ECLI:NL:RBMNE:2023:4659

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
16. 051376.23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal in vereniging van een auto en poging daartoe

Op 8 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging van een auto en een poging daartoe. De feiten vonden plaats op 3 november 2022, waarbij de verdachte samen met anderen een Toyota RAV4 heeft gestolen in Rotterdam en geprobeerd heeft een andere Toyota RAV4 te stelen in [woonplaats]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien het korte tijdsbestek tussen de gebeurtenissen en de samenhang van de feiten, als medepleger schuldig was aan beide feiten. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, alsook de bewijsvoering van de officier van justitie, zorgvuldig gewogen. De rechtbank achtte de bewijsvoering voldoende om tot een veroordeling te komen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij de rechtbank de vordering van [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaarde en de vordering van [benadeelde 2] gedeeltelijk toewijsde. De rechtbank heeft de zaak op basis van de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.051376.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 september 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. I.M.F. Graumans en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L. Schouten, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht. Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen [benadeelde 1] , benadeelde partij van feit 1, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
op 3 november 2022 te Rotterdam samen met anderen een auto (een Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] ) heeft gestolen door middel van braak en / of verbreking en / of een valse sleutel;
feit 2
op 3 november 2022 te [woonplaats] samen met anderen heeft geprobeerd een auto (een Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] ) te stelen door middel van braak en / of verbreking en / of een valse sleutel.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te beoordelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 1 heeft zij – samengevat – het volgende aangevoerd:
De camerabeelden van de diefstal van de auto zijn van onvoldoende kwaliteit om specifieke kenmerken van daders vast te stellen. Wel is duidelijk dat het kledingsignalement van verdachte ten tijde van zijn aanhouding niet past bij het signalement van de daders op de camerabeelden. Verder zijn er geen DNA sporen van verdachte aangetroffen in de gestolen auto. Ook zijn bij hem geen goederen aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met de diefstal.
Dat de Ford Fiesta van verdachte kort voor de diefstal Rotterdam is binnengereden, betekent bovendien nog niet dat hij zich toen in die Ford bevond. Afgezien daarvan kan niet worden vastgesteld dat de Ford na het binnenrijden van Rotterdam naar de plek van de diefstal is gereden.
Ten aanzien van feit 2 heeft zij – samengevat – het volgende aangevoerd:
De Ford Fiesta van verdachte is enige tijd later waargenomen in [woonplaats] . Waargenomen is toen dat een persoon, die kort daarvoor de in Rotterdam weggenomen Toyota had geparkeerd, instapte in de Ford. Vervolgens stapten twee personen uit aan de bijzitterskant van de Ford. Dit was in de buurt van de plek waar even later is geprobeerd de andere Toyota weg te nemen. Niemand heeft toen aan de bestuurderskant de auto verlaten. Dat betekent dat verdachte degene is die in de auto is blijven zitten. Hij is dus niet één van de personen die heeft geprobeerd de Toyota op de [adres] in [woonplaats] weg te nemen. Het besturen van de Ford is geen handeling die als medeplegen kan worden aangemerkt, maar houdt eerder medeplichtigheid in. Het is geen uitvoeringshandeling, gericht op het wegnemen van de Toyota.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de hem onder feit 1 verweten voltooide diefstal van een auto in Rotterdam en de hem onder feit 2 verweten poging tot diefstal van een auto in [woonplaats] .
