ECLI:NL:RBMNE:2023:4562
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na melding toegenomen klachten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiser, die voorheen als barmedewerker werkte, meldde zich op 28 december 2017 ziek vanwege psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na onderzoek vastgesteld dat eiser per 25 december 2019 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en heeft zijn aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en later beroep ingesteld na een bestreden besluit van het Uwv op 15 februari 2023, waarin het Uwv bij zijn eerdere beslissing bleef.
De rechtbank heeft het beroep op 20 juni 2023 behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank overweegt dat het Uwv besluiten over arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapportages van verzekeringsartsen, mits deze zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiser heeft geen concrete gronden aangevoerd tegen de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is verricht en dat de verzekeringsarts de beperkingen van eiser correct heeft ingeschat.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht de mate van arbeidsongeschiktheid per 1 februari 2023 heeft vastgesteld op 8,92% en dat eiser niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen gelijk. Aangezien eiser geen gelijk krijgt, worden zijn proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 september 2023.