ECLI:NL:RBMNE:2023:475

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
C/16/550589 / KG ZA 23-10
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van een hond na beëindiging van een relatie

In deze zaak vordert eiser, een man, van zijn ex-partner de afgifte van hun hond, die zij zonder zijn toestemming heeft meegenomen. De relatie tussen partijen is beëindigd in januari 2022, waarna de hond in overleg afwisselend bij hen verbleef. Eiser stelt dat hij de enige eigenaar van de hond is, terwijl gedaagde betwist dat en stelt dat zij gezamenlijk eigenaar zijn. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter, mr. J.P. Killian, de zaak behandeld. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij de enige eigenaar is, ondanks dat hij de hond bij de vorige eigenaar heeft opgehaald en betaald. Gedaagde heeft echter aangetoond dat zij ook heeft bijgedragen aan de kosten van de hond en dat de registratie van de hond op beide namen staat. De voorzieningenrechter concludeert dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de enige eigenaar is, en wijst de vordering af. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 10 februari 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/550589 / KG ZA 23-10
Vonnis in kort geding van 10 februari 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. A. Hofman te Barneveld,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. R.A. van Huussen te Veenendaal.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 3,
  • de door [gedaagde] overgelegde producties 1 t/m 7,
  • de mondelinge behandeling,
  • de pleitnota van [eiser] ,
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Op 1 februari 2023 heeft mr. J.P. Killian, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G. Delissen, griffier, een mondelinge behandeling gehouden. Daarbij was aanwezig de heer [eiser] , bijgestaan door advocaat mr. A. Hofman. Verder was aanwezig mevrouw [gedaagde] , bijgestaan door advocaat mr. R.A. van Huussen.
1.3.
Hierna is bepaald dat vandaag een vonnis zou worden uitgesproken.

2.Waar gaat de zaak over

Partijen hebben een relatie gehad en samengewoond. Tijdens die relatie is in 2016 herdershond [naam] gekocht. In de periode van mei 2021 tot januari 2022 is de relatie tot een einde gekomen en is ook de samenwoning beëindigd. Tot november 2022 verbleef [naam] in overleg afwisselend bij [eiser] en [gedaagde] , maar daarna wilde [eiser] niet meer dat [naam] nog bij [gedaagde] verbleef. [gedaagde] heeft [naam] daarom op 4 januari 2023 zonder toestemming van [eiser] meegenomen. Omdat [gedaagde] weigert [naam] terug te geven is [eiser] deze procedure gestart.

