1.1.Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
- de dagvaarding met 12 producties is op 6 oktober 2022 bij [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] bezorgd,
- [gedaagde sub 1] heeft niet op de dagvaarding gereageerd. [gedaagde sub 2] heeft schriftelijk op de dagvaarding gereageerd (de conclusie van antwoord). Zij heeft een tegenvordering ingesteld (eis in reconventie) en 20 producties bijgevoegd,
- [eiser] heeft schriftelijk op de tegenvordering gereageerd (conclusie van antwoord in reconventie). Hij heeft de producties 13 tot en met 22 bijgevoegd,
- [eiser] heeft op 12 april 2023 de aanvullende productie 23 toegezonden,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 april 2023. Van wat er is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. [eiser] is verschenen met zijn gemachtigde, mr. P.N.M. Commandeur. [gedaagde sub 2] is verschenen met haar oudste zoon die als tolk heeft gefungeerd en met haar gemachtigde, mr. H.A.J. van Rens. [gedaagde sub 1] is niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend. [eiser] en [gedaagde sub 2] hebben ieder pleitaantekeningen overgelegd. Aan het slot van de zitting is met [eiser] en [gedaagde sub 2] afgesproken dat de zaak wordt aangehouden tot 10 mei 2023, voor overleg over een minnelijke regeling,
- [eiser] en [gedaagde sub 2] hebben per e-mailbericht van 9 respectievelijk 10 mei 2023 aan de kantonrechter bericht dat zij niet tot een minnelijke regeling zijn gekomen en zij vragen de kantonrechter vonnis te wijzen,
- vervolgens heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen. De vonnisdatum is (nader) bepaald op vandaag.