ECLI:NL:RBMNE:2023:4657

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
10608544 \ UV EXPL 23-167
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herstel leidinggevende functie en loonsverhoging in kort geding

In deze zaak vordert de werknemer, [eiser], in kort geding dat de werkgever, [gedaagde] B.V., hem weer in staat stelt zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers te vervullen. De werknemer stelt dat hij deze functie heeft gekregen bij zijn indiensttreding op 1 maart 2023, maar dat de werkgever hem per 1 juni 2023 eenzijdig heeft teruggezet naar de functie van Lead Engineer. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer voorshands aannemelijk maakt dat hij een leidinggevende functie heeft en dat de werkgever geen zwaarwegend belang heeft om deze functie eenzijdig te wijzigen. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer toe, met uitzondering van de gevorderde loonsverhoging, omdat de werknemer bij indiensttreding een startsalaris heeft afgesproken. De werkgever wordt veroordeeld om de werknemer in staat te stellen zijn functie te vervullen en een bericht hierover binnen de organisatie te verspreiden. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval de werkgever in gebreke blijft.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10608544 UV EXPL 23-167 SV/40160
Kort geding vonnis van 7 september 2023
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. R.C.M. Andriessen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. drs. S. Bergwerff.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 20
  • de brief van de gemachtigde van [eiser] met productie 21 met het verzoek deze in de plaats te laten treden van productie 2
  • de brief van de gemachtigde van [gedaagde] met producties 1 tot en met 9
  • de mondelinge behandeling op 17 augustus 2023
  • de pleitnota van [eiser]
  • de pleitnota van [gedaagde]
  • de aanhouding voor overleg tussen partijen
  • het e-mailbericht van de gemachtigde aan de griffie van 22 augustus 2023 met het verzoek om vonnis te wijzen.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2023. [eiser] was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Andriessen. Ook zijn persoonlijk adviseur van [onderneming 1] , [A] , was aanwezig. [gedaagde] werd vertegenwoordigd door [B] , directeur, en [C] , HR-consultant, bijgestaan door de gemachtigde, mr. drs. Bergwerff. Tijdens de mondelinge behandeling is afgesproken dat de door [gedaagde] als productie 1 al eerder overgelegde brief met bijlagen, wordt geacht te zijn voorgedragen. Aan het einde van de zitting hebben partijen de kantonrechter verzocht de zaak één week aan te houden voor overleg tussen partijen.
1.3.
Na ontvangst van het bericht van de gemachtigde van [eiser] dat het niet is gelukt om onderling met [gedaagde] een regeling te treffen, heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] , geboren op [geboortedatum] 1965, is met ingang van 10 januari 2022 door [onderneming 2] B.V. ( [onderneming 2] ), een bedrijf dat bemiddelt in vacatures in de installatietechniek, gedetacheerd bij [gedaagde] , in de functie van Lead Engineer [.] . [eiser] had bij [onderneming 2] een vast dienstverband. Bij [gedaagde] was [D] , operationeel manager, de leidinggevende van [eiser] .
2.2.
In september 2022 is [D] ernstig ziek geworden. Omdat er toen niemand was om zijn taken over te nemen, is in overleg met de commercieel directeur van [gedaagde] , [E] , afgesproken dat [eiser] tijdelijk de planning van de tekenkamer en de werkoverleggen met de tekenaars zou overnemen. [eiser] heeft deze extra taken vanaf oktober 2022 verricht. [gedaagde] heeft in oktober 2022 een interim operationeel manager aangenomen, [F] , die de taken van [D] - waaronder zijn tijdelijk aan collega’s overgedragen taken - geleidelijk heeft overgenomen.
2.3.
Op 4 november 2022 heeft [eiser] met de directeur van [gedaagde] , mevrouw [B] , en de HR-consultant, mevrouw [C] , gesproken over zijn mogelijke indiensttreding bij [gedaagde] . Daarna hebben hierover nog een aantal gesprekken plaatsgevonden.
2.4.
Op 26 januari 2023 zijn [eiser] en [gedaagde] een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangegaan waarin staat dat [eiser] met ingang van 1 maart 2023 bij [gedaagde] voor onbepaalde tijd in dienst treedt in de functie van Teamleider Tekenaars en Engineers. Voor het volledige functieprofiel van de functie is in de arbeidsovereenkomst verwezen naar het functieprofiel dat zou zijn bijgevoegd, maar dat was niet bijgevoegd en bestond toen niet. Verder is in de arbeidsovereenkomst afgesproken dat [eiser] in dienst treedt voor 36 uur per week, voor een salaris van € 4.500,- bruto exclusief vakantiegeld per 4 weken. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Technisch Installatiebedrijf (de cao) door algemeen verbindverklaring van toepassing (besluit Minister van SZW, Staatscourant 2022, nr. 19357).
