4.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsmiddelen
De verklaringen van [slachtoffer 1] , afgelegd bij een zogenoemd ‘informatie gesprek zeden’ op 2 oktober 2020:
Informatief gesprek met: [slachtoffer 1] (vrouw), geboren op [2005] . [slachtoffer 1] was gisteren, 1 oktober 2020, samen met haar vriendin, genaamd [getuige] , weggelopen van de instelling in [plaats] . Zij moesten een slaapplek en vervoer vinden. Volgens [A] waren ene [medeverdachte] en [verdachte] in de buurt. Ze kwamen hen ophalen. Ze zijn naar een parkeerplaats bij de Plusmarkt in het centrum van Amersfoort gegaan. Ze zijn uiteindelijk naar de voetbalvelden in Amersfoort gereden.Het contact met de jongens zou hebben plaatsgevonden op 2 oktober 2020, tussen 02.00 en 03.00 uur. Omstreeks 03.00 uur werd gestopt met de seksuele handelingen en zijn [slachtoffer 1] en [getuige] bij de jongens weggegaan. Doordat [getuige] met de telefoon van [slachtoffer 1] contact heeft gehad met [verdachte] , heeft zij zijn telefoonnummer in haar telefoon staan. Dat betreft nummer [telefoonnummer] .
De verklaringen van [slachtoffer 1] , afgelegd bij haar politieverhoor op 20 oktober 2020:
Ik had niet gepland om te gaan, ik had geen jas aan, ik had niks bij me.
V1: En om welke jongens ging het?
A: [verdachte] en [medeverdachte] . Ze haalden ons denk ik rond 01:00 uur op.
A: Het moment dat ik die auto instapte en die vibe voelde. [medeverdachte] zit aan het stuur en [verdachte] zit ernaast en dat die dan al een viezig lachje. De hele tijd zag ik [medeverdachte] zo kijken. Eerst was het naar de Plus in Amersfoort.
V1: Nou uiteindelijk rijden jullie dus weer weg. Weet je dan waar jullie naartoe gaan?
A: voetbalveldje van CJVV.
Toen [medeverdachte] de auto had neergezet wisselden zij van plek. Toen ging [verdachte] voorin zetten bij de bestuurderskant. En [verdachte] die gaat voorin zitten, en zegt: kom je voorin zitten?Toen zeg ik tegen hem: jullie hebben dit allemaal afgesproken hè? Trouwens hij zei iets van: ja ik vind je mooi en ik wil je wel leren kennen. Daarna deed [medeverdachte] de deur open, en hij zei: ja [getuige] wil even iemand appen. [getuige] stapt in de auto, achterin. [verdachte] stapt de auto uit en toen zei hij: [getuige] wil even alleen iemand appen.
Ik stap die auto uit. Toen uiteindelijk moest ik meelopen met [verdachte] en met [medeverdachte] , toen gingen we dus boven bij die tribunes daar, bij die picknicktafel. Toen gingen ze allebei zeg maar zo tegen mij aan staan. En toen was het volgens mij [verdachte] , stond schuin achter mij. En [medeverdachte] die stond of links van mij of rechts voor mij. En toen ging [medeverdachte] weer tongzoenen en toen vervolgens ging [verdachte] zeg maar mijn heupen pakken, gewoon met zijn broek aan ging hij zeg maar gewoon zo tegen me aan wrijven.
Op een gegeven moment, ik deed echt gewoon zo van: Yo!? weet je, klaar!! Dat zeg ik ook: Yo! Klaar! Weet je? Ik wil het niet! Ik hoef het niet. Zegt hij: AH kom op! Een beetje toch? Ik zeg: Nee! Dat ben ik niet! Op een gegeven moment zei [verdachte] : weet je, [medeverdachte] kan wel effe weggaan. En toen stond [medeverdachte] volgens mij gewoon om het hoekje te wachten tot het weer het juiste moment was om te komen. Uiteindelijk bleef [verdachte] zeg maar doorgaan met dat wrijven en zo. Ik zeg zo tegen hem: Weet je! Klaar! Ik wil het niet!? Hij zegt: Kom op! Weet je? Jongens hebben ook hun behoeftes.