De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank heeft de volgende wettige bewijsmiddelen [1] gebruikt:
Aangeefster [benadeelde 2] (feit 2) heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben de eigenaar van een personenauto, merk Toyota type RAV4, kleur wit, voorzien van het kenteken [kenteken] . Op 2 november 2022 omstreeks 17:30 uur parkeerde ik mijn auto op de [adres] ter hoogte van nummer [huisnummer] te [woonplaats] . Ik sloot mijn auto in het geheel af. Op 3 november 2022 omstreeks 05:15 uur stond er politie aan mijn woning. Zij vertelden mij dat er gepoogd was mijn auto te stelen. Ik liep met de politie naar mijn auto en zag dat het kleine ruitje in het linker achterportier was uitgesneden. Verder zag ik dat de auto niet meer afgesloten was. Ook zag ik dat de spiegels naar buiten stonden. Dit gebeurt pas als de auto
ontgrendeld wordt. Verder zag ik dat de motorkap op een kier openstond. Ik deed de motorkap verder open en zag dat de stekker van de linker koplamp los lag. [2]
Verbalisanten hebben – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 3 november 2022 omstreeks 04:48 uur zagen wij op de parallelweg, genaamd [adres] , in [woonplaats] ineens van een witte auto de alarmlichten een keer knipperen. Ik keerde de politieauto en toen we na het draaien weer zicht hadden op de witte auto, zagen we twee personen in donkere kleding wegrennen. We reden eerst naar het voertuig waarvan we alarmlichten zagen knipperen. We zagen dat het ging om een witte Toyota RAV4 met Nederlands kenteken [kenteken] . Wij zagen dat aan de linkerzijde van het voertuig het achterste kleine raampje was verwijderd. Wij zagen behalve de twee personen die wegrenden bij de witte Toyota RAV4 niemand op straat. We zagen dat er op dit vroege tijdstip ook geen auto’s voorbij kwamen op alle straten waar we zicht op hadden.
Ik zag een persoon in het donker gekleed de [adres] uit komen lopen. Ik zag dat deze persoon instapte in een grijskleurig voertuig dat op de [adres] geparkeerd stond. Ik zag dat het voertuig wegreed en met gedoofde lichten de [adres] inreed. Ik startte het dienstvoertuig en reed de [adres] in. Ik zag toen dat een grijze Ford Fiesta met kenteken [kenteken] mij in tegengestelde richting tegemoet kwam rijden. Ik gaf een stopteken waarna de Ford Fiesta stopte. Ik zag toen ook dat de [adres] een doodlopende straat was, waardoor ik geen andere mogelijkheid zag dan dat de grijze auto die ongeveer 15 seconden eerder de [adres] inreed daar blijkbaar gekeerd was en het voertuig was dat nu ook weer de [adres] uit kwam rijden. Ik zag geen andere rijdende voertuigen in de [adres] . [3]
Wij zagen dat er drie personen in de auto zaten. De man op de bestuurdersstoel bleek later te zijn verdachte [verdachte] . De man op de bijrijdersstoel bleek later te zijn verdachte [medeverdachte 1] . De man op de achterbank bleek later verdachte [medeverdachte 2] te zijn.
Ik haalde alle goederen uit de jas- en broekzakken van [medeverdachte 2] en legde deze op de bijrijdersstoel van de auto. Ik vond hierbij een Shell tankpas met registratienummer [registratienummer] en serienummer [serienummer] en geldigheid tot 09/2025. [4]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik deed onderzoek aan de camerabeelden afkomstig van de [adres] in [woonplaats] . Op deze beelden zijn gebeurtenissen te zien die te maken hebben met de poging diefstal van de Toyota RAV4 die geparkeerd stond op de [adres] .
Aan de hand van de gebeurtenissen die te zien zijn op de beelden, is in ieder geval vast komen te staan dat de datum 3 november 2022 zou moeten zijn. Aan de hand van andere gebeurtenissen heb ik kunnen vaststellen dat er een tijdsverschil van ongeveer +42 minuten zit tussen de tijd die wordt weergegeven in het videofragmenten en de werkelijke tijd.
Op de beelden is een voertuig van de verdachten te zien. Dit betreft een personenauto
van het merk Ford, type Fiesta en voorzien van kenteken [kenteken] . Deze auto wordt
verder "Ford" genoemd.
Eerste videofragment:
05:16:53 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:34:53 uur)
Ik zie de Ford links in beeld komen rijden over de [adres] en parkeert op een parkeerplaats recht tegenover de [adres] . Ik zie dat het rechter voorportier opengaat en dat er een persoon uit de auto stapt. [5]
05:17:22 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:35:22 uur)
Ik zie dat er nog twee personen uit de Ford stappen via het bijrijdersportier. De drie personen lopen in de richting van de [adres] . Dit is in de richting van de Toyota RAV4 die gepoogd is te stelen.