2.5.
Tijdens een gesprek op 4 april 2023 hebben [B] en [C] aan [eiser] onder meer meegedeeld dat de tekenaars hebben gemeld dat zij niet prettig met hem samenwerken in zijn rol als teamleider. Volgens [B] en [C] had op de arbeidsovereenkomst nooit de functienaam ‘teamleider’ vermeld mogen worden. Partijen hebben daarna verschillende gesprekken gevoerd en met elkaar gecorrespondeerd over de functie(naam) van [eiser] . Tijdens deze gesprekken heeft [gedaagde] aan [eiser] voorgesteld dat zijn werkzaamheden, arbeidsvoorwaarden en verantwoordelijkheden, ongewijzigd blijven maar dat zijn functienaam wijzigt van ‘Teamleider’ in ‘Lead Engineer’. [eiser] heeft dit voorstel afgewezen.
2.6.
[gedaagde] heeft [eiser] vervolgens bij brief van 23 mei 2023 meegedeeld dat zij heeft besloten de functie van ‘Teamleider Tekenaars en Engineers’ per 1 juni 2023 op te heffen en [eiser] per 1 juni 2023 aan te stellen als ‘Lead Engineer’. Op 31 mei 2023 heeft [gedaagde] per e-mail aan al haar medewerkers meegedeeld dat zij heeft besloten [eiser] per 1 juni 2023 terug te brengen naar zijn oorspronkelijke functie van Lead Engineer.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
a. om [eiser] zonder enige beperking in staat te stellen zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers, alsmede de daarbij horende werkzaamheden en
verantwoordelijkheden te vervullen en verrichten, op een wijze zoals [eiser] dat tot 1 juni 2023 deed en om [eiser] daarin te faciliteren en te ondersteunen;
om binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis de navolgende tekst per e-mail, afkomstig van [B] , te verspreiden binnen de gehele organisatie van [gedaagde] :
“Op 31 mei 2023 heb ik je geïnformeerd dat [eiser (voornaam)] niet langer werkzaam zou zijn als
Teamleider Tekenaars en Engineers en zou worden teruggezet naar de functie Lead
Engineer met ingang van 1 juni 2023. Hierbij bericht ik dat [eiser (voornaam)] met ingang van vandaag zijn taken als Teamleider Tekenaars en Engineers zal hervatten.”;
tot betaling aan [eiser] van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft om aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen;
d) tot betaling aan [eiser] van de salarisverhoging van 3,25% op grond van de cao
Metaal & Techniek met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2023, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging alsmede de wettelijke rente daarover; en
in de proceskosten.
3.2.
[eiser] heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij in dienst is getreden als Teamleider Tekenaars en Engineers. In de gespreksverslagen van 11 april 2023 en 8 mei 2023 is ook bevestigd dat hij deze functie heeft gekregen. Het is onduidelijk waarom [gedaagde] hem uit zijn functie heeft ontheven en heeft teruggezet naar de functie van Lead Engineer. [gedaagde] heeft hiervoor wisselende en tegenstrijdige argumenten gegeven. [gedaagde] was niet gerechtigd om op deze wijze éénzijdig de afspraken tussen partijen te wijzigen. Mocht [gedaagde] zich beroepen op een wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst, dan ontbreekt een zwaarwichtig belang voor [gedaagde] waarvoor de belangen van [eiser] zouden moeten wijken.
Er zijn ook geen gewijzigde omstandigheden om de functie te wijzigen. Verder lijdt [eiser] evident schade door de handelwijze van [gedaagde] . De leidinggevende functie was voor hem de reden om zijn vaste dienstverband bij [onderneming 2] op te zeggen en bij [gedaagde] in dienst te treden.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert als verweer dat de functie van [eiser] niet is gewijzigd. Zowel de taken als de voorwaarden zijn ongewijzigd gebleven. [eiser] is steeds ‘Lead Engineer [.] ’ geweest, ook vanaf de indiensttreding bij [gedaagde] . De functie van ‘Teamleider’ was en is geen bestaande functie bij [gedaagde] . Omdat [gedaagde] [eiser] graag in dienst wilde nemen maar de arbeidsvoorwaarden van [eiser] bij [onderneming 2] de maximale kaders van wat een Lead Engineer bij [gedaagde] kan en mag verdienen oversteeg, heeft [gedaagde] [eiser] voorgesteld op papier de functie van Teamleider te geven, waardoor hij buiten de loonschalen voor zijn eigenlijke functie zou vallen en het mogelijk was de leaseauto die hij ook bij [onderneming 2] had, te behouden. Met de functiebenaming van Teamleider is niet bedoeld of toegezegd dat [eiser] ook inhoudelijk andere taken zou krijgen dan de rol die hij al vervulde. [eiser] heeft feitelijk ook nooit andere taken vervuld dan die van Lead Engineer.
