ECLI:NL:RBMNE:2023:4641

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
16/037004-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en het vervoeren van cocaïne

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 2004 en gedetineerd. De verdachte is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie, alsook voor het vervoeren van cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 februari 2023 in Wijk bij Duurstede een vuurwapen, dat omgebouwd was van een gaspistool naar een scherp schietend wapen, en munitie voorhanden had. Tevens heeft de verdachte opzettelijk ongeveer 3,76 gram cocaïne vervoerd. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf opgelegd van 10 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten die een gevaar voor de volksgezondheid en de veiligheid van personen met zich meebrengen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar heeft geoordeeld dat de strafeis van de officier van justitie passend is. Daarnaast zijn de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een auto en een telefoon, verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/037004-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023 en 9 augustus 2023. De zaak is op laatstgenoemde datum inhoudelijk behandeld. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. R.J.E. Berfelo, advocaat te Diemen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
feit 2
op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede munitie voorhanden heeft gehad;
feit 3
op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede opzettelijk 3,76 gram cocaïne heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen [1] :
feit 1 en 2
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 augustus 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2023, genummerd PL0900-2023036670-30, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , politieambtenaar Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 6-11.
feit 3
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 augustus 2023;
  • een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid en onder 5, Wetboek van Strafvordering, te weten een NFI-rapport van 6 februari 2023, genummerd 2023.02.06.110 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, p. 18.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen/pistool, van origine een gaspistool omgebouwd naar een scherpschietend wapen, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, voorhanden heeft gehad;
2. op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten zeven scherpe patronen van het kaliber 6.35mm, voorhanden heeft gehad;
3. op 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede opzettelijk heeft vervoerd, ongeveer 3,76 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders ten laste is gelegd, is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
feit 2
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie;
feit 3
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot
- een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging merkt op dat zij, anders dan de officier van justitie, van oordeel is dat geen sprake is van een dealerindicatie. Allereerst wordt ter onderbouwing gewezen op de kleine hoeveelheid drugs die is aangetroffen. Daarnaast wijst de verdediging op de beperkte hoeveelheid cash geld en de levensstijl van verdachte waardoor het contante geld kan worden verklaard. Verdachte werkt namelijk in de bouw en in deze sector is het gebruikelijk om contant geld op zak te hebben. Ten derde benadrukt de verdediging dat de telefoon die is aangetroffen volgens verdachte niet van hem is. Deze telefoon heeft verdachte bij zich gehouden, nadat iemand deze in zijn auto heeft laten liggen. Uit onderzoeksgegevens blijkt ook niet dat de telefoon van verdachte is. Kortom, de verdediging ziet geen reden om dit in strafverzwarende zin mee te nemen.
Ook zou de eerdere veroordeling voor het bezit van pepperspray volgens de verdediging niet in strafverzwarende zin meegewogen moeten worden. Dit is een veel lichter vergrijp dan het feit waarvan verdachte nu wordt verdacht.
De verdediging benadrukt dat verdachte verantwoordelijkheid wil dragen voor de fouten die hij heeft gemaakt. Verdachte heeft een vriendin, werk en huisvesting en hij heeft lang genoeg vast gezeten. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest, en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf acht de verdediging passend.
Als laatste verzoekt de verdediging om de voorlopige hechtenis op te heffen indien de rechtbank van oordeel is dat een gevangenisstraf van kortere duur dan 6,5 maand passend is.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren van cocaïne. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen, harddrugs in het bijzonder, gevaar oplevert voor de volksgezondheid en dat dit direct en indirect een oorzaak is van vele vormen van criminaliteit. Verdachte heeft dit, door het vervoeren van verdovende middelen, mede in stand gehouden, en dit neemt de rechtbank hem kwalijk.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een doorgeladen vuurwapen met bijbehorende munitie. Het voorhanden hebben van geladen vuurwapens vormt een onaanvaardbaar gevaar voor de veiligheid van personen en heeft een grote maatschappelijke impact. Om die reden dient hier dan ook streng tegen opgetreden te worden.
