Uitspraak
1.De procedure
- het wrakingsverzoek, met de bijlage van verzoekers, van 28 juli 2023;
- de schriftelijke reactie van mr. L.A.C. de Vaan (verder: de rechter).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 8 september 2023, hebben verzoekers een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter in familiezaken. Het verzoek is ingediend op 28 juli 2023 en betreft een omgangs- en informatieregeling met betrekking tot een minderjarige, aangeduid als [A]. Verzoekers, bijgestaan door hun advocaat mr. N. Groen, voerden aan dat de rechter hen niet serieus nam en vooringenomen was in haar bejegening. De rechter zou hen als weigerachtige ouders hebben behandeld en onvoldoende oog hebben gehad voor hun belangen. Tijdens de zitting op 27 juli 2023 heeft de rechter de wederpartij herhaaldelijk aangeduid als 'de vaders', wat verzoekers als partijdig ervoeren.
De rechter heeft in haar schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat haar vragen bedoeld waren om de standpunten van verzoekers te verduidelijken en dat zij zich voldoende ingelicht achtte over de juridische standpunten van beide partijen. De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.
Na beoordeling van de argumenten van verzoekers en de reactie van de rechter, concludeerde de wrakingskamer dat er geen objectief gerechtvaardigd vermoeden van vooringenomenheid was. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond en bepaalde dat de procedures van verzoekers in de stand moesten worden voortgezet waarin deze zich bevonden op het moment van de schorsing. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 september 2023.