Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 november 2022 (hierna: het tussenvonnis),
- de akte van [gedaagde] in reactie op de eiswijziging van [eiser] zoals ingediend voor de rol van 25 augustus 2022,
- de akte tot bewijs tevens inhoudende wijziging van eis van [eiser] ,
- de antwoordakte van [gedaagde] inclusief reactie op de eiswijziging van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
volgens een klusbedrijf (…) laat de luchtafzuiging een vette aanslag achterin de koof achter omdat de terugslagklep niet goed gemonteerd zou zijn en de afgezogen lucht door de koof circuleert en bij de plafondverlichting eruit komt. Betekent dit naar uw oordeel dat de afzuigkap niet op een correcte wijze is gemonteerd c.q. aangesloten door de aannemer?’
Daarop reageert [bedrijf 3] : ‘
wanneer lucht teruggeblazen wordt via de spotjes in de koof heeft dit inderdaad te maken met de montage van de afzuigunit. (…). Of dit komt door de terugslagklep durf ik niet te zeggen, maar de kans is inderdaad aanwezig.’
[gedaagde]het gebrek aan de afzuigkap heeft veroorzaakt. Uit de door [eiser] ingebrachte bewijzen kan niet worden afgeleid dat [gedaagde] - en niet een derde - de afzuigkap ondeugdelijk heeft gemonteerd. [eiser] heeft de gemotiveerde stelling van [gedaagde] , dat de afzuigkap er na plaatsing door [eiser] af is gehaald voor het uitvoeren van nadere werkzaamheden en dat derden de afzuigkap terug hebben geplaatst (zoals weergegeven in punt 4.29 van het tussenvonnis), daarmee onvoldoende betwist.
€ 1.098,24 worden begroot.
3.De beslissing
€ 10.962,00 exclusief btw, waarbij [gedaagde] de nog openstaande factuur van € 6.000,00 zoals hierna onder punt 3.6 genoemd met dit bedrag mag verrekenen,