05:28:13 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:46:13 uur)
Een persoon komt uit de [adres] lopen in de richting van de Ford.
05:28:23 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:46:23 uur)
De persoon stapt in de Ford via het bijrijdersportier. [6]
Tweede videofragment:
05:32:43 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:50:43 uur)
De Ford komt de [adres] ingereden.
05:32:52 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:50:52 uur)
Te zien is dat de Ford kort snelheid mindert, kort stilstaat en weer verder lijkt te rijden. De [adres] is voor motorvoertuigen een doodlopende straat.
05:33:11 uur (
werkelijke tijd: ongeveer 4:51:11 uur)
De Ford is buiten beeld gekeerd in de straat en komt weer teruggereden over de [adres] in de richting van de [adres] . Op datzelfde moment komt er een politieauto over de [adres] en rijdt de [adres] in, waardoor deze voor de Ford komt stil te staan. Op de beelden is verder te zien dat de politie de personen in de Ford staande houden. [7]
Verbalisant hebben – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik zag tijdens de doorzoeking van de Ford Fiesta met kenteken [kenteken] dat er op de bijrijdersstoel een aantal voorwerpen lag. Ik zag ook dat er een creditcard formaat tankpas van Shell op de bijrijdersstoel lag.
Ik zag dat het kaartnummer " [registratienummer] " is en dat de kaart geldig is tot
september 2025. Ik zag ook dat er een kenteken op de tankpas staat en dat dit kenteken " [kenteken] " is. Ik bevroeg dit kenteken in de systemen zag ik dat er uitsluitend een zoekresultaat vanuit het RDW was. Ik zag dat dit kenteken toebehoort
aan een groene Toyota RAV4, op naam gesteld van Arval B.V. Ik zag dat er verder geen
resultaten uit andere mij ter beschikking staande systemen waren. [8]
Aangezien het kenteken op de tankpas toebehoort aan een Toyota RAV4, eenzelfde type
voertuig als waarbij wij zojuist een (poging) diefstal hadden geconstateerd en naar
aanleiding waarvan deze drie personen werden gecontroleerd, vermoedde ik dat de
tankpas mogelijk door een misdrijf in bezit van deze personen was gekomen.
Op 3 november 2022 om 05.10 uur nam ik de tankpas in beslag ter
waarheidsvinding. [9]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik heb onderzoek gedaan naar de inbeslaggenomen Shell tankpas. Ik zag dat op de Shell tankpas de volgende gegevens vermeld stonden:
Shell Card
[registratienummer]
(…)
[kenteken]
Ik zag dat het kenteken behoort bij een personenauto van het merk Toyota, type RAV4, kleur groen en dat de auto staat op naam van leasemaatschappij ARVAL B.V.
Op 3 november 2022 omstreeks 09:30 uur nam ik telefonisch contact op met leasemaatschappij ARVAL B.V. Ik sprak met [medewerker] . Om 09:40 uur werd ik teruggebeld door [medewerker] . Ik hoorde [medewerker] het volgende zeggen: “Ik heb de gebruiker gesproken. Hij wist van niets. Hij is gaan kijken en zag dat de auto niet meer op de plek stond waar deze geparkeerd stond. De auto is dus gestolen. Zij naam is meneer [benadeelde 1] . Wij hebben een GPS-tracker in de auto. [10] Inmiddels heb ik van het recherchebureau [recherchebureau] gehoord dat de GPS-tracker in [woonplaats] uitstraalt.” Op 3 november 2022, omstreeks 12:00 uur werd ik gebeld door een persoon die zich voorstelde als [medewerker recherchebureau], werkzaam voor recherchebureau [recherchebureau] . Ik hoorde hem zeggen dat hij de gestolen Toyota Rav4 aangetroffen had op de [adres] in [woonplaats] . [11]
Aangever [benadeelde 1] (feit 2) heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben berijder van de personenauto van het merk Toyota type Rav4, lichtgroen van
kleur en deze is voorzien van het kenteken [kenteken] . De staat geregistreerd op naam van bedrijf: Arval BV. Op 2 november 2022 om 22:00 uur heeft mijn vrouw de auto geparkeerd aan de Kralingse Plaslaan te Rotterdam. Op 3 november 2022 omstreeks 09:30 uur werd ik gebeld door de lease maatschappij. Zij vertelden mij dat er oneigenlijk gebruik is gemaakt van de tankpas. Hierop ben ik naar de plek gegaan waar de auto geparkeerd gestaan heeft. Ik zag dat deze hier niet stond. Kennelijk is de auto door onbekende(n) weggenomen.
