ECLI:NL:RBMNE:2023:4580
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Intrekking van jachtakte wegens vrees voor misbruik na rijbewijsinvordering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, houder van een jachtakte, en de Minister van Justitie en Veiligheid. Eiser had zijn jachtakte zien ingetrokken door de korpschef van politie op 30 maart 2022, een besluit dat door de minister op 9 november 2022 in het bestreden besluit werd bevestigd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.J.J.E. Stassen, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. A. de Bruijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van de jachtakte is gebaseerd op de vrees voor misbruik, die voortvloeit uit het feit dat eiser op 20 december 2021 is staande gehouden voor een snelheidsovertreding, waarna zijn rijbewijs is ingevorderd. Eiser is vervolgens op 24 december 2021 opnieuw staande gehouden terwijl hij reed zonder geldig rijbewijs. De rechtbank oordeelt dat de minister een redelijke afweging heeft gemaakt en dat er voldoende grond was om te concluderen dat er vrees voor misbruik bestond. De rechtbank benadrukt dat het hebben van een jachtakte een bijzondere verantwoordelijkheid met zich meebrengt, gezien het recht om wapens en munitie te bezitten.
De rechtbank heeft de persoonlijke gevolgen van de intrekking voor eiser erkend, maar oordeelt dat de wet geen ruimte biedt voor een belangenafweging als er vrees voor misbruik is vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de intrekking van de jachtakte terecht is gebeurd. Eiser krijgt geen proceskosten vergoed.