4.2.
[gedaagde] voert als verweer tegen de gevorderde cao-loonsverhoging per 1 maart 2023 dat [eiser] pas op 1 maart 2023 in dienst is getreden, waardoor een loonsverhoging per diezelfde datum inherent niet aan de orde is.

5.De beoordeling

5.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vorderingen. Het betreft een vordering tot terugplaatsing in de oorspronkelijke functie, waaronder het verrichten van de daarbij behorende taken, en een vordering tot betaling van een loonsverhoging.
5.2.
Vooropgesteld wordt dat voor toewijzing van een voorziening zoals door [eiser] wordt gevorderd, het in hoge mate waarschijnlijk moet zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
Beoordeeld dient dus te worden of al dan niet aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat [gedaagde] [eiser] ten onrechte uit zijn oorspronkelijke functie met daarbij behorende taken heeft ontheven en heeft teruggezet in zijn eerdere functie en geen loonsverhoging heeft uitbetaald.
Is vanaf 1 maart 2023 sprake van een nieuwe en leidinggevende functie?5.3. [gedaagde] voert als meest verstrekkende verweer dat de functie van [eiser] van Lead Engineer bij indiensttreding feitelijk niet is gewijzigd in de leidinggevende functie van Teamleider Tekenaars en Engineers. Dit verweer slaagt niet omdat in de schriftelijke arbeidsovereenkomst, waarin is bepaald dat [eiser] met ingang van 1 maart 2023 in dienst treedt van [gedaagde] , staat dat [eiser] de functie heeft van Teamleider Tekenaars en Engineers. Uit deze functiebenaming volgt al dat dit een leidinggevende functie is. Weliswaar ontbreekt een verdere functiebeschrijving, maar dat hoeft er niet aan in de weg te staan dat partijen bedoeld hebben [eiser] een leidinggevende taak te geven. Het ontbreken van een functiebeschrijving kan hooguit de vraag oproepen welke leidinggevende taken [eiser] heeft of dat dit nog verder uitgewerkt moet worden. Voor de beoordeling of [eiser] een leidinggevende functie heeft gekregen maakt dit niet uit omdat voldoende is komen vast te staan dat [eiser] tijdens de waarneming voor [D] , de Operationeel Manager, een deel van zijn leidinggevende taken is gaan verrichten. Tijdens de zitting is gebleken dat [gedaagde] niet duidelijk heeft gecommuniceerd wanneer de interim Operationeel Manager, [F] , alle leidinggevende taken van [D] heeft overgenomen. Het ligt dus voor de hand om aan te nemen dat [eiser] de tijdelijke taken van [D] uiteindelijk blijvend is gaan doen. Daarvoor kan ook steun worden gevonden in de omstandigheid dat tekenaars zich zijn gaan beklagen over [eiser] in zijn rol als teamleider. Dit blijkt uit het verslag van het gesprek tussen [eiser] , [B] en [C] , van 11 april 2023, waarin staat:
“..
– Vanuit de tekenaars is bericht gekomen dat zij het niet prettig samenwerken vinden met jou in de rol van Teamleider. .. Hierop heeft [B (voornaam)] [ [B] ] jou aangesproken en aangegeven dat er ook twijfel is aan je inhoudelijke praktische kennis om de tekenaars goed te kunnen begeleiden. ..
- De functienaam van Teamleider had niet op jouw nieuwe contract moeten komen. ..”
