ECLI:NL:RBMNE:2023:4637

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/2060
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van deskundigenadvies

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. C.C. Haanappel, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor dubbele kinderbijslag door de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. C.A. van der Vlist. De aanvraag werd afgewezen op basis van een advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat concludeerde dat er geen sprake was van intensieve zorg voor de zoon van eiseres. Eiseres voerde aan dat het CIZ onzorgvuldig had gehandeld, omdat haar zoon niet persoonlijk was gezien en dat de diagnose ADHD onvoldoende was meegenomen in de besluitvorming.

De rechtbank heeft de zaak op 7 augustus 2023 behandeld. Eiseres stelde dat door een taalbarrière niet alle relevante informatie tijdens de bezwaarfase naar voren was gekomen. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet had aangetoond dat er nog relevante informatie ontbrak en dat het CIZ zorgvuldig had gehandeld. De rechtbank bevestigde dat het CIZ niet verplicht was om de zoon van eiseres persoonlijk te zien, mits er voldoende informatie was verzameld.

Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het advies van het CIZ zorgvuldig en concludent was en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak werd gedaan door mr. S.G.M. van Veen op 11 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2060

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. C.C. Haanappel),
en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. C.A. van der Vlist).

Inleiding

1. In het besluit van 17 november 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor dubbele kinderbijslag voor haar zoon vanaf het derde kwartaal van 2022, afgewezen.
1.1.
Met het bestreden besluit van 30 maart 2023 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 7 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres heeft op 29 augustus 2022 een aanvraag gedaan voor dubbele kinderbijslag voor haar zoon [zoon] , die is geboren op [geboortedatum] 2015.
3. Verweerder heeft de aanvraag voor dubbele kinderbijslag afgewezen, omdat er op basis van het advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) van 23 maart 2023 geen sprake is van intensieve zorg. Het CIZ concludeert dat [zoon] op één functie een punt scoort. Dit is gezien de leeftijd van [zoon] drie punten te weinig voor het toekennen van dubbele kinderbijslag.
4. Eiseres voert aan dat het CIZ tot een positief advies had moeten komen om dubbele kinderbijslag toe te kennen. Zij stelt dat vanwege een taalbarrière in de bezwaarfase niet alle informatie naar voren is gekomen. Volgens eiseres had het CIZ een score moeten toekennen voor:
- Lichaamshygiëne, omdat eiseres haar zoon moet helpen bij (haren) wassen, afdrogen, tanden poetsen en aan- en uitkleden. [zoon] is bang voor het gevoel van water (in zijn ogen), waardoor hij deze handelingen niet zelfstandig kan uitvoeren.
- Alleen thuis zijn, omdat hij in zijn eigen belevingswereld zit en het dus gevaarlijk is om hem alleen te laten.
- Begeleiding buitenshuis, omdat hij in zijn eigen belevingswereld zit. Van belang dat [zoon] als zevenjarige speelt met vier- en vijfjarigen.
- Bezig houden, omdat [zoon] voortdurend aandacht en activering nodig heeft, bepaalde routines dagelijks moeten worden herhaald en eiseres [zoon] elke dag moet vertellen wat hij die dag gaat doen.
5. Tijdens de zitting heeft eiseres haar beroepsgronden aangevuld en aangevoerd dat het onderzoek van het CIZ onzorgvuldig is, omdat [zoon] niet is gezien en de diagnose ADHD onvoldoende in de besluitvorming is betrokken.
Taalbarrière
6. De rechtbank overweegt dat eiseres in de bezwaarfase al heeft aangevoerd dat zij vanwege een taalbarrière tijdens de hoorzitting in bezwaar niet alle relevante informatie heeft kunnen toelichten.
De rechtbank wijst in dit verband op de e-mail van [A] van 23 december 2022, waarin concrete informatie wordt verstrekt over het functioneren van [zoon] in de thuissituatie. Verweerder heeft deze informatie in zijn beoordeling betrokken. Eiseres heeft vervolgens niet aangegeven dat volgens haar nog steeds niet alle relevante informatie met het CIZ is gedeeld. Ook in beroep heeft eiseres niet geconcretiseerd welke informatie volgens haar nog ontbreekt in het onderzoek. De beroepsgrond slaagt niet.
Deskundigenadvies
7. Verweerder heeft advies ingewonnen bij het CIZ om te bepalen of [zoon] intensieve zorg nodig heeft. Het CIZ heeft hierbij het Beoordelingskader Besluit uitvoering kinderbijslag (Buk) gehanteerd. Dit beoordelingskader is aan te merken als een vaste gedragslijn dat als uitgangspunt kan worden genomen voor de beoordeling van een aanspraak op dubbele kinderbijslag. Het CIZ heeft in het advies van 23 maart 2023 geconcludeerd dat [zoon] op de functie ‘eten en drinken’ een punt scoort.
8. Een advies van het CIZ is volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep een deskundigenadvies. Dat betekent dat verweerder daar in principe van uit mag gaan als het advies aan de volgende voorwaarden voldoet:
1) het advies moet onpartijdig en objectief zijn;
2) uit het advies moet duidelijk blijken hoe de adviseur tot zijn conclusie is gekomen;
3) het advies moet zorgvuldig tot stand zijn gekomen: er moet goed onderzoek zijn gedaan;
4) eiseres moet de kans hebben gehad om het medisch advies te weerleggen (bijvoorbeeld door zelf nog medische informatie te geven).
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of aan de voorwaarden 1) tot en met 4) is voldaan. Ook moet de rechtbank beoordelen of er misschien andere redenen zijn om te twijfelen aan het medisch advies. Als is voldaan aan de voorwaarden 1) tot en met 4) zal dat niet snel zo zijn. Het ligt op de weg van eiseres om concrete aanknopingspunten aan te voeren zoals medische informatie (bijvoorbeeld een contra-expertise) waardoor twijfel ontstaat aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies of aan de volledigheid daarvan.
9. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat het advies van het CIZ niet zorgvuldig tot stand is gekomen of dat dit advies niet concludent of anderszins onjuist is.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat het CIZ niet is gehouden om [zoon] in persoon te zien indien het CIZ voldoende informatie heeft vergaard bij de behandelaars en - in dit geval ook - eiseres. Eiseres heeft ook niet onderbouwd op grond van welke omstandigheden [zoon] wel persoonlijk door het CIZ had moeten worden gezien. Het CIZ heeft zorgvuldig onderzoek gedaan naar [zoon] situatie. Alle overgelegde (medische) informatie is door het CIZ meegewogen. Eiseres heeft dit ook niet betwist. De gestelde diagnoses zijn niet door het CIZ betwist en het CIZ heeft in het advies onderkend dat [zoon] vermoedelijk ADHD heeft. Eiseres heeft niet onderbouwd dat de consequenties van die diagnose door het CIZ onvoldoende zijn betrokken in de besluitvorming. De rechtbank ziet in hetgeen wat eiseres heeft aangevoerd onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de door het CIZ getrokken conclusies onjuist zijn. De rechtbank kan begrijpen dat de persoonlijke ervaring van eiseres in de verzorging en opvoeding van [zoon] anders is, maar dit betekent niet dat verweerder het advies van het CIZ niet ten grondslag mocht leggen aan het bestreden besluit. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 september 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.