In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van DHL Parcel (e-Commerce) B.V. tegen de afwijzing van haar verzoek om vrijstelling van bepaalde regels uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1999 (RVV 1999) op grond van artikel 147 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). De rechtbank stelt vast dat de aanvraag door de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat Verkeer- en Watermanagement, is afgewezen omdat de werkzaamheden van eiseres niet kunnen worden aangemerkt als een openbare dienst of een daarmee gelijk te stellen dienst. De rechtbank oordeelt dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel, aangezien PostNL weliswaar een vrijstelling heeft gekregen voor haar universele postdienst (UPD), maar DHL geen UPD-diensten verricht. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder in redelijkheid is genomen en dat er geen aanleiding is om de diensten van DHL als gelijkwaardig aan die van PostNL te beschouwen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan op 6 september 2023.