23
op 20 februari 2023 in Achterveld [slachtoffer] plotseling bij haar middel heeft gegrepen en haar billen heeft betast, dit is primair ten laste gelegd als aanranding en subsidiair als dwang;
16/134033-23
op 31 mei 2022 in Amersfoort de eerbaarheid heeft geschonden door zich op een openbare plaats met ontbloot geslachtsdeel te bevinden en zich af te trekken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder parketnummer 16/057880-23 primair en het onder parketnummer 16/134033-23 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie acht de rechtbank, op grond van de inhoud van de hieronder opgenomen bewijsmiddelen, het tenlastegelegde onder parketnummer 16/057880-23 primair en het tenlastegelegde onder parketnummer 16/134033-23 wettig en overtuigend bewezen.
De bewijsmiddelen:
16/057880-23
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 20 februari 2023, genummerd PL0900-2023052668-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] van politie Midden-Nederland, pagina 6 - 10, zakelijk weergegeven:
Op 19 februari 2023 ben ik naar Achterveld gegaan. Ik merkte dat er iemand achter ons aan fietste. [1] Ik had niet het idee dat hij ons volgde, maar vroeg [getuige 1] toch om wat harder te gaan fietsen. [getuige 1] en ik reden vervolgens wat harder. Dit heeft ongeveer 2 a 3 minuten geduurd. Ik voelde wat vermoeidheid waarop we tegen elkaar zeiden om toch maar weer normaal te gaan fietsen. Ik merkte dat het stuk dat wij harder zijn gaan fietsen, de man ook harder was gaan fietsen. We wilden rechtsaf slaan, maar op dat moment voelde ik ineens twee armen om mij heen. Ik werd vastgegrepen bij mijn middel. Ik merkte dat ik van achteren vastgepakt werd, ter hoogte van het adres [adres] te [woonplaats ] . Ik merkte dat de man links naast mij kwam en mij van achteren vastpakte. [2]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] van 20 februari 2023, genummerd PL0900-2023052668-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] van politie Midden-Nederland, pagina 11 - 14, zakelijk weergegeven:
Toen wij onderweg waren merkte ik dat er een man achter ons aan fietste. Ik zou deze man als volgt kunnen omschrijven:
-ongeveer 1,70 meter lang;
-gezet postuur;
-wit pak aan;
-kaal met stoppeltjes aan de zijkant van zijn hoofd;
-40 a 45 jaar;
-hij had een zwarte fiets zonder versnellingen;
-ik denk dat hij Pools was want hij sprak Engels. [3]
Deze man haalde ons ineens links in. Terwijl hij dit deed zag ik dat hij [slachtoffer] bij haar middel en bij haar kont pakte. Ik zag dat hij zijn rechterarm over haar middel haalde en haar kont vastgreep. [4]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2023, genummerd PL0900-2023052668-9, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] van politie Midden-Nederland, pagina 30 - 34, zakelijk weergegeven:
Gedurende mijn rit langs het fietspad vanaf Achterveld tot aan het aantreffen van het slachtoffer en de getuige ben ik niemand op het fietspad tegen gekomen, met uitzondering van de man. [5] Ik zag dat beide vrouwen in tranen waren. Ik zag dat met name [slachtoffer] erg geëmotioneerd was. Ik zag dat ze lang naar beneden keek, tranen over haar wangen rolde en haar hand voor haar mond hield. [6]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2023, genummerd PL0900-2023052668-7, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van politie Midden-Nederland, pagina 18 - 20, zakelijk weergegeven:
Omstreeks 00.15 uur, stonden wij verbalisanten op de Hessenweg te Achterveld. Aldaar zag ik [verbalisant 5] een manspersoon op een fiets fietsen. Het signalement van de man kan ik als volgt omschrijven:
- man
- kaal
- Oost Europees uiterlijk.
- 30-40 jaar oud.
- wit trainingsjas met achterop een afdruk Hungary.