Toen deed hij heel sneaky deed hij zo mijn broek open. Deed hij zo mijn broek naar beneden. En toen probeerde ik hem zo een soort van omhoog te doen: ik zeg dat ik het niet wil! Haalde hij zijn lul uit zijn broek. Toen deed hij hem zeg maar gewoon in mijn anus. Weet je, ik zeg tegen hem: dat hoeft helemaal niet! Hij bleef gewoon doorgaan. En dan vervolgens komt [medeverdachte] teruglopen. En ook gewoon met zijn lul uit zijn broek, en pakt hij zo mijn haar vast. Zegt hij zo van: yo! Kom me pijpen! En ik trek dan gewoon mijn hoofd weg. Nee dat wil ik niet! Op een gegeven moment werd ik wel echt gewoon een soort van aangeven dat ik het niet wil! Op een gegeven moment zei [medeverdachte] : kunnen we verder gaan we gebleven waren? Toen trok hij me mee naar zo'n picknicktafel die daarboven stond. Toen zei hij tegen mij van: je moet weer je broek uitdoen. Toen moest ik zeg maar mijn been zo op de tafel leggen. Toen ging hij op een gegeven moment, probeerde hij me nat te maken. Op een gegeven moment deed hij hem er gewoon in, dat deed ook gewoon pijn. Toen op een gegeven moment, na een tijdje toen zei hij zo van: ja? Kan ik in je komen? Gebruik je anticonceptie? Maar daar heb ik niet op geantwoord. Eerst werd aan mij gevraagd: ben je niet een beetje geil?? En toen zei ik van: Nee, dat ben ik niet. Ik heb wel gewoon in die tussentijd ook gewoon gezegd dat ik niet wilde. En heb ik ook toen [verdachte] zijn armen op mijn heupen had wel zo gedaan.
V1: Is die piemel ook echt in je anus geweest of er tegenaan, of anders?
A: Nee echt gewoon erin.
V1: Terwijl [verdachte] daar dus mee bezig is, begrijp ik dat [medeverdachte] weer terug komt lopen?
A: Ja uiteindelijk.
V1: Ja. Hij pakt dan vervolgens je hoofd?
A: Bij mijn haar
V1: wat heeft [medeverdachte] dan nog zeg maar met jou of bij jou gedaan, toen [verdachte] weg was en jij met [medeverdachte] alleen bleef?
A: Ja, toen moest ik mijn been gewoon zeg maar zo op de tafel.Gewoon, moest ik mijn broek zeg maar voor de helft uit doen, zodat ik zo kon staan.
O: [slachtoffer 1] staat op en buigt haar rechterbeen en legt de binnenkant van haar rechterknie op het bureau.
A: En pakte hij me zeg maar zo hard aan mijn haar en toen duwde hij me naar achter. Dan stond ik zodat hij makkelijk in me kon, zijn piemel. Van tevoren ging hij me wel een soort van, ik weet niet of je dat vingeren kan noemen, maar wel zo wrijven zo om het nat te maken.
V1: Dus zijn piemel is daarna in jouw??
A: Vagina. Van mijn achterkant, ik stond tegen die tafel aan. Hij was in ieder geval gewoon klaar, hij wilde het afmaken.
De verklaringen van [getuige] bij haar politieverhoor
Een jongen nam mij mee de auto uit en hij deed heel vervelend met mij.
V: Wie waren die jongens?
A: Eentje heet [verdachte] en de andere heet [medeverdachte] .
A: [verdachte] was vervelend naar mij toe. Hij ging me aanraken en zoenen et cetera. Hij probeerde mijn broek uit te doen. Hij drukte mij in een soort hoekje. Dat. En ik zei nee dat gaat niet gebeuren.
V: Waar heeft hij jou aangeraakt?
A: Gewoon overal. Bij mijn geslachtsdelen.
O: Na een tijdje komen jij en [verdachte] terug bij de auto.
