ECLI:NL:RBMNE:2023:4726

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/2110
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak zonder beroepsprocedure

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 augustus 2023, in de zaak met zaaknummer UTR 23/2110, is een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, wonende in [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Utrecht, die op 20 januari 2023 had besloten om de woning aan [adres] voor de duur van dertig dagen te sluiten. Na het indienen van bezwaar heeft de burgemeester op 21 juni 2023 een beslissing genomen op het bezwaar, maar tegen dit laatste besluit was geen beroepsprocedure aanhangig gemaakt.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechter constateerde dat er geen beroepsprocedure liep tegen het bestreden besluit, ondanks dat verzoekster hierop schriftelijk was gewezen. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk was, aangezien een voorlopige voorziening alleen kan worden verzocht als er een lopende beroepsprocedure is. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2110

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 augustus 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. F.S. Jansen),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht, burgemeester

(gemachtigde: J. Aznag).

Procesverloop

In het besluit van 20 januari 2023 (primaire besluit) heeft de burgemeester besloten de woning aan de [adres] te [woonplaats] (de woning) voor de duur van dertig dagen te sluiten.
Verzoekster heeft tegen het besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij beslissing van 21 juni 2023 (bestreden besluit) heeft de burgemeester op het bezwaar beslist.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Het verzoek om voorlopige voorziening gaat over het primaire besluit en het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat tegen dat laatste besluit geen beroepsprocedure loopt. Verzoekster is schriftelijk op gewezen, maar dit heeft er niet toe geleid dat zij alsnog beroep heeft ingesteld. Alleen als er ook een beroepsprocedure loopt, kan iemand een verzoek om voorlopige voorziening doen. Omdat dat niet het geval is, is het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 augustus 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.