Wij hoorden van het operationeel centrum Utrecht dat op de Hessenweg een dame zou zijn aangerand. Wij reden over de Hessenweg toen wij een manspersoon zagen fietsen die volledig voldeed aan het signalement. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , herkende de man direct als de man ik eerder al had zien fietsen. [7] Wij hielden de persoon staande, hij gaf op te zijn: [verdachte] geboren [1989] . [8]
16/134033-23
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 30 mei 2023, genummerd PL0900-2023159587-7, opgemaakt door [verbalisant 6] van politie Midden-Nederland, pagina 5 - 8, zakelijk weergegeven:
Op 30 mei 2023 zijn wij het Bloeidaalpad ingelopen. Ik zag een man. [9] Ik zag dat hij tussen de bosjes aan de rechterkant van het pad stond. Ik zag dat hij met een hand zijn geslachtsdeel penetreerde terwijl hij ons aankeek. [10]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 30 mei 2023, genummerd PL0900-2023159587-3, opgemaakt door [verbalisant 7] van politie Midden-Nederland, pagina 9 - 11, zakelijk weergegeven:
Op 30 mei 2023 liep ik op het Bloeidaalpad. Toen zag ik dat hij zichzelf aan het bevredigen was. [11] Hij stond in de bosschages. Ik zag dat hij helemaal naakt was. Ik zag dat hij zichzelf aan het aftrekken was. [12]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 mei 2023, genummerd PL0900-2023159587-4, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 12 e.v., zakelijk weergegeven:
Op 30 mei 2023 ontvingen wij een melding van een mogelijke schennispleging op het Bloeidaalpad in Amersfoort. De verdachte bleek [verdachte] , geboren op [1989] te Hongarije. De melder zag de man staan en zei dat dit de persoon was over wie zij gebeld had. [13]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/057880-23, primair
op 20 februari 2023 te Achterveld, gemeente Leusden, door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte de billen van die [slachtoffer] vastgepakt en aangeraakt, en bestaande dat geweld uit het
- achter die [slachtoffer] aanfietsen en die [slachtoffer] op de fiets volgen en
- die [slachtoffer] bij de middel vastpakken en -grijpen en
- het plotseling onverhoeds uitvoeren van bovengenoemde handelingen;
16/134033-23
omstreeks 31 mei 2023 te Amersfoort de eerbaarheid heeft geschonden op een plaats voor het openbaar verkeer bestemd, te weten het Bloeidaalpad en de bosjes naast de weg, door zich aldaar met ontbloot geslachtsdeel en ontbloot lichaam te bevinden en zichzelf af te trekken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16/057880-23
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
16/134033-23
schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich binnen een aantal maanden twee keer schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend seksueel gedrag naar vrouwen. Zo heeft hij zich schuldig gemaakt aan een aanranding door laat op de avond en op een afgelegen locatie achter het slachtoffer aan te fietsen en haar plotseling bij haar middel en billen te grijpen. Hiermee heeft verdachte respectloos gehandeld jegens het slachtoffer en haar recht op lichamelijke integriteit ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen behoeften. Ter terechtzitting is gebleken dat het voorval nog steeds impact heeft op het slachtoffer. Verdachte is hiervoor verantwoordelijk.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van schennis van de eerbaarheid op de openbare weg door zichzelf naakt in de bosjes te bevredigen terwijl hij naar twee jonge vrouwen keek. Het is een feit van algemene bekendheid dat het een angstaanjagende ervaring kan zijn om onverwacht en ongewenst met een dergelijk handelen te worden geconfronteerd. Dit blijkt ook uit de verklaringen van de betrokken vrouwen. Daarnaast wordt dergelijk gedrag in het algemeen als onfatsoenlijk en aanstootgevend beschouwd en kan het ook gevoelens van onveiligheid meebrengen. Verdachte heeft dit ondergeschikt gemaakt aan zijn verlangen om zijn eigen lustgevoelens te bevredigen.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook acht geslagen op het een uittreksel justitiële documentatie van 3 augustus 2023, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit. Uit de retourrapportage van de reclassering van 1 september 2023 blijkt dat verdachte naar alle waarschijnlijkheid is vertrokken naar Hongarije.
De straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd. De rechtbank constateert dat de eis van de officier van justitie hoger is dan de straffen in vergelijkbare gevallen en hoger dan de strafvorderingsrichtlijnen van het Openbaar Ministerie. Hiervoor ziet de rechtbank echter onvoldoende aanknopingspunten. Gezien de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 385, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/057880-23 ten laste gelegde feit. De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering nu de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. Bovendien heeft de benadeelde partij ter terechtzitting verklaard dat het eigen risico van de ziektekostenverzekering (deels) ook al door andere omstandigheden dan het bewezen verklaarde feit is aangesproken.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen de kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 57, 239 en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van een (1) maand;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
  • verklaart [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mr. I.G.C. Bij de Vaate en mr. H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/057880-23
hij op of omstreeks 20 februari 2023 te Achterveld, gemeente Barneveld en/of
Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een
andere
feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en /of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meer ontuchtige handelingen,
immers heeft hij, verdachte
in de bil(len) van die [slachtoffer] geknepen/gewreven en/of de bil(len) van die [slachtoffer]
beet/vastgepakt en/of aangeraakt/betast,
en bestaande dat geweld en/of die feitelijkhe(i)d(en) uit het
- achter die [slachtoffer] aanfietsen en/of die [slachtoffer] op de fiets volgen en/of
- die [slachtoffer] bij de middel vastpakken/grijpen en/of
- plotseling en/of onverhoeds uitvoeren van bovengenoemde handeling(en;)
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 februari 2023 te Achterveld, gemeente Barneveld en/of
Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
[slachtoffer] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft hij, verdachte in de bil(len) van die [slachtoffer] geknepen/gewreven en/of de bil(len) van die [slachtoffer] beet/vastgepakt en/of aangeraakt/betast,
en bestaande dat geweld en/of die feitelijkhe(i)d(en) uit het
-achter die [slachtoffer] aanfietsen en/of die [slachtoffer] op de fiets volgen en/of
-die [slachtoffer] bij de middel vastpakken/grijpen en/of
-plotseling en/of onverhoeds uitvoeren van bovengenoemde handeling(en);
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
16/134033-23
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Amersfoort, in elk geval in Nederland,
de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten het Bloeidaalpad en/of de bosjes naast de weg,
door zich aldaar met otbloot geslachtsdeel en/of ontbloot lichaam te bevinden
en/of zichzelf af te trekken;
( art 239 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Pagina 6.
2.Pagina 7.
3.Pagina 11.
4.Pagina 12.
5.Pagina 30.
6.Pagina 31.
7.Pagina 18.
8.Pagina 19.
9.Pagina 5.
10.Pagina 6.
11.Pagina 9.
12.Pagina 10.
13.Pagina 12.