A: Op een gegeven moment toen zijn we ergens anders heen gereden. Toen vroeg dezelfde jongen (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte]) aan haar een rondje te lopen. Zij is meegegaan en die jongen die het bij mij probeerde (
de rechtbank begrijpt: verdachte) is toen ook meegegaan.Ze vroegen haar uit te stappen. Zij is toen uitgestapt en meegegaan.
V: Wat heeft [slachtoffer 1] jou nog verteld over wat er gebeurd was tussen haar, [verdachte] en
[medeverdachte] ?
A: Dat ze seks heeft gehad. Ze zei dat ze zich vies voelde.
Een aangifte van [aangeefster] , de moeder van [slachtoffer 1] , namens die [slachtoffer 1] op 20 oktober 2020
Ik heb [slachtoffer 1] op 2 oktober 2020 gebeld en ik hoorde dat zij helemaal overstuur en in tranen was. Ze was steeds maar aan het huilen en heel erg overstuur. Dat zij met twee jongens was en dat die seks hadden gehad met haar, dat zij het niet wilde.
V: Wat heeft ze verteld over de seksuele handelingen?
A: Dat heeft ze mij maandagavond allemaal verteld. Ze zei tegen mij dat ze het niet hardop kon zeggen omdat ze steeds zo misselijk werd en het niet uit haar mond kreeg. Ze was op haar bed die maandagavond en ik vroeg haar of ik naast haar kon komen liggen. Ik voelde en zag dat zij als een lepeltje tegen mij aan ging liggen. Toen hoorde ik dat zij begon te huilen. Toen heeft ze mij verteld vanaf ze in Amersfoort terecht kwamen.Ze keek mij niet aan. Ze moest veel huilen. Ik heb eigenlijk alleen maar geluisterd en geen vragen gesteld.
Een proces-verbaal forensisch onderzoek persoon ( [slachtoffer 1] )
Tijdens het onderzoek zagen wij kleine beschadigingen in de anus en de vagina van het slachtoffer.
Een (herzien) NFI-rapport van 9 november 2021
ZAAD1273NL#08 buitenzijde kleine schaamlippen
ZAAD1273NL#12 en #13 om anus en in de anus
DNA kan afkomstig zijn van minimaal twee personen:
- slachtoffer [slachtoffer 1]
- [verdachte] (sperma)
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van het slachtoffer. DNA-mengprofielen ZAAD1273NL#08, #12 en #13 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van verdachte [verdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van een willekeurige onbekende persoon.
Een NFI-rapport van 21 januari 2022
ZAAD1273NL#06 (hals rechts)
DNA kan afkomstig zijn van:
- slachtoffer [slachtoffer 1]
- verdachte [medeverdachte]
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van het slachtoffer. DNA-mengprofiel ZAAD1273NL#06 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en verdachte [medeverdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en DNA van een willekeurige onbekende persoon.
De verklaringen van verdachte ter terechtzitting van 24 augustus 2023
Ik heb in de nacht van 2 oktober 2020 samen met de medeverdachte [slachtoffer 1] en [getuige] opgehaald in een auto. Ik ben samen met de medeverdachte en [slachtoffer 1] naar het voetbalveld gereden. Daar ben ik samen met de medeverdachte en [slachtoffer 1] uit de auto gestapt en naar boven gelopen. [getuige] heeft eerder die nacht duidelijk aangegeven dat ze niks van mij wilde. Ik heb het wel geprobeerd.
De verklaringen van [slachtoffer 2] bij een ‘informatief gesprek zeden’ op 1 november 2021
Rond december 2020. Mijn beste vriendin had contact met een jongen [A] uit [woonplaats] . Die heeft een beste vriend [verdachte] . En toen vroeg [A] komen jullie film kijken bij hem. We werden opgehaald door [A] en [verdachte] .
Hij was dus ook bij [A] thuis. Toen ging [verdachte] zo naast me zitten. Ik voelde en had in de gaten dat hij iets van me wilde. Hij deed plakkerig. Toen gingen we met z'n vieren naar boven om film te kijken. Maar het bed was te klein. Toen zei die [verdachte] van 'wij gaan wel naar een andere kamer toe'.