Dit wijst erop dat [eiser] wel degelijk een leidinggevende functie heeft gekregen, maar dat dit op bezwaren stuitte bij medewerkers en dat [gedaagde] achteraf spijt heeft gekregen dat zij [eiser] voor een leidinggevende functie in dienst heeft genomen. Uit het gespreksverslag van 11 april 2023 blijkt voldoende dat [eiser] zijn leidinggevende taken ook na 1 maart 2023 is blijven doen. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter zijn de feitelijke werkzaamheden van [eiser] , waaronder de leidinggevende taken van [D] , met het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor de functie van Teamleider Tekenaars en Engineers per 1 maart 2023 geformaliseerd. Dat [eiser] deze functie heeft gekregen blijkt ook uit de brief van [gedaagde] van 23 mei 2023, waarin wordt gesproken over ‘de functie van Teamleider Tekenaars op te heffen’ en ‘zullen uw taken en verantwoordelijkheden overeenkomstig worden aangepast’, en uit de e-mail van [gedaagde] van 31 mei 2023 aan alle medewerkers ‘om [eiser] terug te brengen naar zijn oorspronkelijke functie’. Ook hieruit blijkt wel degelijk dat [eiser] in een leidinggevende functie is aangesteld en dat zijn oorspronkelijk tijdelijke leidinggevende taken, blijvende taken zijn geworden. Het verweer van [gedaagde] dat de functie bij haar nog niet bestond en niet paste in haar organogram, kan haar niet baten omdat dat niet uitsluit dat de functie van Teamleider Tekenaars en Engineers in haar organisatie is ontstaan door de arbeidsovereenkomst met [eiser] . Het verweer van [gedaagde] dat de functie Teamleider Tekenaars en Engineers alleen in de schriftelijke arbeidsovereenkomst staat om een hoger salarisniveau te kunnen afspreken, is in het licht van de hiervoor genoemde stukken, gelet op de betwisting daarvan door [eiser] , onvoldoende onderbouwd. Bovendien is niet overtuigend gesteld of gebleken dat zonder functiewijziging met [eiser] geen hoger salaris afgesproken had kunnen worden. De kantonrechter is dan ook voorshands van oordeel dat [eiser] vanaf 1 maart 2023 bij [gedaagde] de functie van Teamleider Tekenaars en Engineers met leidinggevende taken heeft. Daarbij is duidelijk dat de leidinggevende taken neerkomen op een vorm van aansturen van tekenaars. Dat betekent ook dat [eiser] – gelet op de mededeling van [gedaagde] dat hij vanaf 1 juni 2023 ‘officieel wordt aangesteld als Lead Engineer’ – belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening.
Was [gedaagde] bevoegd de functie daarna te wijzigen?5.4. [gedaagde] heeft tijdens de zitting aangevoerd dat voor zover per 1 juni 2023 wel sprake is van een wijziging van het dienstverband, dat zij dan een gerechtvaardigd beroep heeft gedaan op het wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter begrijpt dit standpunt van [gedaagde] aldus dat, voor het geval de kantonrechter tot de conclusie zou komen dat [eiser] per 1 maart 2023 een leidinggevende functie heeft gekregen, dat [gedaagde] per 1 juni 2023 deze leidinggevende functie mocht wijzigen in de functie van Lead Engineer. Het recht is weliswaar elastisch, maar deze stelling staat haaks op het primaire standpunt van [gedaagde] dat [eiser] per 1 maart 2023 geen leidinggevende functie heeft gekregen, dat toen aan zijn taken die behoren bij de functie van Lead Engineer inhoudelijk niets is veranderd en per 1 juni 2023 dus geen eenzijdige wijziging is doorgevoerd. Het subsidiaire standpunt dat [gedaagde] de functie van [eiser] per 1 juni 2023 mocht wijzigen, moet worden afgewezen omdat een zwaarwichtig belang van [gedaagde] bij deze wijziging niet aannemelijk is. [gedaagde] heeft daardoor onvoldoende onderbouwd dat zij met een beroep op het wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst de functie per 1 juni 2023 mocht wijzigen.
5.5.