3.De beoordeling

3.1.
[eiser] vordert dat [gedaagde] hond [naam] aan hem teruggeeft en dat het haar verboden wordt om [naam] opnieuw mee te nemen. Aan deze vordering legt [eiser] ten grondslag dat [naam] zijn eigendom is. Hij heeft [naam] als waakhond voor zijn bedrijf aangeschaft. Door [naam] zonder zijn toestemming mee te nemen heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld.
3.2.
[gedaagde] betwist dat [naam] eigendom is van [eiser] . Volgens haar hebben zij [naam] gezamenlijk aangeschaft, gezamenlijk de kosten van [naam] gedragen en hebben zij beiden voor [naam] gezorgd.
Wie is eigenaar van hond [naam] ?
3.3.
Omdat [eiser] stelt dat hij alleen de eigenaar is van [naam] en [gedaagde] dat betwist zal hij dat in dit kort geding voldoende aannemelijk moeten maken . Het spoedeisend belang om met deze procedure hier snel meer duidelijkheid over te krijgen nu [gedaagde] [naam] onder zich heeft genomen is niet in discussie.
3.4.
Niet in geschil is dat [eiser] [naam] bij de vorige eigenaar heeft opgehaald, dat hij die vorige eigenaar heeft betaald en dat [naam] aan hem is geleverd. Verder staat vast dat het patiëntoverzicht van [naam] van [dierenarts] en de facturen van verschillende dierenartsen die [naam] hebben onderzocht en/of behandeld allen op naam staan van de vennootschap van [eiser] en aan hem zijn gericht.
3.5.
[eiser] heeft echter niet laten zien dat hij en/of zijn vennootschap de facturen van de dierenartsen ook daadwerkelijk heeft betaald, terwijl [gedaagde] met de door haar overgelegde Whatsappberichten tussen haar en [eiser] wel aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan de aankoop en medische kosten van [naam] heeft meebetaald en dat ook na beëindiging van de relatie nog heeft gedaan. Verder staat op de NDG-penning van [naam] (een penning die aangeeft dat [naam] is geregistreerd bij de Nederlandse Databank voor Gezelschapsdieren en die ervoor dient om de eigenaar(s) van [naam] te traceren) vermeld ‘ [eiser] [gedaagde] ’. Dat zou een aanwijzing kunnen zijn van het gezamenlijk eigendom. Ook het feit dat [naam] zowel tijdens als na de beëindiging van de relatie van partijen afwisselend alleen met [eiser] of alleen met [gedaagde] in Spanje heeft verbleven, wijst in de richting van gezamenlijk eigenaarschap. Dat geldt ook voor het feit dat [naam] in de woning en op het perceel aan de [adres] in [woonplaats] verbleef, waar partijen jarenlang een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd.
3.6.
Anders dan [eiser] meent is het feit dat één van de dierenartsen op de factuur heeft vermeld dat [naam] een bedrijfshond is niet doorslaggevend voor het eigenaarschap van [naam] . Daar is in dit geval meer voor nodig. Zoals bijvoorbeeld het aankoopbewijs van [naam] , waarvan [eiser] stelt dat hij dat aan de administratie van zijn bedrijf heeft toegevoegd, maar dat hij niet heeft overgelegd. Ook het paspoort of andere (registratie)gegevens van [naam] die meer inzicht zouden kunnen geven over de eigendom van [naam] , heeft [eiser] niet laten zien, terwijl [gedaagde] onbetwist heeft gesteld dat het paspoort en de chipregistratie in het bezit zijn van [eiser] . Overigens doet de omstandigheid dat [naam] vanwege een allergie voor het stof in de kippenschuur en vanwege knieproblemen minder geschikt lijkt als waakhond voor een kippenbedrijf, twijfel ontstaan aan de stelling van [eiser] dat [naam] een bedrijfshond is.
Conclusie
3.7.
[eiser] heeft in dit kort geding onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij de eigenaar is van [naam] . [eiser] had zijn stellingen beter moeten en ook kunnen onderbouwen (zie 3.6.). De door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden en de stukken die zij hebben overgelegd, kunnen ook wijzen op een gezamenlijk eigendom van [naam] . Zijn vordering wordt daarom afgewezen. Dat neemt niet weg dat [gedaagde] onjuist heeft gehandeld door eigenmachtig [naam] weg te halen bij [eiser] . Gelet op het standpunt van [gedaagde] dat [naam] gezamenlijk eigendom is en (vooralsnog) niet vast staat dat [eiser] alleen eigenaar is zullen partijen deze situatie echter onderling moeten oplossen. Een andere mogelijkheid is dat zij een procedure starten waarin zij de rechter vragen om [naam] aan één van hen toe te delen.
De proceskosten
3.8.
[eiser] krijgt weliswaar ongelijk in deze procedure, maar [gedaagde] heeft niet juist gehandeld door hond [naam] zonder zijn toestemming mee te nemen en heeft zo [eiser] in de positie geplaatst dat hij een procedure moest starten. Daarnaast heeft tussen partijen een affectieve relatie bestaan en zullen zij, totdat er duidelijkheid is over wie eigenaar is van [naam] , met elkaar moeten overleggen over de zorg voor [naam] . In deze omstandigheden ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren. Dat betekent dat iedere partij de eigen kosten moet betalen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vordering af,
4.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2023.