Ik lag naast [verdachte] daar en toen ging hij allemaal naar me kijken en begon me te zoenen. Hij zat de hele tijd aan me. Toen vroeg hij aan mij of ik hem wilde pijpen. Toen zei ik van dat doe ik helemaal niet. Dat wil ik niet. Ik ben niet seksueel actief. Ik ben daar niet mee bezig en ben ook nog maagd.
Toen bleef [verdachte] maar vragen van wil je me pijpen. Toen ging hij mij weer zoenen en draaide hij mij om. Toen zei ik dat ik dat niet wilde. Niet doen, zei ik. Hij trok ook mijn broek naar beneden. En hij had mijn armen vastgepakt. Ik zei de hele tijd 'niet doen' 'niet doen'. Maar ik kon niks want hij had mijn armen dus vast. Ik voelde dat hij op me lag al een beetje, aan mijn rug. Ik probeerde hem tegen te werken en weg te duwen. Maar hij ging gewoon door.En hij fluisterde in mijn oor van 'je bent zo mooi' enzo. En toen dacht ik echt wat gebeurt er nou toch.Hij zat toen aan mijn borsten en kont enzo op mijn kleding. Ik vond dat niet leuk. [verdachte] had kunnen zien dat ik het niet wilde. Dit kon hij zien aan mijn houding, ik ze ook ik wil het niet. Ik had een trainingspak aan toen, vest en bijpassende broek. Toen hij me omdraaide had hij mijn broek en onderbroek naar benden getrokken. Tot net boven mijn knieën. Ik lag toen op mijn buik, lang uit. Hij ging toen met zijn geslachtsdeel, dat voelde ik, zijn geslachtsdeel was hard. Hij ging dus onderlangs door mijn billen heen en een beetje in mijn vagina dat voelde ik.
De tweede keer is deze zomervakantie 2021 gebeurd. De laatste week van de zomervakantie.
Ik zat bij de bushalte bij de Stier. En toen zag ik toevallig [verdachte] aan de overkant rijden op een scooter met zijn neef. Ze keken mij alle twee aan terwijl ze reden. Toen zag ik dat hij de rotonde pakte in zijn busje en mijn kant op kwam. En hij ging tegenover mij op de bushalte tegenover staan. Hij stopte voor mij en toen zei hij 'stap in', 'stap in'. 100 keer gevraagd. Hij zei van ik breng je naar huis. En hij bleef maar. Uiteindelijk ben ik toch ingestapt.
Ik zei de hele tijd van ik moet naar huis. Ik wilde niet dat er iets gebeurde. Ik zei dat gewoon ook zodat hij me met rust liet. En toen gingen we naar boven, zei hij kom ik wil gewoon even met je praten. En toen ging hij apart tegen mij praten.Hij deed er gewoon alles aan zodat ik bij hem zou komen liggen en zitten. Toen zei ik van ik moet nu naar huis, van ik kom straks wel terug ofzo. Dat zei ik maar om weg te kunnen. Op een gegeven moment stond hij ook op. Hij trok mij aan mijn arm het bed op toen. Vroeg hij weer van ga je mij pijpen. Toen zei hij jawel, jij gaat mij pijpen. Dit keer pakte hij ook mijn handen ook heel stevig vast. Hij lag ook op mij, hij had me helemaal bij mijn keel vastgepakt. En ik had ook nog een mondkapje om trouwens. Die trok hij helemaal van mij af. En toen zei hij je gaat mij pijpen, je gaat dit en dat. Toen wilde hij ook mijn broek open doen. Hij stopte ook zijn tong in mijn mond. Ik werkte tegen en hield mijn mond dicht. Hij hield mij helemaal vast. Hij zat aan me en probeerde die tong dus in mijn mond stoppen. En hij bleef maar door praten van je gaat me pijpen. Ik lag toen op mijn buik, en toen zat hij al op mij, en toen draaide ik me om en probeerde hem van me af te duwen. En toen ging hij van me af. Toen stond hij voor mij en ging op mij zitten en ging aan me zitten en irritant doen. Hij zat aan mijn gezicht aan mijn lichaam. Toen zei hij de hele tijd van je gaat mij pijpen. Toen zag ik dat hij zijn broek uit wilde doen. [verdachte] heet hij. Het was in het appartementje van [A] . Hij zat toen op mijn kleding aan mijn kont en borsten.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat in een zedenzaak zich vaak de situatie voordoet dat alleen het slachtoffer en verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Bij een ontkennende verdachte, zoals in deze zaak het geval is, brengt dit in veel gevallen mee dat de verklaring van het vermeende slachtoffer als belangrijkste bewijsmiddel voorhanden is. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet worden aangenomen op grond van enkel de verklaring van het vermeende slachtoffer.