De tankpas had ik opgeborgen in het dashboardkastje van de auto. [12]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik deed onderzoek aan ontvangen beelden van Albert-Heijn. Ik opende het beeld en zag dat het videofragment begon op 3 november 2022 te 03:30 uur. Ik herkende de omgeving op beeld als de parkeerplaats achter de Albert Heijn en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] .
03:37:21 uur:
Ik zag een personenauto aan komen rijden en zag dat deze rechts afsloeg de [adres] op. Naarmate het voertuig dichterbij kwam, zag ik dat het voertuig exact overeenkwam met de weggenomen Toyota RAV4 uit Rotterdam. Daarnaast zag ik later dat het voertuig geparkeerd werd op de locatie waar een aantal uren later de gestolen RAV werd aangetroffen. [13]
03:47:28 uur:
Ik zag dat de RAV achteruit parkeerde.
04:31:12 uur:
Ik zag een persoon weglopen vanuit de richting van de RAV.
04:31:43 uur:
Ik zag een auto de [adres] op komen rijden.
04:31:55 uur:
Ik zag dat het een lichtkleurig voertuig was. Ik herkende het voertuig als hetzelfde soort voertuig als ik eerder zag op de camerabeelden van de poging diefstal op de [adres] te [woonplaats] .
04:32:00 uur:
Ik zag dat het voertuig tot stilstand kwam naast de persoon die zojuist vanuit de richting van de RAV kwam aanlopen. Ik zag dat de persoon in de auto instapte. [14]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 3 november 2022 werd een voertuig weggenomen vanaf de Kralingse Plaslaan te Rotterdam. Van deze diefstal zijn camerabeelden. Door mij werd het volgende bevonden: [15]
3 november 2022
02:40:13 uur
Er verschijnen drie personen, later genoemd als verdachten. Zij blijven kort stilstaan bij een Toyota RAV4. Zij lopen vervolgens door.
02:40:45 uur
Verdachte 3 verdwijnt rechts uit beeld. De andere twee verdachten 1 en 2 lopen terug naar het voertuig.
02:41:24 uur
De twee verdachten (1 en 2) lopen voorbij het voertuig en gaan dan dichtbij elkaar staan. Het lijkt alsof ze staan te overleggen. Vervolgens lopen zijn naar het voertuig. Verdachte 1 gaat dicht tegen het rechterachterportier aan staan. [16] Verdachte 2 gaat met zijn rug voor de rug van de verdachte staan. Te zien is dat verdachte 1 handelingen uitvoert bij het rechterachterportier van het voertuig.
02:42:08 uur
Verdachte 1 heeft het rechterachterportier geopend en verdachte 2 stapt in. Verdachte 1 loopt vervolgens naar de motorkap. Verdachte 2 komt uit het rechterachterportier en opent vervolgens het bestuurdersportier. Vervolgens wordt door verdachte 1 de motorkap geopend.
02:42:33 uur
Verdachten 1 en 2 voeren handelingen uit de motorkap. [17]
02:42:55 uur
Verdachte 2 stapt in het voertuig en de voor- en achterlichten van het voertuig gaan aan.
