ECLI:NL:RBMNE:2023:4726
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak zonder beroepsprocedure
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 augustus 2023, in de zaak met zaaknummer UTR 23/2110, is een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, wonende in [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Utrecht, die op 20 januari 2023 had besloten om de woning aan [adres] voor de duur van dertig dagen te sluiten. Na het indienen van bezwaar heeft de burgemeester op 21 juni 2023 een beslissing genomen op het bezwaar, maar tegen dit laatste besluit was geen beroepsprocedure aanhangig gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechter constateerde dat er geen beroepsprocedure liep tegen het bestreden besluit, ondanks dat verzoekster hierop schriftelijk was gewezen. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk was, aangezien een voorlopige voorziening alleen kan worden verzocht als er een lopende beroepsprocedure is. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.