ECLI:NL:RBMNE:2023:4544

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
16.037718.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging met vuurwapen en dreigende woorden

Op 5 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met een vuurwapen. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 18 november 2020 te Leusden, waar de verdachte samen met anderen zou hebben geprobeerd de aangever te bedreigen. Tijdens de terechtzitting op 22 augustus 2023 heeft de officier van justitie, mr. M. Kamper, betoogd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. B. van Elst, pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.

De rechtbank heeft de verklaringen van de getuigen en de verdachte zorgvuldig gewogen. Hoewel de verdachte op de plaats delict aanwezig was, was de rechtbank niet overtuigd dat hij de persoon was die de bedreiging had geuit. De getuigenverklaringen verschilden aanzienlijk in hun beschrijvingen van de bedreiger, wat leidde tot twijfels over de identiteit van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er niet voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen, omdat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. Dit vonnis benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.037718.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 september 2023
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] , Sierra Leone
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. B. van Elst, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 18 november 2020 te Leusden samen met anderen [aangever] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om verdachte partieel vrij te spreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde in verband met het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft over het tenlastegelegde verklaard dat een vriend hem die nacht in een zwarte BMW naar Den Haag heeft gebracht. In de auto zaten meer personen. Onderweg zijn ze gestopt in Leusden. Die vriend is daar uitgestapt. Er waren daar meer personen en er was geschreeuw. Verdachte zegt dat hij niet uit de auto is gestapt en geen vuurwapen heeft gezien.
De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte de man is die [aangever] op 18 november 2020 met een vuurwapen en met de woorden “Nu moet je op de grond, je mag daar niet, laat [naam] doen” en/of “Ga maar zitten anders ga ik jou schieten” heeft bedreigd. Dit blijkt volgens de officier van justitie uit de verklaring van verdachte, dat hij die avond samen met [A] in een zwarte BMW op de parkeerplaats in Leusden is geweest. Daar had [A] een ontmoeting met een groep mannen. Ook [aangever] was op dat moment op die parkeerplaats aanwezig. Verdachte voldoet daarnaast aan het door getuigen [aangever] , [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] gegeven signalement omdat hij een zwarte huidskleur heeft en omdat hij geen Arabisch maar Nederlands spreekt.
De rechtbank overweegt als volgt.
Hoewel vastgesteld kan worden dat verdachte in de avond van 18 november 2020 op de parkeerplaats in Leusden was, is de rechtbank niet overtuigd dat hij ook degene is geweest die [aangever] heeft bedreigd. De rechtbank acht daartoe van belang dat de getuigen wisselend hebben verklaard over het signalement van de bedreiger van [aangever] . Zo lopen de beschrijvingen van zijn lengte, huidskleur, baardgroei en kleding uiteen en komen die niet steeds overeen met de uiterlijke kenmerken van verdachte. Ook wordt door hen niet eenduidig verklaard over het aantal andere betrokkenen, hun onderlinge rol en taakverdeling. [getuige 3] verklaarde bijvoorbeeld dat het op één man na, allemaal zwarte mannen waren op de parkeerplaats, terwijl de andere getuigen verklaarden dat zich in het gezelschap maar één zwarte man bevond. Niet valt uit te sluiten dat er die avond nog één of meerdere mannen aanwezig waren die voldoen aan het door [aangever] gegeven signalement van zijn bedreiger. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het ten laste gelegde.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E.S. Dolmans, voorzitter, mr. G. Schnitzler en mr. S.M. Schothorst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V.Y. van Almelo en mr. B. Matser, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 september 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 november 2020 te Leusden, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door:
- een of meermalen die [aangever] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen en/of op die [aangever] te richten en/of
- ( vervolgens) tegen die [aangever] te zeggen: “Nu moet je op de grond, je mag daar niet, laat [naam] doen” en/of “Ga maar zitten anders ga ik jou schieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;