02:43:05 uur
Verdachte 1 loopt weg bij het voertuig. Verdachte 3 verschijnt weer in beeld. Verdachte 2 zit nog in de auto en rijdt deze uit het parkeervak de weg op. [18]
02:43:13 uur
Verdachten 1 en 3 verdwijnen uit beeld bij de Pr. Julianalaan te Rotterdam. Verdachte 2 rijdt het voertuig achteruit en vervolgens verdwijnt het voertuig uit beeld. [19]
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
De Ford Fiesta met kenteken [kenteken] is door de volgende ANPR locaties heengegaan:
3 november 2022
02:12 uur:
A20 linker rijbaan ter hoogte van hectometerpaal 43.9 in de richting van Rotterdam
04:30 uur:
03 Huizen Gemeenlandslaan
Uit bovengenoemde gegevens zie ik dat de Ford Fiesta dus om 02:12 uur Rotterdam in
reed dan wel vlak voor het inrijden van Rotterdam is waargenomen op de A20 bij
hectometerpaal 43.9. [20] Om 04:30 uur wordt de Ford waargenomen op de Gemeenlandslaan in Huizen. Dit is hemelsbreed ongeveer 586 meter van de vindplaats van de gestolen Toyota Rav4 uit Rotterdam vandaan. [21]
De Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] is door de volgende ANPR locaties heengegaan:
3 november 2022
02:57 uur:
A20 rechter rijbaan ter hoogte van hectometerpaal 43.9 in de richting van Gouda.
Op de camerabeelden van de diefstal van de Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] zien wij dat drie verdachten omstreeks 02:40 uur beginnen met de diefstal van de Toyota RAV4 en om 02:43 uur weg rijden met de dan gestolen. [22] Dan, 14 minuten later, om 02:57 uur, zien wij de genoemde Toyota RAV4, op de A20 ter hoogte van hectometerpaal 43.9, in de tegengestelde richting van de Ford Fiesta terugrijden. [23]
Verdachte heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik heb een autootje. Dat is een Ford Fiesta. Het kenteken is [kenteken] . [24]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Tijdlijn
Vastgesteld kan worden dat in de nacht van 3 november 2022 achtereenvolgens de volgende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden:
  • Om 02:12 uur wordt een personenauto van het merk Ford, type Fiesta, kenteken [kenteken] door ANPR camera’s geregistreerd, vlak voordat deze auto vanaf de A20 Rotterdam inrijdt ter hoogte van hectometerpaal 43.9. Dit is de auto van verdachte.
  • Tussen 02:40 uur en 02:43 uur vindt in Rotterdam een diefstal plaats van een personenauto van het merk Toyota type RAV4 met kenteken [kenteken] . Daarbij zijn op camerabeelden drie personen waargenomen. Er worden handelingen uitgevoerd bij het rechterachterportier en in de motorkap van de auto. Eén persoon rijdt met de auto weg. De andere twee personen verdwijnen wandelend uit beeld.
  • Om 02:57 uur wordt de weggenomen Toyota met kenteken [kenteken] door de ANPR camera’s geregistreerd ter hoogte van hectometerpaal 43.9 op de A20, terwijl deze auto Rotterdam uitrijdt.
  • Om 03:47 uur wordt de weggenomen Toyota geparkeerd op de plek waar hij om 12:00 uur die dag wordt teruggevonden in [woonplaats] , aan de [adres] . Een persoon uit de Toyota stapt in een auto die overeenkomt met de eerder genoemde Ford, type Fiesta.
  • Om 4:34 uur wordt de Ford, type Fiesta, kenteken [kenteken] waargenomen op camerabeelden van de [adres] te [woonplaats] . Drie personen stappen uit deze auto.
Zij lopen in de richting van de plek, waar kort daarop is geprobeerd de Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] weg te nemen.
  • Verbalisanten die rond dat tijdstip parallel aan de [adres] in [woonplaats] rijden, zien op de [adres] ineens de alarmlichten knipperen van, naar later blijkt, de hiervoor bedoelde Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] . Terwijl verbalisanten zicht hebben op deze auto, zien zij twee personen wegrennen. Verder zien zij niemand op straat.