Steunbewijs kan ertoe leiden dat toch een bewezenverklaring kan volgen. Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de ten laste gelegde handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van het slachtoffer, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (slachtoffer) heeft afgelegd. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de verklaringen van aangeefster (hierna: [slachtoffer 1] ) betrouwbaar zijn en of deze verklaring voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Beoordeling feit 1
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1]
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] bij drie verschillende verhoren heeft verklaard over wat er volgens haar is gebeurd en welke seksuele handelingen verdachte en zijn medeverdachte op welke momenten hebben gepleegd. Op deze essentiële punten heeft zij consistent, gedetailleerd en volledig verklaard. Zo verklaart [slachtoffer 1] in haar verhoor bij de rechter-commissaris van juli 2023 weliswaar niet alles meer te weten, maar op de voornoemde essentiële punten verklaart zij in dat verhoor hetzelfde als bij het informatieve gesprek met de politie op 2 oktober 2020 en het verhoor bij de politie op 20 oktober. Daarnaast bevestigt de moeder van [slachtoffer 1] dat [slachtoffer 1] haar enkele dagen na het onder feit 1 ten laste gelegde uitgebreid (uit zichzelf) heeft verteld over het ten laste gelegde, en heeft [slachtoffer 1] in haar dagboek geschreven over de gebeurtenissen. Ook aan haar moeder en in haar dagboek heeft [slachtoffer 1] in de kern hetzelfde verklaard over de voornoemde essentiële punten. Dit alles brengt de rechtbank tot de tussenconclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 1] betrouwbaar zijn, en daarom bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer 1]
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of de verklaringen van [slachtoffer 1] voldoende steun vinden in overige onderzoeksbevindingen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Allereerst zijn daarbij van belang de in de bewijsmiddelen opgenomen verklaring van getuige [getuige] . [getuige] was, naast [slachtoffer 1] en verdachte en zijn medeverdachte, fysiek aanwezig in en rond de auto in de nacht van 2 oktober 2020. [getuige] bevestigt de verklaringen van [slachtoffer 1] voor zover die zien op het gezamenlijk uit de auto stappen en weglopen met verdachte en zijn medeverdachte kort voor de verkrachting. Ook heeft [getuige] verklaard te hebben gezien dat [slachtoffer 1] , zoals zij zelf had verklaard, seks had met de medeverdachte voorafgaand aan de aan verdachte verweten verkrachting, en zijn haar verklaringen over de algehele gang van zaken die nacht in de kern in overeenstemming met de verklaringen van [slachtoffer 1] .
Op het lichaam van [slachtoffer 1] zijn ook DNA-sporen aangetroffen in de vorm van sperma in de hals, op de buitenzijde van de schaamlippen en in en rond de anus van [slachtoffer 1] . Uit de in de bewijsmiddelen opgenomen bevindingen over deze spermasporen concludeert de rechtbank dat het sperma in de hals van [slachtoffer 1] van de medeverdachte was, en dat het sperma op de buitenzijde van de schaamlippen en in en rond de anus afkomstig is van verdachte. Deze spermasporen vormen naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de aard van de sporen en de plaatsen waarop deze zijn aangetroffen, een directe ondersteuning voor de verklaringen van [slachtoffer 1] .