Dat verdachte drugs heeft vervoerd en tevens een vuurwapen met bijbehorende munitie voorhanden had, roept de vraag op over het criminele circuit waarin verdachte zich op jonge leeftijd begeeft. De rechtbank gaat er evenals de officier van justitie vanuit dat de omstandigheden maken dat gesproken kan worden van een dealerindicatie. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat de Samsung telefoon niet van hem was, niet aannemelijk. Deze telefoon, met daarop berichtgeving over drugshandel waarbij een grijze Seat wordt gebruikt als vervoersauto, is aangetroffen in de broekzak van verdachte. Verdachte reed voorafgaand aan zijn aanhouding in een grijze Seat. Daarnaast vindt de rechtbank ook de verklaring van verdachte inhoudende dat hij weliswaar wist dat het wapen en de munitie in zijn auto lagen maar dat deze buiten zijn medeweten daar waren neergelegd, evenmin aannemelijk. De rechtbank gaat ervan uit dat dit vuurwapen met bijbehorende munitie door verdachte zelf of door iemand anders met medeweten van verdachte in de auto van verdachte is gelegd. De rechtbank neemt deze omstandigheden, die maken dat sprake is van een dealerindicatie, dan ook in strafverzwarende zin mee. Dat verdachte met een (door)geladen vuurwapen rondrijdt en daar geen volledige openheid van zaken over heeft willen geven, is heel zorgelijk en de rechtbank rekent verdachte dit ook aan.
Vanwege de aard en de ernst van de feiten is een gevangenisstraf van enige duur dan ook onontkoombaar. Daarbij is tevens gelet op de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 15 juni 2023. De rechtbank neemt in strafverzwarende zin mee dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor een feit dat valt onder de Wet wapens en munitie.
Beoordeling
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de strafeis van de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om, gelet op de dealerindicatie en de aangetroffen gesprekken, de onder verdachte in beslag genomen telefoon van het merk Samsung verbeurd te verklaren. Ten aanzien van de auto heeft de officier van justitie gevorderd om deze te vervreemden. Hierbij is opgemerkt dat verdachte erin heeft gereden en dat er op dat moment een vuurwapen in de auto lag.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om teruggave van de inbeslaggenomen auto. De verdediging heeft zich ten aanzien van de telefoon van het merk Samsung gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
• personenauto [kenteken] (omschrijving: PL0900-2023036670-3115524, grijs, merk: Seat, chassisnummer: [chassisnummer] , bouwjaar 2004);
• telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2023036670-G3116315, IMEI: [IMEI nummer] , zwart, merk: Samsung),
verbeurd verklaren.
Met betrekking tot de auto is het onder feit 3 bewezen verklaarde misdrijf begaan.
Het telefoontoestel is bestemd tot het begaan van het onder feit 3 bewezen verklaarde misdrijf. Op de telefoon staat immers berichtgeving met betrekking tot het dealen van drugs.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57, van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2 en 10 van de Opiumwet;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Strafbaarheid
- verklaart het onder rubriek 5 bewezen verklaarde
strafbaaren kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 10 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
3 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 2 jarenvast;
- als
voorwaardegeldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • personenauto [kenteken] (omschrijving: PL0900-2023036670-3115524, grijs, merk: Seat, chassisnummer: [chassisnummer] , bouwjaar 2004);
  • telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2023036670-G3116315, IMEI: [IMEI nummer] , zwart, merk: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Michon, voorzitter, en mrs G.A. Bos en A.M.M. Lemmen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. drs. M.E.J. van de Mortel, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 augustus 2023.
Mr. A.M.M. Lemmen is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een vuurwapen/pistool, van origine gaspistool omgebouwd naar
scherpschietend,
zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij op of omstreeks 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
zeven, scherpe patronen van het kaliber 6.35mm
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
3
hij op of omstreeks 4 februari 2023 te Wijk bij Duurstede
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 3,76 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de door de politie, Eenheid Midden-Nederland, opgemaakte en doorgenummerde proces-verbaal met dossiernummer 023036912 d.d. 25 april 2023 (pagina’s 1 t/m 19) . Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.