  • Verbalisanten gaan kijken bij de Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] en zien dat aan de linkerzijde het achterste kleine raampje is verwijderd. Verder blijkt dat de auto is ontgrendeld, dat de motorkap op een kier staat en de stekker van de linker koplamp los ligt.
  • Om 4:46 uur komt een persoon aanlopen, die instapt in een grijskleurig voertuig dat op de [adres] geparkeerd stond. Deze auto rijdt een doodlopende straat in en komt kort daarna weer terug. Het betrof de Ford Fiesta met kenteken [kenteken]
  • Om 04:51 uur worden de drie inzittenden van de Ford, verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , aangehouden op de [adres] .
  • In de Ford wordt een Shell tankpas aangetroffen, die behoort bij de in Rotterdam gestolen Toyota type RAV4 met kenteken [kenteken] . Deze kwam uit de zakken van medeverdachte [medeverdachte 2] .
  • Hemelsbreed op een afstand van ongeveer 500 meter van de plek waar verdachten zijn aangehouden, wordt rond 12:00 uur de gestolen Toyota uit Rotterdam teruggevonden.
Samenhang gebeurtenissen
De rechtbank is van oordeel dat voorgaande gebeurtenissen gezamenlijk en in onderlinge samenhang bezien niet tot een andere conclusie kunnen leiden dan dat verdachte, samen met zijn mededaders, betrokken is geweest zowel bij de diefstal van de auto in Rotterdam als bij de poging daartoe in [woonplaats] . Beide feiten kunnen door het aantreffen van de tankpas van de in Rotterdam gestolen tankpas in de auto van verdachte met elkaar in verband worden gebracht. Door het korte tijdsbestek tussen de verschillende gebeurtenissen kan het niet anders dan dat verdachte bij beide feiten aanwezig was.
De rechtbank wijst er in de eerste plaats op dat het om twee auto’s gaat van hetzelfde merk en hetzelfde type. In beide gevallen zijn ten behoeve van de (poging tot) diefstal bovendien vergelijkbare handelingen verricht.
Verder is opvallend dat de Ford met kenteken [kenteken] , waarin verdachte en zijn medeverdachten in [woonplaats] zijn aangehouden, Rotterdam is binnengereden een half uur voordat de diefstal daar plaatsvond. Opvallend is ook dat de gestolen Toyota direct na de diefstal via dezelfde route Rotterdam is uitgereden en vervolgens in [woonplaats] is geparkeerd op korte afstand van de plek waar verdachten zijn aangehouden. Het tijdsbestek tussen de diefstal van de auto in Rotterdam enerzijds en het waarnemen van zowel de in Rotterdam gestolen Toyota als de Ford in [woonplaats] anderzijds, is eveneens opvallend te noemen. Dit tijdsbestek van slechts één uur is kort, gelet op de afstand tussen Rotterdam en [woonplaats] die kennelijk ook in dit tijdsbestek is afgelegd. Bovendien is opvallend dat verbalisanten in het tijdsbestek tussen het parkeren van de gestolen Toyota in [woonplaats] tot aan de aanhouding van verdachten geen andere personen op straat hebben waargenomen, dan de personen die zij zagen in de directe omgeving van de Ford en bij de Toyota die men op de [adres] in [woonplaats] probeerde weg te nemen. De aanhouding vond ook kort na deze poging tot diefstal plaats.
De rechtbank wijst er ten slotte op dat ten tijde van de aanhouding bij medeverdachte [medeverdachte 2] in [woonplaats] een Shell tankpas is aangetroffen, die behoort bij de in Rotterdam weggenomen Toyota. De verklaring die medeverdachte [medeverdachte 2] hiervoor heeft gegeven, inhoudende dat hij de tankpas in [woonplaats] op straat heeft gevonden, acht de rechtbank niet aannemelijk. Daarbij betrekt zij opnieuw het korte tijdsbestek tussen de verschillende gebeurtenissen.