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat de verklaringen van [slachtoffer 1] in voldoende mate steun vinden in andere, van haar verklaring onafhankelijke bewijsmiddelen.
Dwang
Om tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 primair ten laste gelegde te komen, moet voorts worden vastgesteld of verdachte en/of zijn medeverdachte door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] hebben gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. De rechtbank is van oordeel dat uit de verklaringen van [slachtoffer 1] volgt dat sprake is geweest van dwang, bestaande uit feitelijkheden. Verdachte en zijn medeverdachte hebben [slachtoffer 1] , een kwetsbaar, minderjarig meisje, in een afhankelijkheidssituatie gebracht door haar midden in de (koele) nacht, terwijl zij op slippers liep en schaars gekleed was, op te halen met de auto en ondanks stelselmatig (zowel verbaal als fysiek) verzet, seksuele handelingen bij haar te verrichten. Ook is sprake geweest van dwang tot het ondergaan van de handelingen door geweld, nu verdachte zowel ‘onverhoeds’ haar broek heeft opengemaakt als ook is binnengedrongen [slachtoffer 1] heeft feitelijk weliswaar op een aantal momenten de mogelijkheid gehad om hulp in te schakelen, of om te proberen weg te komen, maar mede door de omstandigheden waaronder [slachtoffer 1] zich geconfronteerd zag met de seksuele toenadering, was de dwang van dien aard zijn dat [slachtoffer 1] zich daartegen naar redelijke verwachting niet tegen heeft kunnen verzetten, en hoefde niet van haar te worden verwacht dat zei zich aan de dwang onttrok.
Medeplegen
Bij de voetbalveldjes hebben zowel verdachte als zijn medeverdachte seksuele handelingen met [slachtoffer 1] verricht. Uit de verklaring van [slachtoffer 1] volgt dat beide jongens haar eerst tegelijk hebben aangeraakt, waarna verdachte zei dat zijn medeverdachte wel even kon wachten terwijl hij seks had met [slachtoffer 1] . De medeverdachte heeft vervolgens op enige afstand gewacht tot verdachte ‘klaar’ was. Vervolgens heeft medeverdachte [medeverdachte] seks gehad met [slachtoffer 1] . Uit deze opeenvolging van handelingen en onderlinge afstemming leidt de rechtbank af dat verdachte en zijn medeverdachte bewust en nauw hebben samengewerkt bij de verkrachting van [slachtoffer 1] bij de voetbalveldjes.
Beoordeling feit 2 primair en feit 3
Betrouwbaarheid verklaringen [slachtoffer 2]
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) zowel in haar politieverhoor in november 2021 als bij haar verhoor bij de rechter-commissaris in maart 2023 gedetailleerd, volledig en op essentiële punten consequent heeft verklaard over wat er in december 2020 en augustus 2021 volgens haar is gebeurd. De rechtbank heeft verder ook geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen. De rechtbank komt aldus tot de tussenconclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 2] betrouwbaar zijn, en daarom bruikbaar voor het bewijs. Nu de verklaring van [slachtoffer 2] geen steun vindt in andere bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan deze feiten, is niet aan het bewijsminimum voldaan.
Schakelbewijs
De rechtbank heeft zich vervolgens de vraag gesteld of het bewijsminimum zou kunnen worden gehaald door middel van schakelbewijs. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen onder omstandigheden als steunbewijs (in de vorm van zogenaamd schakelbewijs) is toegelaten. Voor de bewezenverklaring van een feit wordt in dat geval mede redengevend geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit, zoals een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte (ook wel aangeduid als modus operandi).
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overeenkomende modus operandi kunnen betrokken worden de feitelijke gang van zaken ten aanzien van de betreffende feiten, waaronder begrepen de context waarbinnen de feiten hebben plaatsgevonden, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd, het handelen van de verdachte en de verklaringen die de verdachte daarover heeft afgelegd.
