ECLI:NL:RBMNE:2023:4561

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
16-015620-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting en verkrachting in vereniging van een jong, kwetsbaar slachtoffer

Op 7 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 2 oktober 2020 in Amersfoort samen met een medeverdachte een jong, kwetsbaar meisje heeft verkracht. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende steunbewijs is voor haar verklaringen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling. Daarnaast is er een contactverbod opgelegd met de slachtoffers en is de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 15.000,- toegewezen, waarvan de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de impact van de daden op haar leven meegewogen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten die een grove inbreuk maken op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het recidiverisico en de noodzaak van behandeling en begeleiding van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-015620-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 7 september 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 januari 2023, 18 april 2023 en 24 augustus 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op 24 augustus 2023, gelijktijdig met de zaak van de medeverdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. B.H.J. van Rhijn, advocaat te Doorn, alsmede de benadeelde partij en haar advocaat, mr. A.Y. Bleeker, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, samen met een ander, [slachtoffer] heeft verkracht.
Feit 1 subsidiair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, samen met een ander, met [slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt , ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Feit 1 meer subsidiair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd.
Feit 2 primair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, [slachtoffer] heeft verkracht.
Feit 2 subsidiair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, met [slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt , ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Feit 2 meer subsidiair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie ziet voldoende steunbewijs voor de verklaringen van aangeefster, die hij betrouwbaar acht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van beide ten laste gelegde feiten. Kort gezegd is daartoe aangevoerd dat (bruikbaar) steunbewijs voor de aangifte ontbreekt. Het steunbewijs zou in dit geval moeten worden gevonden in de waarneming van getuige [getuige] en/of één DNA-spoor van verdachte in de hals van het slachtoffer. De waarneming van [getuige] is niet bruikbaar voor het bewijs, nu zij zelf heeft verklaard het niet goed te hebben gezien wat er precies gebeurde in de auto. In hetzelfde verhoor waarin zij zegt te hebben gezien dat verdachte en het slachtoffer seks hadden, verklaart zij dat zich niet meer te herinneren. Haar belastende verklaring is daarom omgeven door teveel twijfel. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting een geloofwaardige en logische verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn sperma in de hals van het slachtoffer. Verdachte zou opgewonden zijn en met zijn hand zijn penis in zijn broek recht hebben gelegd, waarna zijn sperma via zijn hand op de hals van het slachtoffer terecht zou zijn gekomen. De bewijsmiddelen sluiten dat scenario niet uit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De verklaringen van [slachtoffer] , afgelegd bij een zogenoemd ‘informatie gesprek zeden’ op 2 oktober 2020:
Informatief gesprek met: [slachtoffer] (vrouw), geboren op [2005] . [slachtoffer] was gisteren, 1 oktober 2020, samen met haar vriendin, genaamd [getuige] , weggelopen van de instelling in [plaats] . Zij moesten een slaapplek en vervoer vinden. Volgens [B] waren ene [verdachte] en [medeverdachte] in de buurt. Ze kwamen hen ophalen. Ze zijn naar een parkeerplaats bij de Plusmarkt in het centrum van Amersfoort gegaan. Ze zijn uiteindelijk naar de voetbalvelden in Amersfoort gereden. [2] Het contact met de jongens zou hebben plaatsgevonden op 2 oktober 2020, tussen 02.00 en 03.00 uur. Omstreeks 03.00 uur werd gestopt met de seksuele handelingen en zijn [slachtoffer] en [getuige] bij de jongens weggegaan. Doordat [getuige] met de telefoon van [slachtoffer] contact heeft gehad met [medeverdachte] , heeft zij zijn telefoonnummer in haar telefoon staan. Dat betreft nummer [telefoonnummer] . [3]
De verklaringen van [slachtoffer] , afgelegd bij haar politieverhoor op 20 oktober 2020:
Ik had niet gepland om te gaan, ik had geen jas aan, ik had niks bij me. [4]
V1: En om welke jongens ging het?
A: [medeverdachte] en [verdachte] . Ze haalden ons denk ik rond 01:00 uur op. [5]
A: Het moment dat ik die auto instapte en die vibe voelde. [verdachte] zit aan het stuur en [medeverdachte] zit ernaast en dat die dan al een viezig lachje. De hele tijd zag ik [verdachte] zo kijken. Eerst was het naar de Plus in Amersfoort. En dan ergens zoiets waar je in kon rijden een soort van parkeerplek. [6]
V: En dan komen jullie bij de Plus, jullie gaan naar dat parkeerplaatsje voor de bewoners. En dan?
