Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
20 december 2017 hebben inspecteurs van de gemeente onder andere geconstateerd dat de keldermuur tussen de panden van eiser en derde-partij in een slechte staat van onderhoud verkeerde. Het college is daarop gestart met handhavingstrajecten vanwege overtredingen van bouwregelgeving, eerst alleen richting eiser, later ook richting derde-partij. Dit alles heeft geleid tot een langdurig geschil en meerdere procedures – zowel bestuurs- als civielrechtelijk – tussen eiser, het college en derde-partij.
- eiser, bijgestaan door mr. T. van der Wijden als waarnemer van de gemachtigde van eiser;
- de gemachtigde van het college, zij werd vergezeld door mr. [A] , [B] en drs. [C] en
- [D] , bijgestaan door de gemachtigde van derde-partij.
Beoordeling door de rechtbank
4 november 2022 beroepsgronden ingediend. De beroepsgronden richten zich niet tegen alle onderliggende primaire besluiten, maar wel tegen alle vermeende overtredingen waarover het college in de vijf primaire besluiten én in het bestreden besluit een beslissing heeft genomen. Op 15 mei 2023 heeft eiser nog aanvullende gronden ingediend. Daarmee voldoet het beroep van eiser naar het oordeel van de rechtbank aan de eis dat een beroepschrift ten minste de gronden van het beroep moet bevatten. [1]
Conclusie en gevolgen
€ 1.674,- voor rechtsbijstand. Voor een proceskostenvergoeding in bezwaar bestaat geen aanleiding.
Beslissing
mr.I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op