Het voorgaande betekent dat [eiser] voldoende belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorzieningen voor zijn functie. De kantonrechter begrijpt het petitum onder a) aldus dat [eiser] onder de werkzaamheden die horen bij zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers verstaat zijn - oorspronkelijk tijdelijke - leidinggevende taken. Of [gedaagde] [eiser] hiertoe zonder enige beperking in staat moet stellen roept vragen op omdat de tekenaars een signaal hebben afgegeven dat zij het niet prettig vinden samenwerken met [eiser] in de rol van Teamleider. Dat kan bij toewijzing van de gevraagde voorziening zonder enige beperking tot uitvoeringsproblemen leiden. [gedaagde] , [eiser] en de tekenaars zullen over dit signaal eerst in gesprek moeten. Verder is ter zitting gebleken dat [eiser] is ziekgemeld, waardoor dit ook een beperking zijn om de taken als Teamleider op korte termijn weer te hervatten. De kantonrechter zal daarom het gevorderde onder a) toewijzen, waarbij de toevoeging ‘zonder enige beperking’ wordt weggelaten. De vordering om [gedaagde] te veroordelen tot het verspreiden van een bericht in haar organisatie is ook toewijsbaar. [gedaagde] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de door [eiser] voorgestelde tekst, zoals vermeld in het petitum onder b). De kantonrechter zal de vordering met de voorgestelde tekst daarom toewijzen, waarbij de 2e volzin wordt gewijzigd in:
‘Hierbij bericht ik dat [eiser (voornaam)] zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers behoudt.’Verder moet de voorgestelde tekst worden aangevuld – zoals hierna in de beslissing wordt vermeld - vanwege de noodzakelijke afstemming over de gestelde samenwerkingsproblemen van de tekenaars.
Dwangsom5.6. De kantonrechter ziet, gelet op de omstandigheid dat eerst overleg tussen partijen en de tekenaars nodig is om aan het gevorderde onder a) te kunnen voldoen, geen aanleiding om een dwangsom op te leggen voor het geval [gedaagde] in gebreke blijft te voldoen aan de veroordeling om [eiser] weer in staat te stellen de functie van Teamleider te verrichten. Omdat eerst overleg gevoerd moet worden voordat [eiser] in staat wordt gesteld zijn functie als Teamleider met de daarbij behorende taken weer te verrichten, past het niet goed daarbij een dwangsom op te leggen.
5.7.
De toewijzing van het gevorderde onder b), het verspreiden van een tekstbericht binnen de organisatie, met de gedeeltelijk gewijzigde en de aanvullende tekst zoals hierna in de beslissing wordt vermeld, is een concrete, afgebakende, veroordeling. De kantonrechter zal de hieraan gevorderde dwangsomoplegging toewijzen, zoals hierna in de beslissing wordt bepaald.
Aanspraak op loonsverhoging op grond van de cao?5.8. De kantonrechter wijst de met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2023 door [eiser] gevorderde salarisverhoging van 3,25% op grond van de cao af. Op grond van artikel 41 lid 1 van de toepasselijke cao wordt het voor de werknemer geldende salaris verhoogd op een aantal momenten, waaronder op 1 maart 2023 met 3,25%. Onder de term ‘verhoging’ moet in dit verband worden begrepen dat de werknemer al een salaris heeft dat vervolgens wordt verhoogd. [eiser] ziet over het hoofd dat hij met [gedaagde] met ingang van 1 maart 2023 een salaris heeft afgesproken, waardoor dit voor hem een startsalaris is. De salarisverhoging op grond van de cao is in deze situatie niet van toepassing.
Proceskosten5.9. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde €
793,00(tarief gemiddeld kanton kort geding)
Totaal € 879,00

6.De beslissing

De kantonrechter:
geeft de volgende onmiddellijke voorziening:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om [eiser] in staat te stellen zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers, alsmede de daarbij horende werkzaamheden en verantwoordelijkheden te vervullen en verrichten, op een wijze zoals [eiser] dat tot
1 juni 2023 deed en om [eiser] daarin te faciliteren en te ondersteunen; [gedaagde] dient daarbij de beperkingen in acht te nemen die kunnen voortvloeien uit de noodzaak om in overleg met [eiser] en de tekenaars tot een oplossing te komen voor de problemen die op de werkvloer zijn gerezen, gelet op het signaal dat de tekenaars hebben afgegeven;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 2 werkdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de navolgende tekst per e-mail, afkomstig van [B] , te verspreiden binnen de gehele organisatie van [gedaagde] :
“Op 31 mei 2023 heb ik je geïnformeerd dat [eiser (voornaam)] niet langer werkzaam zou zijn als
Teamleider Tekenaars en Engineers en zou worden teruggezet naar de functie Lead
Engineer met ingang van 1 juni 2023. Hierbij bericht ik dat [eiser (voornaam)] zijn functie van Teamleider Tekenaars en Engineers behoudt en dat hij met ingang van vandaag de taken bij zijn functie zal hervatten zodra hierover met de tekenaars verdere afstemming heeft plaatsgevonden.”;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft om aan het onder 6.2 in deze te wijzen vonnis te voldoen, tot een maximum van € 15.000,-;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 879,-, waarin begrepen € 793,- aan salaris gemachtigde;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Slootweg, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 september 2023.