De rechtbank is van oordeel dat alle opvolgende belastende gebeurtenissen tezamen schreeuwen om een uitleg van verdachte. Die uitleg is niet gekomen. Behalve de verklaring dat de waargenomen Ford Fiesta van hem is, heeft verdachte zich telkens op zijn zwijgrecht beroepen. Verdachte heeft het recht om dat te doen, maar daarmee heeft hij geen aannemelijke verklaring gegeven voor de omstandigheden die redengevend zijn voor het bewijs voor het hem ten laste gelegde.
Dat op de camerabeelden slechts onduidelijke kenmerken van de daders zichtbaar zijn en dat uit het sporenonderzoek geen belastende informatie is gekomen, doet aan al het voorgaande niet af.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor genoemde opvolgende gebeurtenissen niet hebben kunnen plaatsvinden, zonder nauwkeurige afstemming tussen de verdachten vooraf. Alleen al het feit dat de Ford van verdachte kwam aanrijden in [woonplaats] vlak nadat de in Rotterdam gestolen Toyota daar was geparkeerd, laat zien dat er nauw en bewust tussen de verdachten is samengewerkt. Daarbij komt dat zowel in Rotterdam als in [woonplaats] drie personen zijn waargenomen op straat in de directe omgeving van de plek waar de feiten hebben plaatsgevonden. Dat laat zien dat in de kern sprake was van een gezamenlijke uitvoering die ook voor wat betreft verdachte verder ging dan alleen het besturen van de auto. Dat niet duidelijk is wat de exacte onderlinge taakverdeling is geweest, is in de onderhavige omstandigheden dus niet relevant. Er is dan ook sprake van medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARIN

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 3 november 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, een personenauto Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] , die geheel aan Arval B.V. toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dit weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking;
feit 2
op 3 november 2022 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om een personenauto Toyota RAV4 met kenteken [kenteken] , die geheel aan [benadeelde 2] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat weg te nemen goed onder hun bereik te brengen door middel van braak en verbreking:
- een ruit van die auto heeft uitgesneden, en
- de auto heeft ontgrendeld, en
- de motorkap heeft geopend, en
- een stekker van de linker koplamp heeft losgemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking
feit 2
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 200 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Voor het geval dat de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, heeft de raadsvrouw verzocht een taakstraf of geldboete op te leggen. In het verleden is hij veelvuldig in aanraking gekomen met politie en justitie, maar inmiddels heeft hij zijn leven redelijk op orde. Zijn laatste veroordeling ziet op feiten van tien jaar geleden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een voltooide diefstal van een auto en aan een poging daartoe. Door het plegen van deze feiten heeft verdachte geen respect getoond voor het eigendomsrecht van anderen. Het zijn bovendien vervelende feiten, die voor de direct betrokkenen naast hinder ook financiële schade veroorzaken. Verder dragen dergelijke feiten bij aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij. Met zijn handelen heeft verdachte daaraan bijgedragen.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Het uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte van 20 juli 2023 bevestigt het door de raadsvrouw geschetste beeld dat verdachte in het verleden veelvuldig in aanraking is gekomen met politie en justitie, maar dat de laatste veroordeling ziet op oude feiten. Er is dan ook geen sprake van relevante recidive, die van invloed is op de strafmaat.
Uit het rapport van de reclassering van 1 juni 2023 komt ook het beeld naar voren dat verdachte zijn leven redelijk op orde heeft. Hij heeft stabiele huisvesting en is gemotiveerd op zoek naar dagbesteding. Hij heeft geen hulpvraag en er wordt dan ook niet geadviseerd een deels voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden op te leggen.
Straf
De rechtbank kijkt als uitgangspunt voor het bepalen van de straf naar de oriëntatiepunten van het LOVS [25] . Het oriëntatiepunt voor een voltooide diefstal van een auto is een taakstraf van 120 uren. In dit geval is sprake van een bewezenverklaring van een voltooide diefstal van een auto en van een poging daartoe. De rechtbank ziet gelet op de documentatie en de inhoud van het reclasseringsrapport geen reden van die oriëntatiepunten af te wijken. De door de officier van justitie gevorderde straf vindt zij dan ook passend en geboden.