A: hij zette die auto stil. En toen vroeg [medeverdachte] aan [getuige] : Kom je mee effe een rondje lopen? Geen rondje lopen, bedacht ik. Maar uiteindelijk stapte ze toch die auto uit. Toen vroeg die [verdachte] of ik voorin wilde zitten. Ik ben uiteindelijk voorin gaan zitten. En op gegeven moment ik zat in de auto en hij doet die auto op slot. Dan kan je nergens naartoe. [7]
Toen zegt hij gewoon meteen, Ga je me geen kusje geven? En ik zeg van hoezo? Ja, maar ga je me geen kusje geven? Ik zeg: Waarom? Ik ken je niet!? Dan leer je me kennen, ga je me geen kusje geven?? Ik zeg: Nou, nee hoeft niet. Toen ging hij me gewoon ineens zoenen, tongzoenen. Toen ging hij zo naar achter, ging hij zo vies doen. En dan zie je ineens wat hij doet, dan haalt hij een stijve zeg maar uit zijn broek. En in plaats van: “Ga je me geen kusje geven?, was het: Ga je me niet pijpen? Wil je je lippen niet op mijn dick zetten? Op een gegeven moment pakte hij gewoon mijn haar zeg maar vast, en toen duwde hij mijn hoofd zeg maar naar zijn toe zeg maar. Uiteindelijk dacht ik: misschien als ik het doe, dan is het klaar. [8]
Op een gegeven moment heb ik wel gewoon zelf gewoon mijn hoofd weggedaan. Van: oke, genoeg! Toen zei hij van: Wil je niet met me neuken?? Toen kwam ik weer met: Weet je, ik ken je niet?! Hij zegt: Ach kom op, heel even! Jongens hebben ook hun behoeftes nodig. Toen ging hij zeg maar zo achter me zitten met half zijn broek uit en zo. Toen bleef hij het vragen, toen deed hij mijn broek uit en zo. Ik dacht van: Ja weet je, hij gaat pas die deur open doen, als ik het doe. Ik gaf mezelf gewoon over. Ik dacht: ik kan wel zeggen: Nee, nee, nee, ik ga het niet doen. Maar hij wil toch zijn zin krijgen.
Op een gegeven moment had hij gewoon mijn broek mijn onderbroek uitgedaan. En toen Moest ik van hem op hem gaan zitten. Zijn broek had hij al naar beneden zeg maar, omdat ik hem toen al gepijpt had. Hij deed zo mijn knoop open, ik had een spijkerbroek aan. Ging hij zo mijn rits naar beneden doen. En toen ging hij een soort van zo naar beneden proberen te trekken, maar ik zat weet je, toen probeerde hij me een beetje over te halen, toen ging ik uiteindelijk gewoon staan. En toen hielp hij me met omdraaien in de auto.
Ik had mijn trui aan nog. Hij ging wel zeg maar, onder mijn trui, aan mijn bh zitten en aan mijn borsten en zo. Hij was eerst half uit, maar volgens mij terwijl ik zo zeg maar op hem ging zitten, was hij helemaal uitgegaan. [9]
V: Zijn piemel. Waar is die in jou gegaan?
A: In mijn vagina
V: Wie heeft dat gedaan?
A: Hij. Terwijl ik zeg maar zo op hem zat ging hij gewoon met zijn hand zo doen. En toen duwde hij zeg maar zo mijn heupen naar beneden. En toen ging hij eerst zeg maar een soort van, zo op en neer bewegen. Uiteindelijk ging hij met zijn handen gewoon aan mijn borsten zitten.
V1: Wat deden zijn handen met je borsten?
A: Ja gewoon knijpen erin zeg maar. En hij zat ook heel vies te kreunen.
A: Aan het einde van dat we bezig waren kwamen [getuige] en [medeverdachte] , terug lopen. [10] [getuige] zag door de voorruit wel dat we bezig waren. [medeverdachte] probeerde aan de rechterkant volgens mij de deur open te doen. En toen had ik uiteindelijk gewoon tegen hem gezegd: ik kan dit niet. Hij zegt: kom op?! Ik zeg: nee ik kan dit niet. Ach kom op joh! Gewoon tot ik klaar ben. Ik zeg: nee ik kan dit niet, en zeker niet als ze lopen te kijken. Dus toen ben ik zelf van hem afgegaan. Toen had hij gezegd, net toen ik de auto uitstapte en naar [getuige] toeliep: bij de volgende plek gaan we het afmaken. [11]
V1: Ja, want hij bleef volhouden zeg maar hè? Wat heb je zeg maar? Met je lijf, met je handen, anders? Gedaan? Om hem duidelijk te maken dat je het niet wilde?
A: Ik had wel toen hij mijn haar vastpakte een beetje zo van weggeduwd zo die hand. Ik verstijfde gewoon. Hij pakte wel echt gewoon mijn haar vast. Hij was gewoon een soort van leiding aan het geven. [12]
V1: Nou uiteindelijk rijden jullie dus weer weg. Vanaf die Plusmarkt. Weet je dan waar jullie naartoe gaan?
A: voetbalveldje van CJVV. [13]
Toen [verdachte] de auto had neergezet wisselden zij van plek. Toen ging [medeverdachte] voorin zetten bij de bestuurderskant. En [medeverdachte] die gaat voorin zitten, en zegt: kom je voorin zitten? [14] Toen zeg ik tegen hem: jullie hebben dit allemaal afgesproken hè? Trouwens hij zei iets van: ja ik vind je mooi en ik wil je wel leren kennen. Daarna deed [verdachte] de deur open, en hij zei: ja [getuige] wil even iemand appen. [getuige] stapt in de auto, achterin. [medeverdachte] stapt de auto uit en toen zei hij: [getuige] wil even alleen iemand appen.
Ik stap die auto uit. Toen uiteindelijk moest ik meelopen met [medeverdachte] en met [verdachte] , toen gingen we dus boven bij die tribunes daar, bij die picknicktafel. Toen gingen ze allebei zeg maar zo tegen mij aan staan. En toen was het volgens mij [medeverdachte] , stond schuin achter mij. En [verdachte] die stond of links van mij of rechts voor mij. En toen ging [verdachte] weer tongzoenen en toen vervolgens ging [medeverdachte] zeg maar mijn heupen pakken, gewoon met zijn broek aan ging hij zeg maar gewoon zo tegen me aan wrijven.
Op een gegeven moment, ik deed echt gewoon zo van: Yo!? weet je, klaar!! Dat zeg ik ook: Yo! Klaar! Weet je? Ik wil het niet! Ik hoef het niet. Zegt hij: AH kom op! Een beetje toch? Ik zeg: Nee! Dat ben ik niet! Op een gegeven moment zei [medeverdachte] : weet je, [verdachte] kan wel effe weggaan. En toen stond [verdachte] volgens mij gewoon om het hoekje te wachten tot het weer het juiste moment was om te komen. Uiteindelijk bleef [medeverdachte] zeg maar doorgaan met dat wrijven en zo. Ik zeg zo tegen hem: Weet je! Klaar! Ik wil het niet!? Hij zegt: Kom op! Weet je? Jongens hebben ook hun behoeftes. [15]
Toen deed hij heel sneaky deed hij zo mijn broek open. Deed hij zo mijn broek naar beneden. En toen probeerde ik hem zo een soort van omhoog te doen: ik zeg dat ik het niet wil! Haalde hij zijn lul uit zijn broek. Toen deed hij hem zeg maar gewoon in mijn anus. Weet je, ik zeg tegen hem: dat hoeft helemaal niet! Hij bleef gewoon doorgaan. En dan vervolgens komt [verdachte] teruglopen. En ook gewoon met zijn lul uit zijn broek, en pakt hij zo mijn haar vast. Zegt hij zo van: yo! Kom me pijpen! En ik trek dan gewoon mijn hoofd weg. Nee dat wil ik niet! Op een gegeven moment werd ik wel echt gewoon een soort van aangeven dat ik het niet wil! En op een gegeven moment stopte [medeverdachte] , toen liep hij weg. Op een gegeven moment zei [verdachte] : kunnen we verder gaan we gebleven waren? Toen trok hij me mee naar zo'n picknicktafel die daarboven stond. Toen zei hij tegen mij van: je moet weer je broek uitdoen. Toen moest ik zeg maar mijn been zo op de tafel leggen. Toen ging hij op een gegeven moment, probeerde hij me nat te maken. Op een gegeven moment deed hij hem er gewoon in, dat deed ook gewoon pijn. Toen op een gegeven moment, na een tijdje toen zei hij zo van: ja? Kan ik in je komen? Gebruik je anticonceptie? Maar daar heb ik niet op geantwoord. Eerst werd aan mij gevraagd: ben je niet een beetje geil?? En toen zei ik van: Nee, dat ben ik niet. Ik heb wel gewoon in die tussentijd ook gewoon gezegd dat ik niet wilde. En heb ik ook toen [medeverdachte] zijn armen op mijn heupen had wel zo gedaan. [16]
V1: Is die piemel ook echt in je anus geweest of er tegenaan, of anders?
A: Nee echt gewoon erin. [17]
V1: Terwijl [medeverdachte] daar dus mee bezig is, begrijp ik dat [verdachte] weer terug komt lopen?
A: Ja uiteindelijk.
V1: Ja. Hij pakt dan vervolgens je hoofd?
A: Bij mijn haar
V1: wat heeft [verdachte] dan nog zeg maar met jou of bij jou gedaan, toen [medeverdachte] weg was en jij met [verdachte] alleen bleef?
A: Ja, toen moest ik mijn been gewoon zeg maar zo op de tafel. [18] Gewoon, moest ik mijn broek zeg maar voor de helft uit doen, zodat ik zo kon staan.
O: [slachtoffer] staat op en buigt haar rechterbeen en legt de binnenkant van haar rechterknie op het bureau.
A: En pakte hij me zeg maar zo hard aan mijn haar en toen duwde hij me naar achter. Dan stond ik zodat hij makkelijk in me kon, zijn piemel. Van tevoren ging hij me wel een soort van, ik weet niet of je dat vingeren kan noemen, maar wel zo wrijven zo om het nat te maken.
V1: Dus zijn piemel is daarna in jouw??
A: Vagina. Van mijn achterkant, ik stond tegen die tafel aan. Hij was in ieder geval gewoon klaar, hij wilde het afmaken. [19]
V2: Wat heeft [getuige] gezien van wat er tussen jou en die jongens is gebeurd op seksueel gebied?
A: Het begin, dat ze gewoon daarvoor stond, voor die auto. Gewoon dat, ze zag wel dat ik gewoon op hem zat, en mijn broek aan deed. [20]
De verklaringen van [getuige] bij haar politieverhoor op 30 november 2021
O: Na een tijdje komen jij en [medeverdachte] (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte]) terug bij de auto.
V: Wat zag je toen je terugkwam?
A: Dat hun (
de rechtbank begrijpt: verdachte en slachtoffer [slachtoffer]) seks hadden. [21]
A: Op een gegeven moment toen zijn we ergens anders heen gereden. Toen vroeg dezelfde jongen (
de rechtbank begrijpt: verdachte) aan haar een rondje te lopen. Zij is meegegaan en die jongen die het bij mij probeerde (
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte]) is toen ook meegegaan. [22] Ze vroegen haar uit te stappen. Zij is toen uitgestapt en meegegaan.
V: Wat heeft [slachtoffer] jou nog verteld over wat er gebeurd was tussen haar, [medeverdachte] en
[verdachte] ?
A: Dat ze seks heeft gehad. Ze zei dat ze zich vies voelde. [23]
Een aangifte van [aangeefster] , de moeder van [slachtoffer] , namens die [slachtoffer] op 20 oktober 2020
Ik heb [slachtoffer] op 2 oktober 2020 gebeld en ik hoorde dat zij helemaal overstuur en in tranen was. Ze was steeds maar aan het huilen en heel erg overstuur. Dat zij met twee jongens was en dat die seks hadden gehad met haar, dat zij het niet wilde. [24]
V: Wat heeft ze verteld over de seksuele handelingen?
A: Dat heeft ze mij maandagavond allemaal verteld. Ze zei tegen mij dat ze het niet hardop kon zeggen omdat ze steeds zo misselijk werd en het niet uit haar mond kreeg. Ze was op haar bed die maandagavond en ik vroeg haar of ik naast haar kon komen liggen. Ik voelde en zag dat zij als een lepeltje tegen mij aan ging liggen. Toen hoorde ik dat zij begon te huilen. Toen heeft ze mij verteld vanaf ze in Amersfoort terecht kwamen. [25] Ze keek mij niet aan. Ze moest veel huilen. Ik heb eigenlijk alleen maar geluisterd en geen vragen gesteld. [26]
Een proces-verbaal forensisch onderzoek persoon ( [slachtoffer] )
Tijdens het onderzoek zagen wij kleine beschadigingen in de anus en de vagina van het slachtoffer. [27]
Een (herzien) NFI-rapport van 9 november 2021
ZAAD1273NL#08 buitenzijde kleine schaamlippen
ZAAD1273NL#12 en #13 om anus en in de anus
DNA kan afkomstig zijn van minimaal twee personen:
- slachtoffer [slachtoffer]
- [medeverdachte] (sperma)
Bewijskracht: meer dan 1 miljard. [28]
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van het slachtoffer. DNA-mengprofielen ZAAD1273NL#08, #12 en #13 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en sperma van verdachte [medeverdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en sperma van een willekeurige onbekende persoon. [29]
Een NFI-rapport van 21 januari 2022
ZAAD1273NL#06 (hals rechts)
DNA kan afkomstig zijn van:
- slachtoffer [slachtoffer]
- verdachte [verdachte]
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van het slachtoffer. DNA-mengprofiel ZAAD1273NL#06 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en DNA van een willekeurige onbekende persoon. [30]
De verklaringen van verdachte ter terechtzitting van 24 augustus 2023
Mijn medeverdachte en ik hebben [slachtoffer] en [getuige] in de nacht van 2 oktober 2020 met de auto opgehaald. We zijn naar de parkeerplaats bij de PLUS, en daarna nog naar een andere parkeerplaats gereden.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat in een zedenzaak zich vaak de situatie voordoet dat alleen het slachtoffer en verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Bij een ontkennende verdachte, zoals in deze zaak het geval is, brengt dit in veel gevallen mee dat de verklaring van het vermeende slachtoffer als belangrijkste bewijsmiddel voorhanden is. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet worden aangenomen op grond van enkel de verklaring van het vermeende slachtoffer.
Steunbewijs kan ertoe leiden dat toch een bewezenverklaring kan volgen. Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de ten laste gelegde handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van het slachtoffer, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (slachtoffer) heeft afgelegd. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de verklaringen van aangeefster (hierna: [slachtoffer] ) betrouwbaar zijn en of deze verklaringen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer]
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] bij drie verschillende verhoren heeft verklaard over wat er volgens haar is gebeurd en welke seksuele handelingen verdachte en zijn medeverdachte op welke momenten hebben gepleegd. Op deze essentiële punten heeft zij door de tijd heen consistent, gedetailleerd en volledig verklaard. Zo verklaart [slachtoffer] in haar verhoor bij de rechter-commissaris van juli 2023, weliswaar niet alles meer te weten, maar op de voornoemde essentiële punten verklaart zij in dat verhoor hetzelfde als bij het informatieve gesprek met de politie op 2 oktober 2020 en het verhoor bij de politie op 20 oktober 2020. Daarnaast bevestigt de moeder van [slachtoffer] dat [slachtoffer] haar enkele dagen na het onder feit 1 ten laste gelegde uitgebreid (uit zichzelf) heeft verteld over het ten laste gelegde, en heeft [slachtoffer] in haar dagboek geschreven over de gebeurtenissen. Ook aan haar moeder en in haar dagboek heeft [slachtoffer] in de kern hetzelfde verklaard over de voornoemde essentiële punten. Dit alles brengt de rechtbank tot de tussenconclusie dat de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar zijn, en daarom bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer]
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of de verklaringen van [slachtoffer] voldoende steun vinden in overige onderzoeksbevindingen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Allereerst is daarbij van belang de in de bewijsmiddelen opgenomen verklaring van getuige [getuige] . [getuige] was, naast [slachtoffer] en verdachte en zijn medeverdachte, fysiek aanwezig in en rond de auto in de nacht van 2 oktober 2020. [getuige] heeft bij meerdere verhoren verklaard (door de voorruit van de auto) te hebben waargenomen dat [slachtoffer] seks had met verdachte (feit 2). Verder bevestigt [getuige] de verklaringen van [slachtoffer] voor zover die zien op het gezamenlijk uit de auto stappen en weglopen met verdachte en zijn medeverdachte kort voor de onder feit 1 ten laste gelegde verkrachting, en zijn haar verklaringen over de algehele gang van zaken die nacht in de kern in overeenstemming met de verklaringen van [slachtoffer] .
Op het lichaam van [slachtoffer] zijn ook DNA-sporen aangetroffen in de vorm van sperma in de hals, sperma op de buitenzijde van de schaamlippen en sperma in en rond de anus van [slachtoffer] . Uit de in de bewijsmiddelen opgenomen bevindingen over deze spermasporen concludeert de rechtbank dat het sperma in de hals van [slachtoffer] van verdachte was, en dat het sperma op de buitenzijde van de schaamlippen en in en rond de anus afkomstig is van de medeverdachte. Deze spermasporen vormen naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de aard van de sporen en de plaatsen waarop het is aangetroffen, een directe ondersteuning voor de verklaringen van [slachtoffer] . Het alternatieve scenario van verdachte omtrent het spermaspoor dat in de hals van [slachtoffer] is aangetroffen is niet aannemelijk geworden.
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat de verklaringen van [slachtoffer] in voldoende mate steun vinden in andere, van haar verklaring, onafhankelijke bewijsmiddelen.
Dwang
Om tot een bewezenverklaring van het onder beide feiten primair ten laste gelegde te komen, moet voorts worden vastgesteld of verdachte en/of zijn medeverdachte door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] hebben gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. De rechtbank is van oordeel dat uit de verklaringen van [slachtoffer] volgt dat sprake is geweest van dwang, bestaande uit feitelijkheden. Verdachte en zijn medeverdachte hebben [slachtoffer] , een kwetsbaar, minderjarig meisje, in een afhankelijkheidssituatie gebracht door haar midden in de (koele) nacht, terwijl zij op slippers liep en schaars gekleed was, op te halen met de auto en ondanks stelselmatig (zowel verbaal als fysiek) verzet, seksuele handelingen bij haar te verrichten. Ook is sprake geweest van dwang tot het ondergaan van de handelingen door geweld, nu op verschillende momenten sprake is geweest van het ‘onverhoeds’ binnendringen, te weten door verdachte bij [slachtoffer] in de auto en door medeverdachte bij de voetbalveldjes. [slachtoffer] heeft feitelijk weliswaar op een aantal momenten de mogelijkheid gehad om hulp in te schakelen, of om te proberen weg te komen, maar mede door de omstandigheden waaronder [slachtoffer] zich geconfronteerd zag met de seksuele toenadering, was de dwang van dien aard dat [slachtoffer] zich daartegen naar redelijke verwachting niet tegen heeft kunnen verzetten, en hoefde niet van haar te worden verwacht dat zei zich aan de dwang onttrok.
Medeplegen (feit 1)
Op de tweede plek waar verdachte [slachtoffer] naar toe heeft gebracht, hebben zowel verdachte als zijn medeverdachte seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht. Uit de verklaring van [slachtoffer] volgt dat beide jongens haar eerst tegelijk hebben aangeraakt. Zijn medeverdachte heeft vervolgens gezegd dat verdachte wel even kon wachten, waarna verdachte op enige afstand heeft gewacht totdat zijn medeverdachte ‘klaar’ was met [slachtoffer] . Daarna heeft hij [slachtoffer] nogmaals verkracht. Uit deze opeenvolging van handelingen en onderlinge afstemming leidt de rechtbank af dat verdachte en zijn medeverdachte bewust en nauw hebben samengewerkt bij de verkrachting van [slachtoffer] bij de voetbalveldjes.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1 primair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een anderen, door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer] meermalen, (telkens), heeft gedwongen tot het ondergaan van handeling(en die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn penis in de, anus en mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en
- met zijn vingers de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en
- die [slachtoffer] betast aan de (blote) borsten en
- die [slachtoffer] ge(tong)zoend (in) op de mond,
bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte en/of zijn mededader meermalen, althans eenmaal (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie door die [slachtoffer] in een auto mee te nemen en
- ( vervolgens) die auto heeft geparkeerd op een parkeerplaats bij de voetbalvelden buiten de bebouwde kom, en
- de heupen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en met zijn (met kleding bedekte) geslachtsdeel tegen de billen van die [slachtoffer] heeft gewreven en
- die [slachtoffer] (voorover) op een picknicktafel heeft gelegd en een been van die [slachtoffer] op die tafel heeft gelegd en
- de (onder)broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en
- die [slachtoffer] bij de haren heeft vastgepakt en (vervolgens) de woorden toegevoegd: ”kom me pijpen” en “ ben je aan de pil”, en
- voorbij is gegaan aan de verbale dan wel non verbale signalen van die [slachtoffer] dat zij de aanrakingen/betastingen niet wilde en
- die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten.
Feit 2 primair
op 2 oktober 2020 te Amersfoort, door andere feitelijkheden meermalen, (telkens) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte (meermalen)
- zijn penis in de vagina en mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en
- die [slachtoffer] betast aan de (blote) borsten en
- die [slachtoffer] getongzoend in de mond;
bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte, meermalen
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie door die [slachtoffer] in een auto (mee te nemen) en
- vervolgens die auto heeft geparkeerd op een parkeerplaats van een supermarkt buiten de bebouwde kom en
- die [slachtoffer] plaats heeft laten nemen op de passagiersstoel van die auto en
- de deuren van die auto op slot heeft gedaan, om ontsnapping van die [slachtoffer] te bemoeilijken en
- plotseling zijn stijve geslachtsdeel heeft getoond aan die [slachtoffer] en
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “ga je me niet pijpen” en “wil jij je lippen niet op mijn dick zetten” en
- die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgepakt en (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer] richting zijn geslachtsdeel heeft geduwd en op en neergaande bewegingen met het hoofd van die [slachtoffer] heeft gemaakt en
- achter die [slachtoffer] is gaan zitten en de (onder)broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen op hem te gaan zitten en
- die [slachtoffer] plotseling heeft betast aan de (blote) borsten en
- de heupen van die [slachtoffer] beet/vast heeft gepakt en naar beneden, op zijn geslachtsdeel heeft geduwd en
- aldus een zodanige psychische druk op die [slachtoffer] heeft uitgeoefend en
- voorbij is gegaan aan de verbale dan wel non verbale signalen van die [slachtoffer] dat zij de betastingen niet wilde en
- die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
verkrachting in vereniging.
Feit 2:
verkrachting.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
  • een gevangenisstraf van 24 maanden;
  • een dadelijk uitvoerbare vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] voor de duur van 3 jaren, per overtreding te vervangen door 1 maand hechtenis, met een maximum van 6 maanden vervangende hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de eis buitenproportioneel is. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is niet passend. Verdachte wil meewerken aan begeleiding van de reclassering in de vorm van bijzondere voorwaarden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft in de nacht van 2 oktober 2020 in Amersfoort samen met een vriend, tevens medeverdachte, een kwetsbaar, jong meisje, [slachtoffer] , en haar vriendin, opgehaald met een auto. [slachtoffer] en haar vriendin waren weggelopen van een gesloten jeugdinstelling voor kinderen met problemen, en [slachtoffer] liep op slippers en was niet gekleed op de koude weersomstandigheden. [slachtoffer] dacht dat ze een slaapplek zouden vinden en is met haar vriendin in de auto van verdachte en zijn medeverdachte gestapt. Na een korte rit bleef [slachtoffer] alleen met verdachte in de auto, waarna verdachte [slachtoffer] heeft laten plaatsnemen op de bijrijdersstoel, en de autoportieren op slot heeft gedaan. Verdachte heeft [slachtoffer] vervolgens verkracht in de auto door haar, onder toepassing van geweld en andere feitelijkheden, te dwingen tot het ondergaan van seksuele handelingen, waarbij hij het lichaam van [slachtoffer] ook is binnengedrongen. Na deze verkrachting zijn verdachte en zijn medeverdachte samen met [slachtoffer] en haar vriendin naar een voetbalveld gereden. Bij dit voetbalveld heeft verdachte [slachtoffer] vervolgens opnieuw verkracht, dit keer samen met de medeverdachte. Nadat medeverdachte klaar was met [slachtoffer] , heeft verdachte aan [slachtoffer] aangegeven hoe ze met haar been op de picknicktafel moest leunen en is hij bij [slachtoffer] binnengedrongen. Zowel medeverdachte als verdachte (in beide gevallen van verkrachting) hebben geen condoom gebruikt. Bij beide verkrachtingen heeft [slachtoffer] zowel verbaal als fysiek duidelijk gemaakt dat zij geen seks wilde met verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee zeer ernstige strafbare feiten. Met zijn handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige [slachtoffer] . Verdachte heeft zich niet bekommerd om de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor [slachtoffer] , en heeft samen met zijn medeverdachte planmatig gehandeld. Hij heeft kennelijk alleen oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens. Verdachte had er rekening mee moeten houden dat [slachtoffer] , net als iedere vijftienjarige, nog een kind was en kwetsbaar op het gebied van seksualiteit, zodat het gedrag van verdachte op een bepaald moment tot (ernstige) psychologische problemen bij haar kan leiden. Dat verdachte zich niet heeft bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor [slachtoffer] rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Uit de verklaringen die [slachtoffer] , ook ter terechtzitting, heeft afgelegd en uit hetgeen blijkt uit de onderbouwing van haar vordering tot schadevergoeding, volgt dat het handelen van verdachte grote impact op haar heeft gehad en nog altijd heeft. Zo is bij haar een post-traumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 26 juli 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een reclasseringsadvies van 23 november 2022, opgemaakt door reclasseringswerker F. van der Groep. Uit dit advies volgt – kort samengevat – het volgende. Bij een veroordeling dreigen er problemen op het gebied van scholing en werk. Voor het huidige werk, de stage en zijn toekomstige baan is het verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) noodzakelijk. Bij veroordeling is het verkrijgen van een VOG (voorlopig) uit te sluiten.
Gezien de hoogte van de risico's acht de reclassering een behandeling geïndiceerd indien onderhavige feiten bewezen worden geacht. Het kennen, herkennen en erkennen van grenzen in de sociale en seksuele omgang dienen daarbij aan de orde te komen. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Het risico op seksuele recidive schat de reclassering in als gemiddeld tot hoog wanneer verdachte niet behandeld wordt. De reclassering adviseert de toepassing van het volwassenstrafrecht. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met een tweetal dadelijk uitvoerbare bijzondere voorwaarden, een meldplicht en een verplichte ambulante behandeling door De Waag of een soortgelijke zorgverlener. Gezien het recidiverisico, een onvoldoende zicht bij verdachte op het kennen, herkennen en erkennen van grenzen in de sociale en seksuele omgang, de seksuele preoccupatie en het feit dat er nog geen behandeling heeft plaatsgevonden maakt dat de reclassering de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden nodig acht.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de feiten, en straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Bij het bepalen van een passende straf heeft de rechtbank de landelijke oriëntatiepunten van de Rechtspraak als uitgangspunt genomen. Het oriëntatiepunt voor een verkrachting met een beperkte mate van dwang, gepleegd door een first offender, bedraagt 24 maanden. Ten aanzien van feit 1 primair bewezenverklaarde geldt dat, nu die verkrachting in vereniging is gepleegd, de rechtbank gezien artikel 248 Wetboek van Strafrecht van oordeel is dat de straf voor dat feit met een derde dient te worden verhoogd. Dat de feiten zijn gepleegd tegen een minderjarig en kwetsbaar slachtoffer, en dat verdachte onveilige seks heeft gehad, werkt bovendien strafverzwarend. De verdachte is blijven volharden in zijn ontkennende houding. Hiermee heeft hij aan de aangeefster de erkenning van het leed dat haar is toegebracht onthouden, terwijl, naar uit algemene ervaringsregels volgt, juist die erkenning van groot belang is voor de verwerking van dat leed.
Verdachte is een jongeman, die nog een heel leven voor zich heeft. Gelet daarop, alsook de ernst en aard van de feiten, en de inhoud van het reclasseringsadvies, waaruit een gemiddeld tot hoog recidiverisico blijkt, is de rechtbank van oordeel dat het in het belang van zowel verdachte als de maatschappij is dat verdachte zich laat behandelen en begeleiden middels een reclasseringstoezicht. Een deel van de gevangenisstraf zal daarom voorwaardelijk worden opgelegd, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Onder verwijzing naar de genoemde strafverzwarende omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan. De rechtbank acht het passend en geboden om verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden op te leggen, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van 2 jaar.
Dadelijk uitvoerbare vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal voor de beveiliging van de maatschappij en voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer] . De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 3 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor een hierna onder ‘beslissing’ te bepalen duur worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een verkrachting en een verkrachting in vereniging, misdrijven die zijn gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op de inhoud van het hiervoor genoemde reclasseringsadvies is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen/zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 15.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, waarvan € 10.000,- ten gevolge van het onder feit 1 bewezenverklaarde, en € 5.000,- ten gevolge van het onder feit 2 bewezenverklaarde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering integraal toe te wijzen, inclusief de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van het onder feit 1 bewezenverklaarde heeft de officier van justitie verzocht de vordering hoofdelijk toe te wijzen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, gelet op de bepleitte vrijspraak, verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in diens vordering.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat de benadeelde partij als rechtstreeks gevolg van het hiervoor onder feiten 1 en 2 primair bewezenverklaarde immateriële schade heeft geleden. Met zijn handelen heeft verdachte, zoals hiervoor overwogen, een ernstige inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partij gemaakt, die daardoor in haar persoon in aangetast en derhalve op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek recht heeft op vergoeding van immateriële schade. Gelet op schadevergoedingen die in vergelijkbare gevallen worden toegekend en de onderbouwing van de vordering, is de rechtbank van oordeel dat de geleden immateriële schade op het gevorderde bedrag van € 15.000,- kan worden vastgesteld.
De rechtbank zal de vordering tot een totaalbedrag van € 15.000,- toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020 tot de dag van volledige betaling.
Nu de verdachte feit 1 ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met de medeverdachte heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag van € 10.000,- aansprakelijk is. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. De kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 15.000,-, waarvan € 10.000,- hoofdelijk, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020 tot aan de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 110 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die door verdachte en/of zijn medeverdachte is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan [slachtoffer] .

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 47, 57, 242 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 48 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich meldt binnen één werkdag na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Zwarte Woud 2 te Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk en na aanmelding van de toezichthouder. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- legt aan verdachte op
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van drie jaren en beveelt dat verdachte: op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zoekt, maakt of heeft met [slachtoffer] (geboren: [2005] );
- beveelt dat voor iedere keer dat verdachte zich niet aan deze maatregel houdt vervangende hechtenis voor de duur van een maand zal worden toegepast, tot een maximum van 6 maanden;
- beveelt dat de maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
Benadeelde partij
  • wijst
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van een deel van het toegewezen bedrag (€ 5.000,-), en veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het andere deel van het toegewezen bedrag (€ 10.000,-), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020 tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover (ten aanzien van de toegewezen € 10.000,-) reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 5.000,- te betalen, en legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] € 10.000,- aan de Staat te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 110 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij (en/of zijn mededader ten aanzien van de toegewezen € 10.000,-) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mrs. L.M. Reijnierse en H.J. van Woudenberg rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 september 2023.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (telkens), heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn penis en/of een of meer vinger(s) in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- met zijn vingers over de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] gewreven, althans de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt op/aan de (blote) borst(en) en/of
- die [slachtoffer] ge(tong)zoend (in) op de mond;
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens)
- misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie en/of zijn fysieke overwicht door) die [slachtoffer] in een auto (mee te nemen) heeft meegenomen en/of
- ( vervolgens) die auto heeft geparkeerd (op een parkeerplaats van/bij de voetbalvelden) buiten de bebouwde kom, althans op een afgelegen plek en/of
- de heupen van die [slachtoffer] heeft vast-/beetgepakt en/of met zijn (met kleding bedekte) geslachtsdeel tegen de bil(len) van die [slachtoffer] heeft gewreven/geduwd en/of
- die [slachtoffer] (voorover) op een(picknick)tafel heeft gelegd/geduwd en/of een been van die [slachtoffer] op die tafel heeft gelegd en/of
- de (onder)broek, althans de kleding van die [slachtoffer] heeft uitgedaan/getrokken en/of
- die [slachtoffer] bij de haren heeft vast-/beetgepakt en/of (vervolgens) de woorden toegevoegd: ”kom me pijpen” en/of “ ben je aan de pil” , althans woorden van dergelijke aard en/of strekking en/of
- voorbij is gegaan aan, althans in onvoldoende mate rekening heeft gehouden met, de verbale dan wel non verbale signalen van die [slachtoffer] dat zij de aanrakingen/betastingen niet wilde en/of
- die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie en/of een door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten;
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [2005] , die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn penis en/of een of meer vinger(s) in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- met zijn vingers over de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] gewreven, althans de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt op/aan de (blote) borst(en) en/of
- die [slachtoffer] ge(tong)zoend (in) op de mond;
Feit 1 meer subsidiair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
bestaande uit het ontuchtig
- wrijven/betasten en/of aanraken met zijn, verdachtes vingers over/van de
vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- betasten en/of aanraken van de (blote) borst(en) van die [slachtoffer] en/of
- ( tong)zoenen (in) op de mond van die [slachtoffer] ;
Feit 2 primair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) meermalen, althans eenmaal (telkens), [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte (meermalen)
- zijn penis en/of een of meer vinger(s) in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- met zijn vingers over de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] gewreven, althans de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt op/aan de (blote) borst(en) en/of
- die [slachtoffer] ge(tong)zoend (in) op de mond;
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- ( misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie en/of zijn fysieke overwicht door) die [slachtoffer] in een auto (mee te nemen) heeft meegenomen en/of
- ( vervolgens) die auto heeft geparkeerd op een parkeerplaats (van een supermarkt) buiten de bebouwde kom, althans op een afgelegen plek en/of
- die [slachtoffer] plaats heeft laten nemen op de (passagiers/voor)stoel van die auto en/of
- de deuren van die auto op slot heeft gedaan, om ontsnapping van die [slachtoffer] te voorkomen/bemoeilijken en/of
- plotseling en/of onverhoeds zijn stijve geslachtsdeel heeft getoond aan die [slachtoffer] en/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “ga je me niet pijpen” en/of “wil jij je lippen niet op mijn dick zetten”, althans woorden van dergelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgepakt en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer] naar/richting zijn geslachtsdeel heeft geduwd en/of (een) op en neergaande beweging(en) met het hoofd van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of
- achter die [slachtoffer] is gaan zitten en/of de (onder)broek, althans de kleding van die [slachtoffer] heeft uitgedaan/getrokken en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen op hem te gaan zitten en/of
- die [slachtoffer] plotseling en/of onverhoeds heeft betast en/of aangeraakt op/aan de (blote) borst(en) en/of
- de heupen van die [slachtoffer] beet/vast heeft gepakt en/of naar beneden, op zijn geslachtsdeel heeft geduwd en/of
- ( aldus) een zodanige psychische druk op die [slachtoffer] heeft uitgeoefend en/of
- voorbij is gegaan aan, althans in onvoldoende mate rekening heeft gehouden met, de verbale dan wel non verbale signalen van die [slachtoffer] dat zij de aanrakingen/betastingen niet wilde en/of
- die [slachtoffer] in een zodanige afhankelijkheidssituatie en/of een door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten;
Feit 2 subsidiair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [2005] die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
- zijn penis en/of een of meer vinger(s) in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- met zijn vingers over de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] gewreven, althans de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt op/aan de (blote) borst(en) en/of
- die [slachtoffer] ge(tong)zoend (in) op de mond;
Feit 2 meer subsidiair
hij op of omstreeks 2 oktober 2020 te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het ontuchtig - brengen/houden van zijn penis en/of een of meer vinger(s) in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer] en/of - wrijven/betasten en/of aanraken met zijn, verdachtes vingers over/van de vagina en/of de clitoris, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] en/of - betasten en/of aanraken van de (blote) borst(en) van die [slachtoffer] en/of - (tong)zoenen (in) op de mond van die [slachtoffer] .

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal d.d. 19 januari 2022, 15 februari 2022, genummerd PL0900-2020321072, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 254. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van informatief gesprek zeden, p. 11.
3.Proces-verbaal van informatief gesprek zeden, p. 12.
4.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 38.
5.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 39.
6.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 42.
7.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 43.
8.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 44.
9.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 45.
10.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 46.
11.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 47.
12.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 48.
13.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 50.
14.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 51.
15.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 52.
16.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 53.
17.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 54.
18.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 55.
19.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 56.
20.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 66.
21.Proces-verbaal van verhoor als verdachte [getuige] , p. 202.
22.Proces-verbaal van verhoor als verdachte [getuige] , p. 197.
23.Proces-verbaal van verhoor als verdachte [getuige] , p. 204.
24.Proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] namens [slachtoffer] , p. 18.
25.Proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] namens [slachtoffer] , p. 19.
26.Proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] namens [slachtoffer] , p. 20.
27.Een proces-verbaal forensisch onderzoek persoon ( [slachtoffer] ), p. 92.
28.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 9 november 2021, p. 122.
29.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 9 november 2021, p. 123.
30.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 21 januari 2022, p. 255.