Daarbij kan het bewijs in verschillende zaken over en weer redengevend worden geacht, zelfs als een feit afzonderlijk – dus los van de schakelbewijsconstructie – niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De rechtbank stelt vast dat uit de afgelegde verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] volgt dat er grote kenmerkende overeenkomsten bestaan in de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen zouden zijn verricht, die bovendien binnen een relatief korte periode van drie maanden zouden hebben plaatsgevonden. In beide situaties is sprake van jonge kwetsbare meisjes, die werden afgezonderd van hun vriendin en vervolgens meteen op een seksuele en dwingende, dan wel opdringerige, manier onder druk gezet werden gezet. [slachtoffer 1] beschrijft dat als ze eenmaal alleen is met verdachte, hij al snel met zijn handen bij haar geslachtsdeel is, hij haar broek van achteren naar beneden trekt en haar vervolgens van achteren penetreert. Volgens [slachtoffer 1] pleegde verdachte zijn seksuele handelingen ondanks haar kenbare verzet daartegen. [slachtoffer 2] verklaart dat verdachte haar bij haar armen vastpakt, haar broek naar beneden trekt en van achter met zijn geslachtsdeel bij haar naar binnen dringt. [slachtoffer 2] verklaart dat ze de hele tijd zei dat ze niet wilde dat verdachte deze handelingen bij haar doet. De rechtbank constateert voorts dat de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor wat betreft de modus operandi ook overeenkomen met hetgeen getuige [getuige] , een eveneens jong meisje, over haar ervaring met verdachte in de nacht van 2 oktober 2020 heeft verklaard. Haar beschrijving van de wijze waarop verdachte haar seksueel heeft benaderd vertoont op essentiële punten belangrijke overeenkomsten en kenmerkende gelijkenissen met de verklaring van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over dit (kennelijke) patroon in handelingen van verdachte. Dit betreft het afzonderen van [getuige] door haar alleen mee te nemen uit de auto en in een hoekje te drukken, het onverhoeds betasten van haar geslachtsdelen, het blijven doorgaan met het verrichten van seksuele handeling ondanks verzet van [getuige] en het proberen haar broek uit te doen.
Zowel [slachtoffer 1] , [getuige] als [slachtoffer 2] werden dus afgezonderd en vervolgens meteen op een seksuele en dwingende, dan wel opdringerige, manier door verdachte onder druk gezet.
De rechtbank acht van belang dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] elkaar niet kennen, dat zij hun verklaringen onafhankelijk van elkaar hebben afgelegd, maar dat zij beiden wel heel specifiek verdachte aanwijzen en herkennen als de dader. De rechtbank constateert dat hun verklaringen met betrekking tot de modus operandi van verdachte op meerdere cruciale punten overeenkomen en worden ondersteund door de voornoemde verklaring van [getuige] . Verdachte heeft zelf ter terechtzitting verklaard dat hij, wanneer hij met een meisje is waar hij seks mee zou willen hebben, hij wel ‘een beetje aandringt’.. Die verklaring is minst genomen in lijn met de wijze waarop alle drie de meisjes zijn behandeld.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] , [getuige] en [slachtoffer 2] elkaar over en weer ondersteunen, omdat uit die verklaringen blijkt dat de wijze waarop en de omstandigheden waaronder verdachte (seksuele) handelingen bij hen heeft verricht op essentiële punten met elkaar overeenstemmen. De rechtbank zal de verklaringen van [slachtoffer 1] en [getuige] dan ook gebruiken als schakelbewijs voor de onder feiten 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
De rechtbank ziet geen noodzaak in het aanhouden van de zaak om het NFI te laten onderzoeken of het spermaspoor dat in en rond de anus van [slachtoffer 1] is aangetroffen mogelijk versleept is door de medeverdachte. Een dergelijk onderzoek acht de rechtbank, gezien de bewijsmiddelen en overwegingen, niet noodzakelijk voor het beantwoorden van de vragen genoemd in artikelen 348 en 350 Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank acht op basis van het voorgaande de onder feit 2 primair verkrachting en de onder feit 3 ten laste gelegde aanranding wettig en overtuigend bewezen.