10.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 50,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het gevorderde bedrag bestaat uit materiële ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 511,06,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het gevorderde bedrag bestaat uit materiële schade aan zijn auto ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij heeft gesteld dat zij ten gevolge van feit 2 ook immateriële schade heeft geleden. Zij heeft voor deze schade geen bedrag genoemd.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat benadeelde partij [benadeelde 1] (feit 1) niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 2) kan wat de officier van justitie betreft hoofdelijk worden toegewezen tot een bedrag van € 96,06. In het overige deel van de vordering moet de benadeelde partij volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk worden verklaard.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [benadeelde 1] heeft de raadsvrouw zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [benadeelde 2] heeft de raadsvrouw verzocht om het gevorderde bedrag in geval van een bewezenverklaring te matigen tot € 96,06 voor de niet vergoede schade aan de auto. Het overige deel van de vordering vindt zij onvoldoende onderbouwd.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [benadeelde 1] (feit 1)
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde schade en het onder 1 bewezen verklaarde feit. De vordering is daartoe onvoldoende onderbouwd. Niet blijkt dat de kabels, adapters en tegoedkaarten, waarvoor vergoeding wordt gevraagd, in de auto van de benadeelde partij lagen en dus zijn weggenomen. In de aangifte heeft de benadeelde partij hierover niet verklaard. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De vordering van [benadeelde 2] (feit 2)
De rechtbank zal de vordering van benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 2) toewijzen tot het bedrag van € 96,06 aan materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Dit deel van de vordering heeft betrekking op niet vergoede schade aan de auto en is voldoende onderbouwd.
De door de benadeelde partij gevorderde schade voor de overige posten is onvoldoende onderbouwd. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Er is geen sprake van een grondslag voor vergoeding van immateriële schade. Voor zover de benadeelde partij al heeft bedoeld dergelijke schade te vorderen, zal zij in dat deel van de vordering ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
Verdachte is voor het toegewezen bedrag aan schade van € 96,06 naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 2] aan verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 96,06, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met één dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 200 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 100 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren taakstraf per dag;
Benadeelde partijen
  • verklaart [benadeelde 1] (feit 1) niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • wijst de vordering van [benadeelde 2] (feit 2) toe tot een bedrag van € 96,06;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 96,06 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. N.M.H. van Ek en M.J. Terstegge, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.W. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 3 november 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, een personenauto Toyota RAV4 met kenteken
[kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Arval B.V., in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of een valse sleutel;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
feit 2
hij op of omstreeks 3 november 2022 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn
mededader(s) voorgenomen misdrijf om een personenauto Toyota RAV4 met
kenteken [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar
mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik
te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, door:
- een ruit van die auto heeft uitgesneden, en/of
- de auto heeft ontgrendeld, en/of
- de motorkap heeft geopend, en/of
- een stekker van de linker koplamp heeft losgemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de door de politie, Eenheid Midden-Nederland, district Gooi en Vechtstreek, basisteam Gooi en Vechtstreek-Noord, opgemaakte en doorgenummerde proces-verbaal met dossiernummer PL0900-2022326895 d.d. 23 januari 2023 (pagina’s 1 t/m 242). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 3 november 2022, pag. 9.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2022, pag. 12
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2022, pag. 13
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 51
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 52
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 53
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 november 2022, pag. 26
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 november 2022, pag. 27
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2022, pag. 63
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2022, pag. 64
12.Proces-verbaal van aangifte d.d. 3 november 2022, pag. 72
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2022, pag. 84
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2022, pag. 85
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2022, pag. 77
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2022, pag. 78
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2022, pag. 79
18.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2022, pag. 80
19.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2022, pag. 81
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 98
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 99
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 98
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2022, pag. 99
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 november 2022, pag. 176
25.Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht