ECLI:NL:RBMNE:2023:4708

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/3864
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in verband met vergunning voor evenement 'Wheels at the Palace'

Op 15 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker uit Malta en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening in afwachting van de beslissing op bezwaar tegen de verleende vergunning voor het evenement 'Wheels at the Palace', dat op 1 september 2023 plaatsvond in de tuin van Paleis Soestdijk. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de verzoeker niet het vereiste afschrift van het besluit heeft overgelegd. Ondanks een brief van de voorzieningenrechter waarin de verzoeker werd verzocht dit verzuim te herstellen, heeft de verzoeker aangegeven dat hij dit niet kon doen vanwege beperkingen die voortvloeien uit zijn detentie. De rechtbank ontving deze brief pas op 12 september 2023, waardoor het verzoek niet tijdig kon worden hersteld.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter beoordeeld of er sprake was van een spoedeisend belang. Aangezien het evenement inmiddels had plaatsgevonden, concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening. Hierdoor werd het verzoek niet inhoudelijk beoordeeld en werd het kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3864

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 september 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] op Malta, verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn, verweerder.

Inleiding

1. Verweerder heeft een vergunning verleend voor het evenement ‘Wheels at the Palace’ dat aanving op 1 september 2023 in de tuin van Paleis Soestdijk. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om, in afwachting van de beslissing op bezwaar, een voorlopige voorziening te treffen en het besluit waarmee de vergunning is verleend te schorsen. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op dat verzoek.
1.1.
Omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. [1] De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, moet zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overleggen. [2] Dit heeft verzoeker niet gedaan. De voorzieningenrechter heeft verzoeker daarom met een brief van
24 augustus 2023 in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen drie dagen te herstellen. Met een brief van 29 augustus 2023 heeft verzoeker aangegeven dat hij wegens de bij zijn detentie behorende beperkingen het verzuim niet kan herstellen. Deze bief heeft de rechtbank pas op 12 september 2023 ontvangen.
3. De voorzieningenrechter treft alleen een voorlopige voorziening als “onverwijlde spoed” dat vereist. [3] De voorzieningenrechter moet dus eerst beoordelen of sprake is van een spoedeisend belang.
3.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het evenement ‘Wheels at the Palace’ inmiddels heeft plaatsgevonden. Zij is daarom van oordeel dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat spoedeisend belang ontbreekt. Dat betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.M.M. Tijink, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
15 september 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.Dit staat in artikel 8:81, vierde lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:5, eerste lid, van de Awb.
3.Artikel 8:81, eerste lid, van de Awb.